



	Officiële landstaal: Hebreeuws, Arabisch
    Hoofdstad: Jeruzalem (claim)
    Regeringsvorm: Republiek, parlementaire democratie
	Staatsvorm: Republiek en eenheidsstaat
  	Staatshoofd: President Reuven Rivlin
	Regeringsleider: Premier Benjamin Netanyahu
	Religie:
	Joods 76%, Moslim 16,6%, Christendom 2,1%, Druus 1,7%
    Oppervlakte: 22.072 km²
    Inwoners: 8.174.527 (2016)
    Inwoners / km²: 370,4 / km² (2016) 
    Munteenheid: Nieuwe Israëlische Sjekel
	Nationale feestdag: 14 mei
    Volkslied: Hatikwa (De Hoop)

Kalief Omar I arriveerde in januari 638 in Jeruzalem om de stad op te eisen voor de Arabieren. Hij stelde zich opvallend nederig op, droeg een opgelapte jas en liep op blote voeten toen hij de Tempelberg betrad, de plek van Mohammeds droom 'de nachtelijke reis'.
"Ziet de gruwel van de woestenij waarvan Daniël de 
profeet heeft gesproken."
Sophronius, patriarch van Jeruzalem, 638
In de herfst van 637 begon Sophronius, de patriarch van Jeruzalem, noodgedwongen onderhandelingen met Omar over de overgave van zijn stad aan de moslims. In 634 waren de Arabieren het Byzantijnse Rijk binnengevallen en het daaropvolgende jaar namen ze Damascus in. Keizer Heraclius stuurde een leger om de stad te heroveren, maar dat werd in 636 verslagen in de slag bij Yarmoek. In de herfst van 637 hadden de Arabieren geheel Syrië en Palestina bezet, behalve Jeruzalem en Caesarea. De overgave van Jeruzalem was onvermijdelijk. Sophronius' taak werd vergemakkelijkt door het respect van de moslims voor Jeruzalem als heilige stad, maar een van de voorwaarden van Sophronius was dat hij de stad alleen zou overgeven aan Omar persoonlijk.
De condities die Omar bood waren ruimhartig voor de christenen. De joden werden echter uit Jeruzalem verbannen. De meeste christenen in Palestina behoorden tot de monofysitische sekte die door de Byzantijnen werd vervolgd en daarom beschouwden ze de Arabieren als bevrijders. Jeruzalem bleef tot 1099 in islamitische handen.