Boudewijn met de IJzeren Arm schaakt Judith
Boudewijn met de IJzeren Arm houdt Judith in een ijzeren greep. Een tafereel uit de Gouden-Boomstoet van 2007. De vijfjaarlijkse Gouden Boomstoet in Brugge toont diverse taferelen uit de geschiedenis van Vlaanderen als aanloop naar het huwelijk van Karel de Stoute met Margaretha van York.
25 december 861
Het is Kerstmis 861. De voorlopig nog onbeduidende maar erg ambitieuze Boudewijn met de IJzeren Arm heeft zich zopas met geweld een bruid verschaft. Dat ze erg mooi is, is meegenomen. Dat ze geen al te beste reputatie heeft, maakt Boudewijn niet veel uit. Belangrijker is dat zijn Judith een koningsdochter is en dat zijn schoonvader hem meer domeinen en meer bevoegdheden kan opleveren. Daarmee legt Boudewijn de basis van het graafschap Vlaanderen.
Het is al tientallen jaren onrustig aan de Noordzeekust. Elke lente varen benden Noormannen de rivieren op en verwoesten op hun route have en goed van de rijke kerken en abdijen. Evenmin sparen ze de weinige handelsnederzettingen langs het water. Alles wat niet te zwaar of te heet is wordt ingescheept en vlug varen ze terug, richting Denemarken.
Karel de Kale, de vader van Judith en koning van West-Francië, op een illustratie in een psalmboek uit de negende eeuw. Hij draagt de attributen van zijn koninklijke waardigheid: kroon, scepter, mantel en wereldbol.
De koning van West-Francië, Karel de Kale, kleinzoon van de legendarische Karel de Grote, heeft van diens macht maar weinig overgehouden. Lokale bestuurders ondermijnen het gezag van hun koning in het verre Parijs.
Boudewijn met de IJzeren Arm is één van die lokale bestuurders. De koning heeft hem ooit belast met het bestuur van Brugge en omgeving. Dat gebiedje heet Vlaandergouw, in het Latijn 'Pagus Flandrensis'. Brugge is een kleine handelsplaats, vlak bij de zee. Er is ook een versterking en die is voor de streek broodnodig. Het veel oudere en nabije Oudenburg, nog door de Romeinen opgetrokken, is totaal in verval geraakt en niet meer in staat om de Vikingen af te remmen. Boudewijn heeft zijn bijnaam niet gestolen. Groot en sterk staat hij aan het hoofd van een legerbende. Hij is kordaat en ambitieus, en zijn ijzeren wapentuig verpersoonlijkt zijn doortastendheid. Hoog op zijn paard boezem hij angst en respect in.
Zijn carrièrezucht is niet voldaan met zijn functie, een mengeling van ambtenaar, rechter en strijder; 'graaf' zoals dat heet. Zijn taken oefent hij uit in naam van de verre koning die over hem en zijn gelijken aan de kust, geen controle heeft. Dus is het beter om voor eigen rekening te vechten. De traditie wil dat brute macht moet samenhangen met aangeboren gezag, met afkomst dus. Boudewijn wil vooruit, vindt Brugge voor hem te klein. Hij heeft horen vertellen van een jonge vrouw, Judith, de dochter van Karel de Kale. Wie haar heeft gezien, zegt dat ze zeer mooi is en intelligent. Dat gekoppeld aan het blauwe bloed in haar aderen - ze is een achterkleindochter van Karel de Grote. Wat kan een ambitieuze graaf meer verlangen?
Senlis, ten noorden van Parijs, was een van de residenties van de Karolingische koningen. Enkele overblijfselen uit die tijd, zoals de omwalling, herinneren aan het rijke middeleeuwse verleden. Het is hier dat Boudewijn Judith schaakte.
Boudewijn trekt met zijn gevolg naar Senlis, een stad ten noorden van Parijs die nog onder de rechtstreekse controle van de koning staat. Boudewijn trekt de burcht binnen en rooft er de prinses. Hij neemt ze mee, blijkbaar niet tegen haar zin. Haar vader Karel de Kale is razend. Wat een lef van dat onbeduidend graafje uit die verre uithoek van zijn rijk. Met zijn dochter had hij voordien ook al niets dan zorgen gehad. Als jong meisje was ze uitgehuwelijkt aan de koning van de Angelen. Die had aan de echt niet veel pret beleefd want hij stierf al kort nadien. Toen trouwde ze met haar stiefzoon koning Ethelbald, en die stierf ook al hetzelfde jaar. Er wordt gefluisterd dat Judith in die onvoorziene weduwschappen een schuldige hand heeft gehad.
Hertog Giselbert van Lotharingen en de Vlaamse graaf Boudewijn met de IJzeren Arm op een romantische prent uit de bekende Historia boeken. Beiden probeerden een duidelijk onafhankelijke koers te varen ten opzichte van hun leenheren, respectievelijk keizer Otto I en koning Karel de Kale. De tekening werd gemaakt door Jean-Léon Huens.
En nu komt die graaf haar roven. Kwade tongen beweren dat haar broer Lodewijk daarmee instemde en dat Boudewijn ermee gedreigd heeft met de Noormannen samen te heulen indien hij niet met Judith mag trouwen. Karel de Kale kan het niet aanvaarden dat zijn dochter onder haar stand zal trouwen. Bij de bisschoppen van zijn rijk dringt hij erop aan zich te schikken naar een uitspraak van paus Gregorius, bijna drie eeuwen eerder: 'Wie een weduwe rooft om ze als bruid te nemen, moet vervloekt worden.' De bisschoppen gooien Boudewijn en Judith in de kerkban. Dat gaat ook Boudewijn te ver. Hij trekt naar Roe om zijn zaak te bepleiten bij paus Nikolaas en om vergiffenis te krijgen. De kerkvorst stuurt twee bisschoppen naar Senlis om bij Karel te bemiddelen. Deze stemt uiteindelijk in. Het huwelijk wordt in 862 gesloten in Auxerre. Bruid en bruidegom komen in Brugge wonen.
Gouwen in de Nederlanden in de Karolingische Tijd.
1. Gouw van Boulogne | 2. Gouw van Terwaan | 3. IJzergouw |
4. Vlaanderengouw | 5. Gouw van Aardenburg | 6. Land van Waas |
7. Gouw van Atrecht | 8. Pagus Leticus | 9. Pagus Scarbeius |
10. Pagus Caribant | 11. Mélantois | 12. Pévèle |
13. Oosterbant | 14. Gouw van Doornik | 15. Gouw van Kortrijk |
16. Gouw van Gent | 17. Pagus Mempiscus | 18. Brabant |
19. Haspengouw | 20. Lewensis | 21. Gouw van Kamerijk |
22. Henegouw | 23. Lommegouw | 24. Pagus Darnau |
25. Condroz | 26. Famenne | 27. Ardennen |
28. Gouw van Yvois | 29. Gouw van Aarlen | 30. Mathois |
31. Bidgouw | 32. Riengouw | 33. Pagus Taxandria |
34. Boven-Maasgouw | 35. Beneden-Maasgouw | 36. Hettergouw |
37. Humsterland | 38. Hunzego | 39. Fivelgo |
40. Westergo | 41. Oostergo | 42. Zuidergo |
43. Pagus Forestensis | 44. Kennemerland | 45. Tessel |
46. Wieringen | 47. Drenthe | 48. Noord-Twente |
49. Salland | 50. De Lijmers | 51. IJselgouw |
52. De Veluwe | 53. De Betuwe | 54. De Duffel |
55. Flethite | 56. Teisterbant | 57. Nifarlake |
58. De Lek en IJselgouw | 59. Marsum | 60. Walcheren |
61. Schouwen |
Karel toont zich van zijn vrijgevige kant: om Boudewijn toe te laten zijn dochter naar haar stand te onderhouden, schenkt Karel hem enkele gebiedjes in de omgeving. Het Vlaamse gravengeslacht komt verrijkt uit het incident: meer middelen, meer aanzien en bovenal Karolingisch bloed...