De gemeente As

 

Satellietfoto As
ons land - focus


Welkom in Limburg!

Inleiding en bronvermelding
Algemene Geschiedenis
's Lands Glorie
Bezienswaardigheden
Home
De "Oude Molen" of Theunissenmolen te As, werd al vermeld in 1470.
           
banner
Vlag Limburg

Algemene omschrijving

As is een plaats en gemeente in de Belgische provincie Limburg en behoort tot het gerechtelijk kanton Bree en het kieskanton Genk. De gemeente telt ruim 7500 inwoners, die Assenaren worden genoemd. In 1901 werd in As de eerste Limburgse steenkool gevonden door André Dumont.

Het gerestaureerde station van As.

Geschiedenis

De gemeente As, sedert 1971 een fusie van de twee Kempense dorpen As en Niel-bij-As, is gelegen op het Kempens plateau, in het midden tussen de Demer- en de Maasvallei en daarbij op de waterscheiding (Waterschei) van het Schelde- en Maasstroomgebied. Beide dorpen zijn ontstaan als nederzettingen langs de Bosbeek of Oeter, een Kempense beek die haar bronnen heeft in het Asserse Wildbroek en nabij Maaseik uitmondt in de Maas.

De ligging van de nederzettingen nabij een waterloop in deze droge streek gaf de dorpen ook hun naam:

Een afgeleide hiervan is bijvoorbeeld "vernielen" in de oorspronkelijke betekenis van "neergooien". "Niel" is alzo de laagte van de Bosbeekvallei die hier diep in het plateau is ingesneden.

Archeologische vondsten wijzen op een vroege prehistorische bewoning. Zo zijn er verspreide vondsten van gebruiksvoorwerpen uit silex, daterend uit de jongste steentijd. Pas vanaf 500 voor Christus is de streek met zekerheid bewoond; een grafveld in de heide tussen Genk en As bewijst dit. De geschiedenis begint met de Romeinen die de weg van Tongeren naar Venlo aanleggen via Munsterbilzen en As. De huidige Zandstraat, de Bevrijdingslaan en de weg naar Niel en Dorne volgen de loop van deze oude weg. De Romeinen hebben zich hier echter niet gevestigd; er zijn geen nederzettingen en villae: de streek is onvruchtbaar (zandgronden) en de Kempen wordt hierdoor niet geromaniseerd.

Na de val van Rome trekken de Franken onze gewesten binnen en vestigen zich onder meer in As. De Merovingische begraafplaats op de Schuttenberg wijst zelfs op een belangrijk dorp in de jaren 500 - 700. Vanaf de achtste eeuw neemt de kerstening van de Kempen een aanvang en wordt te As een eerste kerkje gebouwd op de plaats van de huidige St. Aldegondiskerk. De kerk van As wordt een eerste maal vernoemd in een kroniek van 13 december 1108 waarin Otbert, prins-bisschop van Luik, aan de abdij van Rolduc bericht over inkomsten uit de kerken van Riemst, Genk, As en Gellik.

Niel daarentegen, dat eeuwenlang afhing van het Maaslandse Dilsen, wordt een eerste maal vermeld in een charter van 4 juni 1253 waarin Arnold IV, graaf van Loon, de Villa van Dilsen met aanhorigheid Niel in leen krijgt van het kasteel van Stokkem. Van 16 mei 1299 dateert de benoemingsakte van Arnold van Gellik tot pastoor van As door de Loonse Graaf. Later, op 1 december 1303, wordt het patronaat van As toegekend aan het Stift over een altijddurende erfpacht van de parochie. De Nielenaren moesten echter nog steeds voor hun religieuze verplichtingen en erediensten naar Dilsen of het dichterbij gelegen As, totdat pastoor Bex van Dilsen op 3 januari 1721 Niel tot zelfstandige parochie maakt. Zijn neef Adam Dellecomminne wordt de eerste pastoor van Niel.

Het gerestaureerde station van As
De Sint-Aldegondiskerk te As

De Sint-Aldegondiskerk te As.

Vanaf de vroege middeleeuwen moet het oorspronkelijke eiken-berkenbos steeds meer wijken voor landbouwgronden en heidevelden. De tegenwoordige gehuchten, waarvan Oeleinde waarschijnlijk het oudste is, ontstaan en het dorp ontwikkelt zich tot een landbouwersgemeenschap.

In 1901 werd in As de eerste Kempense steenkool ontdekt door de Leuvense professor André Dumont. Het lag voor de hand dat hier dan ook een steenkoolmijn zou worden gebouwd. De beheerders van de exploitatiemaatschappij probeerden het de Assenaren naar de zin te maken. Er werd een stadsplan voorgesteld met brede lanen en scholen, een nieuwe kerk en allerhande moderne voorzieningen. Het gemeentebestuur liet zich niet vermurwen en koos voor het behoud van hun plattelandsgemeente. De eerste woningen voor de mijnwerkers van Zwartberg waren hier toch al gebouwd, de cité Cockerill. Het was een complex van 36 huizen dat in september 1912 klaar was.

Hiermee begint de industrialisatie elders waarmee vooral de Limburgse mijngemeenten hun voordeel deden. Nu is As nog steeds een residentiële gemeente midden in heidevelden en bosgebieden op de grens van Kempen en Maasland, in het oude graafschap Loon.

Bezienswaardigheden

Als vroege Loonse stichting was As tot de Franse Revolutie kerkelijk afhankelijk van de abdij van Munsterbilzen. De gotische Sint-Aldegondiskerk, met romaanse toren, werd gerestaureerd en kreeg een culturele bestemming. In de kerk hangt een altaarschilderij van de H. Aldegondis, die wordt aangeroepen als patrones tegen borstkanker. De neogotische Sint-Theresiakerk werd in 1931 gebouwd.

As bezit veel groen; het beschermde jeneverbessenpark is gelegen in het uitgestrekte Park van Midden-Limburg. Op de Bosbeek liggen twee watermolens. As kan bogen op de eerste positieve steenkoolboring op Limburgse grond (1901), maar is nooit tot een mijncentrum uitgegroeid; de ontdekker van de Kempense steenkool, André Dumont, kreeg in het centrum van Genk een standbeeld (1951).

Het Heiderbos (Jeneverbessenpark) te As

Het Heiderbos (Jeneverbessenpark) te As

In de oude dorpskom staat de mergelstenen Maaslandse Sint-Aldegondiskerk van omstreeks 1500. De driebeukige kerk heeft een 14e-eeuwse westertoren en twee 18e-eeuwse sacristieën. Ze wordt sinds 1932 niet meer voor de eredienst gebruikt. Ze is sinds 1935 als monument beschermd en na de restauratie in 1972-1973 werd ze ingericht als een museum en een tentoonstellingsruimte. Het kerkinterieur heeft de kenmerken van Maaslandse gotiek: gedrukte verhoudingen, kalkstenen zuilen met waterplantkapitelen en een kalkstenen armenbank tegen de zijmuren. In het hoogkoor staat het portiekaltaar van omstreeks 1700 met een 17e-eeuws gepolychromeerd retabel: Besnijdenis van Jezus. Boven het 17e-eeuwse noordelijke portiekaltaar hangt het laat-17e-eeuwse schilderij Dood van Sint-Aldegondis. Boven het 17e-eeuwse zuidelijke portiekaltaar hangt het 17e-eeuwse schilderij Bekoring van Sint-Antonius. Ook twee doeken met taferelen uit het leven van Sint-Aldegondis van Maubeuge dateren uit de 17e eeuw. De communiebank dateert uit de 18e eeuw. Hier liggen enkele grafstenen uit de 17e-18e eeuw. Het hardstenen wijwatervat is vroeg-16e-eeuws. Op het kerkhof staan vier hardstenen grafkruisen uit de 17e eeuw. Opgravingen in 1973-1974 brachten resten van een romaanse kerk aan het licht. Het landschap gevormd door het kerkhof rond de kerk, is sinds 1948 beschermd, samen met de muur die het kerkhof omheint en de vier grafkruisen.

Aan het Kerkplein staat de neogotische Sint-Theresiakerk, van 1930-1932, ontworpen door architect Deré van Hasselt. Het is een driebeukig rotsstenen gebouw met natuurstenen sierelementen. De plattegrond is een Grieks kruis. Aan de oostzijde bevinden zich twee absidiolen. De aangebouwde toren staat tussen het koor en de noordelijke transeptarm. Het meubilair is van 1932-1933. Het retabel van het hoofdaltaar beschrijft taferelen uit het leven van Sint-Theresia van Lisieux. De communiebank, de biechtstoelen en de preekstoel dateren ook van 1932-1933. De vroeg-16e-eeuwse kalkstenen doopvont heeft een recent koperen deksel. Het 17e-eeuwse beeld Jezus aan het Kruis komt uit de Sint-Aldegondiskerk. Drie muurschilderingen van omstreeks 1933 zijn creaties van Karel Theunissen (1871-1949).

Op de Bosbeek staan twee watergraanmolens: de Nieuwe Molen van 1872, een voormalige gemeentemolen die in 1717 werd opgericht, en de Oude Molen of Theunissenmolen, voor het eerst vermeld in 1470, waarvan het woonhuis en de bedrijfsgebouwen uit de 19e eeuw dateren.

De Oude Molen op de Bosbeek in As werd al vermeld in 1470. Tot in 1710, toen 't Mieleke werd opgericht, was de Oude Molen de enige watermolen in de gemeente. In 1872 kwam het huidige bakstenen gebouw tot stand, dat haaks op het woonhuis staat. Tot in 1976 bleef de molen, ook gekend als de Theunissenmolen, in werking. De molen werd in 1993 beschermd als monument en samen met zijn omgeving als dorpsgezicht. Tien jaar later werd deze bescherming uitgebreid tot het volledige gebouwencomplex. De molengebouwen en het binnenwerk werden in 2006-2008 gerestaureerd.

De Nieuwe Molen is eigendom van de gemeente en werd in 1986 in beheer gegeven aan de vzw Sint-Aldegondiskring. De restauratie van de molen in 1992 is voor een groot deel het werk van de leden van de kring. Op de benedenverdieping van de molen worden tentoonstellingen georganiseerd door Limburgse kunstenaars, terwijl op de bovenverdieping een heemkundig museum gevestigd is. Een zuil van 1951 aan de weg naar Bree herinnert aan het feit dat op die plaats André Dumont in 1901 op 541 m diepte de eerste Kempische steenkolen aanboorde.

Ten noordwesten van de dorpskom, aan de weg naar Bree, beslaat het staatsnatuurreservaat Heiderbos 14 ha. Het werd in 1970 gesticht. Op de linkeroever van de Bosbeek, te midden van het Kempisch laagplateau, ligt een heidelandschap met jeneverbesstruiken. Het is uniek in Vlaanderen. De geologische locatie achter het gemeenschapscentrum in de Schattenbergstraat ligt in een voormalige grindgroeve. Hier is namelijk de 'bodem van As' te zien. De geologische afzettingen in de wand van de groeve tonen immers een geschiedenis van 300.000 jaar. In de wand zijn sporen van de ijstijden en warmere periodes te ontdekken, die zo de geschiedenis reconstrueren. Via een trappentoren van 8,5 m hoog, kan de wand van de groeve op verschillende niveaus bezichtigd worden.

Het prachtig gerestaureerde stationnetje van As van 1877 en zijn beschermde omgeving in de Stationsstraat herinneren aan de periode 1930. Het stationnetje is een van de zes toegangspoorten tot het Nationaal Park Hoge Kempen, dat uit 5300 ha heide en bos bestaat. Het is ook een gedroomde vertrekbasis voor het boemeltreintje op de oude kolenspoorlijn 21. Het zonneterras van het Station van Asch is voor de fietsers van het 1800 km lange Limburgse fietspadennetwerk de plaats bij uitstek voor een verfrissende en rustgevende pauze. Intussen kunnen ze zich vergapen aan de nostalgische bedrijvigheid op het spooremplacement.

Niel-bij-As heeft drie historische woonkernen: het Dorp, de Daalstraat en de Grotstraat.

De moderne Sint-Nicolaas van Tolentijnkerk dateert van 1967-1969 en werd ontworpen door architect Van Beuren uit Genk. Ze vervangt de neogotische bakstenen kerk van 1862 aan de overkant van de Hoogstraat, die gesloopt werd. In de Sint-Nicolaas van Tolentijnkerk bevindt zich een 15e-eeuws beeld van Onze-Lieve-Vrouw met Kind. Het beeld werd in 1994 volledig gerestaureerd.

De Lourdesgrot te Niel-bij-As werd in 1944 gebouwd door buurtbewoners.

De Lourdesgrot te Niel-bij-As werd in 1944 gebouwd door buurtbewoners.

De natuurstenen Lourdesgrot aan de Grotstraat werd in 1944 door de buren gebouwd. In de kluis van deze grot woonde geruime tijd een kluizenaar. Op 1 mei en 15 augustus wordt in de grot een misviering gehouden en op 14 augustus een kaarsenprocessie.

Aan de weg naar Opglabbeek, in de Schansbroekstraat, staat nog een schans uit 1636. Op verschillende plaatsen in het dorp staan langgerekte boerderijen en meerledig gebouwde, gesloten hoeves, waaronder de Casterhoeve uit 1865 aan de Grotstraat. In de nabijheid van deze hoeve ligt de gerestaureerde Casterkapel.

Van de natuurgebieden zijn vooral de Caelenhaag en de Caelenberg bekend. Ze strekken zich uit over de hellingen van de Bosbeekvallei en bieden een prachtig uitzicht over de vallei, Opglabbeek en de 'terrils' of steenbergen van Genk. Tussen de eeuwenoude beukenbomen hangt een verstilde sfeer.

Dit moet je gezien hebben