ons land - focus

 

De Vroege Middeleeuwen
Het H. Roomse Rijk van de Duitse Natie
Ontstaan en bloei van de vorstendommen (Vlaanderen en Brabant)
De Kruistochten
Godfried van Leuven wordt hertog van Neder-Lotharingen
Nieuwpoort krijgt zijn stadsrecht
De Vlamingen winnen de
Guldensporenslag
De hertogen van Brabant bezweren de Blijde Inkomst
Ontstaan en bloei van de vorstendommen (Henegouwen en Luik)
Limburg in de Middeleeuwen
Limburgse middeleeuwse steden
Home
           
banner
Keizer Hendrik IV - De boetegang naar Canossa

De Vroege Middeleeuwen - Fatale opstanden voor het keizerlijk gezag (987 tot 1080 n. C.)

Na de dood van Karel van Neder-Lotharingen en zijn zoon Otto (nog nazaten van de Karolingers), word Neder-Lotharingen toevertrouwd aan Godfried I, graaf van Verdun (geen Karolinger meer). Afkomstig uit het aanpalende hertogdom Opper-Lotharingen, is hij een trouwe bondgenoot van de keizer. Hij slaagt erin een nieuwe opstand onder leiding van Reinier van Henegouwen en Lambert van Leuven te onderdrukken. Hij verslaat hen in 1015 in Florennes (tussen Samber en Maas). Lambert laat daarbij het leven. In 1017 moet hij het bovendien opnemen tegen Gerard van Metz. In 1023 wordt Godfried opgevolgd door zijn zoon Gozelo. Tien jaar later krijgt hij ook het hertogdom Opper-Lotharingen toebedeeld. Deze vereniging verontrust de nieuwe, in 1039 gekroonde Duitse koning Hendrik III.

Fatale opstanden voor het keizerlijk gezag

Symbolische weergave van Hendrik III, vechtend tegen de simonie.

Symbolische weergave van Hendrik III, vechtend tegen de simonie (de handel in geestelijke goederen tegen materieel gewin).

Na de dood van Gozelo in 1044, verdeelt Hendrik III Lotharingen onder zijn twee zonen. Godfried II (Godfried met de Baard) aanvaardt de opsplitsing niet en komt in opstand tegen Hendrik, in 1046 keizer van het Heilig Roomse Rijk geworden. Hij krijgt daarbij de steun van de traditionele tegenstanders van het keizerlijk gezag: de koning van Frankrijk, de graaf van Vlaanderen, de graaf van Holland, het huis van Henegouwen enzovoort. De bisschoppen, en in het bijzonder die van Luik, verdedigen de Duitse belangen. De steden Nijmegen en Verdun worden verwoest. De gevechten gaan door tot de dood van Hendrik III in 1056. Zijn weduwe, Agnes van Aquitanië, geeft het hertogdom Neder-Lotharingen in 1065 uiteindelijk aan Godfried met de Baard. Vier jaar later sterft hij.

Zijn zoon, Godfried III (Godfried met de Bult) betuigt opnieuw zijn steun aan het keizerrijk. Dat is in handen van Hendrik IV, die in 1065 meerderjarig wordt. Godfried schaart zich aan de zijde van de jonge keizer, zowel tijdens diens twist met de paus (de Investituurstrijd) als tijdens de gevechten met de graven van Vlaanderen en Holland. Die laten hem tenslotte in 1076 vermoorden. Zijn neef Godfried van Bouillon is de aangewezen opvolger, maar de keizer schenkt het hertogdom Neder-Lotharingen aan zijn zoon Koenraad, slechts twee jaar oud. De hertogelijke macht heeft echter nog weinig om het lijf. De vorstendommen hebben zich losgemaakt van de macht van het Heilig Roomse Rijk. Ook de bisschoppen zijn vrijwel machteloos. Na het conflict tussen Hendrik IV en de paus heeft hun potentiële hulp nog maar weinig effect.