



	Officiële landstaal: Dari, Pasjtoe
    Hoofdstad: Kaboel
    Regeringsvorm: Presidentieel systeem
  	Staatsvorm: Islamitische republiek
  	Staatshoofd: Ashraf Ghani
  	Regeringsleider: Abdullah Abdullah
    Religie: 99% Islam (80% Soennisme, 19% Sjiisme), 1% Overig
    Oppervlakte: 652.864 km²
    Inwoners: 33.332.025 (2016)
    Inwoners / km²: 51,1 / km² (2016) 
    Munteenheid: Afghaanse afghani
    Nationale feestdag: 19 augustus
    Volkslied: Melli Tarana 
  	

De Britten waren in Afghanistan om sjah Shuja te helpen zijn rivaal, de pro-Russische Dost Mohammed, te verdrijven. Maar de komst van de Britten werd ervaren als een 'invasie' en hun aanwezigheid als een 'bezetting' en de bevolking kwam in opstand. Generaal Elphinstone had de belofte gekregen van een veilige aftocht en verliet op 6 januari 1842 met zijn garnizoen ongewapend Kabul. Maar toen de 4500 Britse en Indiase soldaten, vergezeld van 10.000 vrouwen, kinderen en ambtenaren, door de bergpassen trokken, werden zij door Afghaanse krijgers aangevallen. Op 13 januari, bij de Gandamakpas, ontaardden de aanvallen in een slachtpartij. Slechts veertig man was ontkomen, maar daarmee nog niet gered. Alleen William Brydon overleefde de barre tocht door de diepe sneeuw naar Jalalabad.
"Alleen Brydon kwam aan (...) en vertelde over de 
verschrikkingen."
Kapitein Julius Brockman
De Britten hadden hun prestige in het Oosten verloren; de Britse soldaten bleken uiteindelijk toch niet onkwetsbaar. In 1842 werd sjah Shuja vermoord en kwam Dost Mohammed aan de macht. Dit doorkruiste de plannen van de Britten die in Afghanistan vooral een bufferstaat zagen, een neutrale zone tussen het oprukkende Rusland en het door de Britten gekoloniseerde India. In 1879 en 1919 vielen de Britten Afghanistan weer binnen, maar de overwinningen die zij boekten betekenden nog niet dat zij het land hadden veroverd.