De stad Borgloon

 

Satellietfoto van Borgloon
ons land - focus


Welkom in Limburg!

Inleiding en bronvermelding
Algemene Geschiedenis
's Lands Glorie
Bezienswaardigheden
Home
           
banner
Vlag Limburg

Algemene omschrijving

Borgloon is een stad en gemeente in de Vlaamse provincie Limburg en van het arrondissement Tongeren in België. De stad is de hoofdplaats van het kieskanton en het gerechtelijk kanton Borgloon. De huidige stad is in 1976 ontstaan door fusie van 12 oude gemeenten, en telt ruim 10.000 inwoners op een oppervlakte van 5111 ha. De officiële taal is Nederlands. Vele, vooral oudere inwoners gebruiken het lokale West-Limburgse dialect.

De fusiegemeente telt naast het stadscentrum nog 12 deelgemeenten: Bommershoven, Broekom, Gors-Opleeuw, Gotem, Groot-Loon, Hendrieken, Hoepertingen, Jesseren, Kerniel, Kuttekoven, Rijkel en Voort. Enkel Hoepertingen telt meer dan 1000 inwoners. De anderen zijn kleine Haspengouwse landbouwdorpjes. In deelgemeente Bommershoven ligt nog het gehucht Haren.

Geschiedenis

Bommershoven bevond zich in de Gallo-Romeinse tijd aan de heerbaan Keulen-Tongeren-Bavai. Hier zijn vondsten uit de prehistorie gedaan en resten van een Romeinse villa gevonden.

Borgloon was vroeger de hoofdplaats van het graafschap Loon. Het ligt op een kunstmatige heuvel, waarop de graven van Loon hun residentieburcht bouwden en waarrond een bloeiende nederzetting tot stand kwam. Na de verwoesting van de burcht in 1180, verbleven de Loonse graven bij voorkeur in Kuringen. Later verloor Borgloon zijn rol van hoofdstad van het graafschap ten voordele van Hasselt. Omstreeks 1200 verkreeg Borgloon het Luikse stadsrecht. Het stadje werd toen omwald. In 1366 werd het graafschap Loon definitief bij het prinsbisdom Luik ingelijfd. Na de 13e-14e eeuw verviel het regionale marktcentrum van Borgloon tot een gewoon landbouwdorp. Toch bleef het stedelijke aanzicht binnen de oude stadsomwalling enigszins gehandhaafd. Tot het begin van de 19e eeuw volgde de architectuur van de hoofdzakelijk stenen huizen getrouw de Maaslandse stijl. Dit blijkt uit heel wat oude gevels uit de 17e-19e eeuw in het centrum.

Omstreeks 813 schonk Lodewijk de Vrome, Broekom aan de bisschop van Tongeren. Die vertrouwde de voogdijrechten op zijn beurt aan het Sint-Lambertuskapittel van Luik toe. De graaf van Loon behield de voogdijrechten, maar het is hem nooit gelukt om Broekom bij het graafschap Loon in te lijven. De zelfstandige heerlijkheid Sassenbroek, aanvankelijk een enclave van Metz, werd in de 13e eeuw een Loonse heerlijkheid. Voor de rechtspraak was Sassenbroek aangewezen op het oppergerechtshof van Vliermaal.

Al in de middeleeuwen werden Gorsleeuw en Opleeuw als twee zelfstandige Loonse heerlijkheden onderscheiden. Gorsleeuw was het bezit van verschillende adellijke families. Hoewel het een Loons bezit was, volgde de rechtspraak toch de Luikse wetgeving. Aanvankelijk was de Loonse heerlijkheid Opleeuw eveneens bezit van het plaatselijke riddergeslacht, maar later werd het aan Herman van Mettecoven toegewezen. Opleeuw volgde de Loonse rechtspraak. De parochiekerk en het kasteel vormden de historische dorpskom.

Archeologische vondsten wijzen op een Gallo-Romeinse nederzetting en een Karolingische villa in het dorp. Gotem, een echte heerlijkheid, behoorde in de middeleeuwen tot het graafschap Loon, maar werd later bezit van de prins-bisschop van Luik. De buitenbank van Graethem zorgde voor de rechtspraak. Beroep aantekenen kon bij het oppergerechtshof van Vliermaal. Gotem leende zijn naam en faam aan een geslacht van ridders die een reeks niet-leenroerige goederen en bezittingen hadden.

Groot-Loon behoorde in de middeleeuwen tot het domein van het Sint-Servaaskapittel van Maastricht. Daardoor ontwikkelde Groot-Loon zich in tegenstelling met de overige fusiegemeenten afzonderlijk. Groot-Loon was een van de 'elf banken' van Sint-Servaas, samen met onder meer Maasmechelen, Vlijtingen, Sluizen, Koninksem en Zepperen. De schenking van keizer Hendrik IV in 1087 aan de Sint-Servaaskerk van Maastricht werd door de paus bevestigd. De dorpen werden bestuurd door het kapittel van Sint-Servaas en stonden als rijksheerlijkheden onder het gezag van de Duitse keizer. Tot aan de Franse Revolutie waakten de kanunniken van het kapittel over de rechtspraak. Hun hoofdbank was in Vlijtingen gevestigd.

Hendrieken behoorde aanvankelijk tot het graafschap Loon en werd nadien afhankelijk van de prins-bisschop van Luik.

Hoepertingen wordt voor het eerst vermeld in 1139. Het was afhankelijk van Loon. Omstreeks 1250 droeg de graaf van Loon zijn heerlijke rechten in Hoepertingen op de heer van Heeswijk over, die afhankelijk was van de hertog van Brabant. Aldus vormde Hoepertingen een enclave binnen het graafschap Loon en vanaf 1366 binnen het prinsbisdom Luik. In 1629 werd Heeswijk door Hollandse troepen veroverd, wat door de vrede van Westfalen in 1648 bekrachtigd werd. Bijgevolg maakte ook de Staten-Generaal van de Verenigde Provinciën aanspraak op Hoepertingen. Sinds 1661, bij het verdelingsverdrag met Spanje, werd Hoepertingen een 'redemptiedorp'. Omdat deze dorpen een enclave binnen het prinsbisdom vormden, kon de Staten-Generaal ze moeilijk aan alle belastingen onderwerpen. Daarom kochten de inwoners zich vrij van de belastingplicht door gezamenlijk een jaarlijkse rente te betalen. De inwoners moesten echter aan beide regeringen betalen, want de Zuidelijke Nederlanden zagen pas in 1785 van hun aanspraken op Hoepertingen af. Omdat Jean Willem van Scharenberg zijn schulden niet inloste, werd de heerlijkheid Hoepertingen in 1688 verkocht aan Pierre de Sluse van Luik. Deze familie behield Hoepertingen tot 1788, het jaar waarin baron de Stenbier de Wideux de heerlijkheid erfde.

Jesseren, aanvankelijk een Loons leen, was het bezit van verschillende adellijke families. Vanaf 1547 werd het integraal eigendom van de heren van Heers. Toen deze weigerden belastingen te betalen, werden ze door de rechter in het ongelijk gesteld. Jesseren was van 1685 tot 1757 eigendom van de Luikse abdij Sint-Laurentius.

In de middeleeuwen behoorde Kerniel tot het vorstelijke domein van de graven van Loon. Het vormde echter geen afzonderlijke heerlijkheid.

In de middeleeuwen was Kuttekoven een Loonse heerlijkheid die ressorteerde onder de rechtsbevoegdheid van de schepenbank van Graethem. In beroep gaan tegen het vonnis van deze Loonse buitenbank kon bij het oppergerechtshof van Vliermaal. Het begevingsrecht en de tienden van de kerk wisselden nogal vaak van eigenaar. Aanvankelijk behoorden Voort en een deel van Gotem tot de parochie Kuttekoven. Via de graven van Loon en de heer van Kortessem gingen ze in het midden van de 13e eeuw definitief over naar de abdij van Herckenrode. Deze abdij had tot aan de Franse Revolutie veel invloed op de gemeente. Naast het patronaatsrecht en een deel van de tienden had ze hier een grote hoeve en bezat ze meer dan de helft van het grondgebied. De boerderij is verdwenen, maar in de voorgevel van de huidige kwadraathoeve de Clee zijn drie wapenschilden van de voormalige abdijhoeve ingemetseld.

De oude heerlijkheid Rijkel was enerzijds een allodiaal goed, afhankelijk van het eigenhof van Luik, en anderzijds een leen van het hof van Diepenbeek. De schepenbank volgde het Luikse recht en ging eveneens te hoofde bij de Luikse schepenen. De Heren van Rijkel waren achtereenvolgens afkomstig uit de families: Rijkel, van Hinnisdael, de Tollet, de Sotelet, de Buissaert en de Thiribu. In de 17e eeuw vormde Rijkel samen met Brustem en Voort de baronie Voort. Vanaf de 18e eeuw werd ze graafschap Rijkel genoemd. Het beschermheerschap en het benoemingsrecht van de pastoor berustten bij de plaatselijke heer. De tienden werden verdeeld tussen verschillende abdijen, onder andere Herckenrode, Averbode en Sint-Truiden. Omstreeks 1400 werd in Rijkel theoloog en kartuizer Dionysius van Leeuw († 1472) geboren.

Voort was in de middeleeuwen een Loonse heerlijkheid, waar het Loonse recht toegepast werd. Daarnaast was het de zetel van de baronie Aalst-Sint-Truiden, een deel van Brustem en Rijkel. Sinds de 19e eeuw behoort Voort tot de parochie Hendrieken, die meestal Hendrieken-Voort genoemd wordt.

Het stadhuis van Borgloon is een prachtvoorbeeld van Maaslandse renaissancestijl en dateert uit 1680.

Het stadhuis van Borgloon is een herenhuis met hoektoren, gebouwd in 1680. Het stadhuis vertoont alle elementen van de Maasstijl in Limburg: een bakstenen constructie, kruisvensters, hardstenen speklagen, steigergaten, venster- en deurlijsten in arduin of mergelzandsteen en ontlastingsbogen boven de ramen. Het Maria-beeld, geplaatst in een nis op de hoek van het gebouw, verwijst naar het jaar 1676. De pest veroorzaakte toen de dood van 167 inwoners van Loon. In de 11e eeuw stond hier een gebouw in Rijn-Westfaalse stijl als oudste verblijfplaats van de graven van Loon, vandaar Grevenhuis als alternatieve naam voor het stadhuis. In de Middeleeuwen diende het stadhuis als vergaderplaats van de schepenbank, de gilden en ambachten. Anno 2004 heeft de Toeristische Dienst er onderdak gevonden.

Bezienswaardigheden Bommershoven

Het Lokaal of de Club werd in 1904 gebouwd als boswachterhuis. Het renaissancehuis is bouwvallig en niet toegankelijk.

Het kasteel van Bommershoven is gebouwd in Rococostijl en dateert uit 1750.

Het kasteel van Bommershoven is gebouwd in Rococostijl en dateert uit 1750.

Het kasteel van Bommershoven is evenmin toegankelijk. Het werd gebouwd in 1750 in rococostijl, op de plaats waar de pachthoeve en brouwerij de Gulden Kop stonden.

De Sint-Alfonskerk, een classicistische zaalkerk van baksteen met een rond afgesloten koor, dateert van 1842 en werd gebouwd op de plaats van de Sint-Alfonskapel. De torenspits dateert van 1885. Het hoofdaltaar in Lodewijk XV-stijl komt van de Luikse Sint-Janskerk. Het werd aangekocht door kasteelheer Marcel Magnée. De zijaltaren zijn aan Onze-Lieve-Vrouw en het Heilig Hart toegewijd. Aan het triomfkruis boven de communiebank bevindt zich een gotisch Christusbeeld uit eikenhout. Te oordelen naar de brede lendendoek dateert het uit de 12e eeuw. De orgelkast en de eikenhouten biechtstoel zijn van het midden van de 14e eeuw.

Bezienswaardigheden Borgloon

Het huidige stadhuis 's-Grevenhuis (zie foto boven) staat op de Markt. Zijn muurankers vormen het jaartal 1680. Het is sinds 1935 een beschermd monument. Het gebouw in Maaslandse stijl werd grondig gerestaureerd in 1907-1908. Het heeft het karakter van een ruim herenhuis met een vierkante hoektoren en een zuilengalerij. In een barokke nis op de hoek staat een 17e-eeuws Mariabeeld. In de bovenste vakken van de vensters op de eerste verdieping staan de blazoenen van de tien Loonse steden afgebeeld, samen met die van het Duitse Keizerrijk en het prinsbisdom Luik. Een romaanse koffer dateert uit de 12e-13e eeuw. De 17e-eeuwse pijnbank werd vooral voor heksenprocessen gebruikt. Toerisme Borgloon is in het stadhuis gevestigd.

De Sint-Odulfuskerk op het Speelhof. Op de voorgrond het monument voor de gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog.

De Sint-Odulfuskerk op het Speelhof. Op de voorgrond het monument voor de gesneuvelden tijdens de Eerste Wereldoorlog.

De Sint-Odulfuskerk in het Speelhof werd in de 11e eeuw gebouwd. Ze werd zichtbaar vergroot in 1130, althans volgens een steen met de voorstelling van Christus, Sint-Petrus en Sint-Paulus. De steen is ingemetseld in het kloosterpand. Na de brand van 1180 werd de kerk herbouwd en vergroot tot een driebeukige romaanse kruisbasiliek. De kerk kreeg een dwarsbeuk, een koor en een toren, die in 1406 in gotische stijl verbouwd werd en in 1903-1904 gerestaureerd werd. In het begin van de 20e eeuw werden neoromaanse zijbeuken en een koor aangebouwd. De kerk omvat een deels ingebouwde westertoren, een vierkant hoofdkoor, een vijfbeukig schip met rechthoekige pijlers in de middenbeuk en ronde zuilen tussen de zijbeuken. De transeptarmen zijn niet diep. Ze zijn voorzien van zijkapellen en halfronde overwelfde apsissen. De middenbeuk heeft een vlakke houten zoldering. De zijbeuken zijn met graatgewelven afgedekt. In het midden van de 17e eeuw maakte de Loonse meubelmaker Gijsbrecht Hechtermans het barokke koorgestoelte, en vermoedelijk ook de orgelkast. Twee biechtstoelen zijn laat-18e-eeuwse Luikse rococo. De bank van de kerkmeester van omstreeks 1725 heeft beeldsnijwerk in reliëf, met onder andere een afbeelding van de Bekering van Sint-Hubertus. De twee credenstafels zijn laat-18e-eeuws. In de 20e-eeuwse doopkapel met smeedijzeren hek staat een hardstenen doopvont met een 12e-eeuws romaans voetstuk en een vroeggotische kuip met vier maskers. Het overige meubilair dateert uit de vroege 20e eeuw: een hoofdaltaar van hardsteen, marmer, messing en email. Verder een communiebank van gietwerk, en een preekstoel van marmer en hardsteen met een smeedijzeren leuning. De beelden stammen uit de 13e tot 19e eeuw, onder andere een vroeg-gotisch triomfkruis met 13e-eeuws corpus. In de sacristie staan 18e-eeuwse eiken kasten, onder andere een lage sacristiekast met zes deuren en twaalf laden. In de viering zijn 16e-eeuwse muurschilderingen met Sint-Paulus en Sint-Petrus te zien. Op de koorwand staat een 19e-eeuwse reeks muurschilderingen afgebeeld met taferelen uit het Oude en het Nieuwe Testament. Het zijn allemaal creaties van Godfried Guffens (Hasselt 1823 - Schaarbeek 1901). De talrijke grafstenen en -kruisen dateren uit de 14e-18e eeuw. Van het oorspronkelijke 13e-eeuwse kloosterpand blijft alleen de sterk gerestaureerde oostelijke wandelgang over. De gang ziet uit op een binnenplein en is afgedekt met een open dakstoel en een eiken gebinte.

De dekenij uit het begin van de 19e eeuw, ten zuiden van de kerk, biedt een mooi uitzicht op het Loonse landschap.

Uitzicht over het Haspengouwse landschap van op de Burchtheuvel te Borgloon.

Uitzicht over het Haspengouwse landschap van op de Burchtheuvel te Borgloon.

De Burchtheuvel is een kunstmatige heuvel van 118 m, waarop het slot van de Loonse graven stond. Het is een van de mooiste uitzichten van Haspengouw. Het Kanunnikenhuis in het Speelhof dateert uit de 2e helft van de 18e eeuw. De classicistische woning, door een voorhof gescheiden van het Speelhof, is een ruim herenhuis met een hoektoren. Het huis is sinds 1983 met zijn omgeving beschermd als monument en als dorpsgezicht. Het Brigittijnenklooster op Nieuwland, het voormalige klooster van de brigittijnen, is opgetrokken in regionale barokstijl van 1663. Neogotisch is de kapel van 1880. Sinds 1847 wonen hier de Zusters van Liefde.

Het tracé van de middeleeuwse stadsomwalling, Graaf genoemd, is nog goed herkenbaar. Van de omwalling bleef in het noorden, aan de Wellenstraat, een klein deel bewaard. Ook de burcht zelf en de steile heuvelrand maakten deel uit van de stadsversterking.

De Grote Mot is een versterkt herenhuis in Maaslandse Renaissancestijl dat dateert uit 1661.

De Grote Mot is een versterkt herenhuis in Maaslandse Renaissancestijl dat dateert uit 1661.

In het dal ten zuiden van de Burchtheuvel is de Grote Mot niet toegankelijk. Het is een versterkt herenhuis in Maaslandse renaissance van 1661, verbouwd omstreeks 1780 en vroeger met watergrachten omgeven. Achte de Burchtgracht, op de Oude Berg, staat de kapel Christus op de koude steen.

Borgloon, Graethemkapel. Romaanse kern in silex van rond 1130. Voormalig kerkje van het hospitaal der Johanieters.

Borgloon, Graethemkapel. Romaanse kern in silex van rond 1130. Voormalig kerkje van het hospitaal der Johanieters.

Westelijk, aan de Graethempoort en buiten de stadsversterking, staat de Graethemkapel van de johannieters, die in 1259 overgenomen werd door de begijnen. De kapel, sinds 1936 een beschermd monument, heeft een romaanse kern van het begin van de 12e eeuw en een rechboekig koor. De halfronde apsis werd in 1654 afgebroken. De noordelijke zijbeuk van omstreeks 1200 werd ook in de 17e eeuw gesloopt. Architect G. Daniëls van Maaseik restaureerde de kapel in 1969-1975.

De kapel Schaberg aan de splitsing Gillebroek en Tongerse steenweg is sinds 1980 samen met de omringende loofbomen, een 19e-eeuwse woning en de omgeving beschermd als stadsgezicht. Het Duifhuis is oorspronkelijk een 15e-eeuws renaissancistisch herenhuis met twee bouwlagen. Aanvankelijk verbleven hier de kruisheren. In de volksmond heet het huis ook Dolfhuis. Het is niet toegankelijk. De kleine kapel Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën op de Oude Berg heeft een rechthoekige plattegrond. Het is een recent gecementeerde baksteenbouw met een oudere kern.

Het Loonderhof aan de Tongersesteenweg, een 19e-eeuwse woning in een rustiek kader met een binnenplein en een rustige tuin, biedt logies.

Bezienswaardigheden Broekom

In de landelijke dorpskom van Broekom staat de classicistische Sint-Lambertuskerk van 1784. Het is een eenbeukig bakstenen gebouw met een veelhoekige apsis van 1847, die nu een sacristie is. De kerk heeft ook een transept van 1909, en een westelijke schalietoren. Het interieur is gestoffeerd met een portiekaltaar waarboven het laat-18e-eeuwse schilderij Bewening van Jezus hangt. Verder staat er een vroeg-18e-eeuwse biechtstoel en een 19e-eeuwse communiebank. Op het kerkhof bevinden zich vier grafstenen en zeven grafkruisen uit de 17e eeuw.

Het kasteel van Sassenbroek van de voormalige heerlijkheid is nu een boerderij in een mooie omgeving.

Het Manshovenhof dateert van de late 16e begin 17e eeuw.

Het Manshovenhof dateert van de late 16e begin 17e eeuw.

Het Manshovenhof is een kwadraathoeve met een 16e-eeuwse kern, gelegen aan de rand van het Manshovenbos.

Bezienswaardigheden Gors-Opleeuw

De Sint-Maartenskerk is een kruiskerk met een voorstaande westertoren, een driebeukig schip, twee zijkoren die uitzien op het transept, en een rechthoekig hoogkoor. De kerk kreeg haar huidige vorm in verschillende fases: een gotische, aan de buitenzijde gesloten schanstoren van mergelsteen dateert van het begin van de 15e eeuw; een classicistisch schip dateert van omstreeks 1770; een neo-classicistisch koor met kruisbeeld uit 1906-1907 is een werk van architect M. Christiaens van Tongeren. Op het 18e-eeuwse hoofdaltaar, afkomstig uit de kloosterkerk van Colen Kerniel, hangt Emmaüsgangers van de Luikse schilder M. Aubé (1729-1806). De twee barokke zijaltaren dateren uit de 17e eeuw. De communiebank en de hardstenen doopvont dateren uit de 18e eeuw. De 18e-eeuwse biechtstoelen komen uit de Minderbroederkerk van Tongeren. Het doksaal met balustrade en orgelkast dateert van omstreeks 1800. Het grafmonument in zwart marmer is dat van baron F. de Copis (?-1828). Verschillende grafkruisen op het kerkhof stammen uit de 17e eeuw. Rond de kerk staan lindes, op het pleintje een pomp, en rondom de pastorie ligt een mooie tuin.

Het kasteel van Gors heeft een 17e eeuwse kern.

Het Kasteel van Gors in Gors-Opleeuw (Borgloon) stamt uit de 17de eeuw. Het U-vormige kasteel was aan drie zijden omringd door een gracht. In 1820 kreeg het kasteel zijn huidige uitzicht, na een verbouwing in laat-classicistische Empirestijl. Het ronde baldakijn stamt uit 1923. Het kasteel werd in 1986 beschermd als monument.

Het kasteel van Gors staat te midden van een landschappelijk park. Het heeft een 17e-eeuwse kern en werd omstreeks 1820 volledig herbouwd in strenge empirestijl, met mooi stucwerk. Het kasteel is niet toegankelijk. Links van het kasteel ligt een gesloten hoeve van omstreeks 1820 en aan de andere kant van de straat een rijschool van omstreeks 1820. Tussen de dorpskom en Kerniel is het mooie Haspengouw te zien.

Het kasteel van Opleeuw dateert uit het begin van de 18e eeuw (juiste datum onbekend).

Het Kasteel van Opleeuw staat aan de Mettekovenstraat in Gors-Opleeuw (Borgloon). Het witgeverfde kasteel in baksteen en arduin vormt slechts een derde van het oorspronkelijk U-vormig kasteel. Het werd gebouwd in neo-rococostijl. De datum 1874 verwijst naar een restauratie. De twee parallelle dienstgebouwen, die resten van het oorspronkelijke neerhof, dateren in hun huidig uitzicht tussen ca.1740 en ca.1775. Het kasteel werd in 2004 beschermd als monument. De omgeving van het kasteel en de kasteelhoeve vormt een beschermd dorpsgezicht.

Het witgeverfde kasteel van Opleeuw van baksteen en arduin is maar een derde van het oorspronkelijk U-vormige gebouw in neorococo. Het jaartal 1874 verwijst naar een restauratie. Dit kasteel is niet toegankelijk.

Het kasteel Haagsmeer ligt in een Engels park en is verbonden met kasteelhoeve. In 1950 werd het grondig verbouwd. Het kasteel ligt aan de rand van het Bellevuebos. Het is niet toegankelijk. Het kasteel Bellevue werd oorspronkelijk gebouwd als jachthuis van het kasteel van Opleeuw. Het ligt aan de oostzijde van het Bellevuebos. Het is een witgeschilderd bakstenen gebouw in classicistische stijl. Het is niet toegankelijk.

Bezienswaardigheden Gotem

De Sint-Niklaas en Denijskerk te Gotem (Borgloon) dateert uit de 12e eeuw.

De Sint-Niklaas en Denijskerk te Gotem (Borgloon) dateert uit de 12e eeuw.

De schilderachtige Sint-Niklaas en Denijskerk is een eenbeukig Maaslandsromaans gebouw uit de 12e eeuw. Het is aan de buitenkant verbouwd in de 17e eeuw en uitgerust met stucwerk uit de 18e eeuw. Het meubilair is overwegend 18e-eeuws: een hoogaltaar, een biechtstoel, een kansel en bidbanken. De laatgotische doopvont uit de 17e eeuw behoort tot de vroegere inrichting. In de kerk liggen vroeggotische grafstenen uit de 13e-14e eeuw en staat een grafkruis van het eind van de 17e eeuw. Op de zuidelijke gevel hangt sinds 1889 een zonnewijzer. De kerk is sinds 1949 als monument beschermd. Aan het kerkpleintje staat de moderne kapel Onze-Lieve-Vrouw der Armen. Een kastanjedreef verbindt de dorpskerk met het landelijke Fonteinhof. Het poortgebouw is van 1729. Het complex, met herenhuis en dienstgebouwen rond een binnenplein, is opgetrokken in strenge Maaslandse stijl van het begin de 18e eeuw.

Gotem bezit bezienswaardige boerderijen.

Bezienswaardigheden Groot-Loon

De Sint-Servaaskerk te Groot-Loon heeft nog delen die dateren uit de 12e eeuw.

De Sint-Servaaskerk te Groot-Loon heeft nog delen die dateren uit de 12e eeuw.

De schilderachtige Sint-Servaaskerk gevestigd op een heuvel te midden van enkele hoeves, is sinds 1962 beschermd. De toren met een onderbouw van natuursteen is romaans en 12e-eeuws. Het bovendeel dateert van 1616. De beuk bestaat uit een 12e-eeuwse romaanse onderbouw en 18e-eeuwse bovenmuren. Het 14e-eeuwse koor is gotisch. Op het kerkhof staan twee grafkruisen uit de 17e eeuw. Tegenover de kerk ligt een mooie classicistische vierkantshoeve uit de 18e eeuw met een poortgebouw dat dateert van 1804. Wat verder staat een boerderij uit 1713 met een poortgebouw en een duiventil.

Bezienswaardigheden Hendrieken

De Sint-Lambertuskerk met romaanse bouwresten uit de 12e eeuw dateert overwegend uit de 17e-18e eeuw. Het meubilair, de hoofd- en zijaltaren en de biechtstoel dateren uit de 18e eeuw. Op het kerkhof liggen grafstenen uit de 17e eeuw. Architect A. Nivelle van Hasselt bouwde de moderne Sint-Lambrechtskerk van 1964 met veldbrikken en beton. De driehoekige betonnen toren staat los van de kerk. De kapel Onze-Lieve-Vrouw van Loretto en de kluis op het gehucht Hulsberg dateren van 1882. Een steen met daarop het jaartal 1689 herinnert aan de eerste kapel.

Kasteel Hulsberg - daterend uit 1882 - ligt op een heuvel in een prachtig Haspengouws landschap.

Kasteel Hulsberg - daterend uit 1882 - ligt op een heuvel in een prachtig Haspengouws landschap.

Het kasteel Hulsberg werd in 1882 op een heuvel gebouwd, 108 m boven het zeeniveau. Het is niet toegankelijk.

Bezienswaardigheden Hoepertingen

Het kasteel van Hoepertingen werd reeds vermeld in 1476 en werd volledig herbouwd in 1763 in classicistische stijl.

Het kasteel van Hoepertingen (Borgloon) is een waterkasteel. Het werd reeds vermeld in 1476. In 1620 werd het huidige kasteel gebouwd, maar in 1763 werd het kasteel volledig herbouwd in classicistische stijl. Het versterkte poortgebouw dateert van 1700. Sinds 1929 is het kasteel eigendom van de Zusters Annunciaten van Heverlee die er tot in 1985 een huishoudschool inrichtten. Het poortgebouw wordt gebruikt door de provincie Limburg als toeristisch contactpunt. Het kasteel werd samen met de traphal beschermd als monument in 1963.

Het kasteel van Hoepertingen is sinds 1929 eigendom van de Annunciaten van Heverlee, die hier van 1930 tot 1986 een school hadden. Het kasteel is nu ingericht als een verblijfscentrum. De provincie Limburg bracht in het poortgebouw en in de recente schoolvleugel projecten voor streekverkenning onder. Het kasteel heeft veel van zijn oorspronkelijkheid verloren. Volgens een ets van Remacle Leloup van 1744 werd het waterkasteel met voorburcht omstreeks 1620 door Jean Willem van Scharenberg herbouwd. Resten van deze bouwfase in Maaslandse renaissance zijn zichtbaar in de twee trapgevels van de hoofdvleugel, de noordelijke hoektoren en de zijvleugel. De gevels zijn nog voorzien van hoekkettingen van mergel en kloostervensters met omlijstingen van hardsteen. Het poortgebouw van omstreeks 1700, met wapenschilden van diverse eigenaars, gaf toegang tot de 'omgrachte' voorburcht. De dienstgebouwen van de voorburcht werden gesloopt, alleen de ronde toren bleef behouden. Jean Ferdinand de Sluse verbouwde het waterkasteel in 1763 ingrijpend tot een residentie met classicistische inslag. Hij liet de barokke spitsen op de torens van de toegangspoort plaatsen. Hij paste de Lodewijk XV- en Lodewijk XVI-stijlen toe in de trapelementen, de deurprofielen, het stucwerk, de smeedijzeren balustrades, en in het mergelstenen fronton met gepolychromeerd alliantiewapen. Het rococostucwerk in de hal beeldt de vier jaargetijden uit. In de kardinaalszaal prijkt het wapenschild van kardinaal Jean Walthère de Sluse, broer van Pierre de Sluse. Onder het wapenschild staat in het stucwerk een schilderij afgebeeld van een stenen bloemenvaas op een sokkel, gesigneerd 'be pinxit 1763'. Het schouwpenant wordt toegeschreven aan de Luikse kunstenaar Cockler. De deuren zijn van Hongaarse eik.

De Sint-Vedastuskerk met 1e-12e -eeuwse westertoren en pastorie gebouwd door de abdij van Herckenrode in 1790, te Hoepertingen.

De Sint-Vedastuskerk met 11e-12e-eeuwse westertoren en pastorie gebouwd door de abdij van Herckenrode in 1790, te Hoepertingen.

De 11e-12e-eeuwse romaanse westertoren van de Sint-Vedastuskerk is gemaakt uit silex met uitspringende kraagstukken. De toren heeft wellicht gediend voor drie kerken. De eerste kerk was een zaalkerk. Van de tweede kerk, die dateert uit de 17e eeuw, is alleen het huidig koor met gotische kerkramen overgebleven. De derde kerk is de huidige driebeukige basilica met zadeldak, die in 1788 verbreed is. Boven de zuidelijke ingang hangt het wapenschild van Augustine de Hamme, de abdis van Herckenrode, op wier kosten de kerk verbreed werd. Bij de noordelijke ingang is een geodetisch punt op 54 m boven de zeespiegel. Het houten hoofdaltaar in het portiek werd in 1821 heropgericht met het schilderij Tobias' Blijde Inkomst in Nineve, van de 17e-eeuwse Antwerpse school. Het tabernakel dateert van 1857. Het houten portiekaltaar in de zuidelijke beuk is toegewijd aan Sint-Blasius, een beneficium dat gesticht werd in 1441. Het werd in 1855 gerestaureerd. Het schilderij Sint-Blasius is gesigneerd met de tekst 'M. Strauuen, inventor et pincit 1665'. In de noordelijke beuk staat een altaar met een geklede Onze-Lieve-Vrouw, van 1756. De twee brandglasramen in het hoogkoor zijn een gift van de families de Stenbier de Wideux en de Brigode-Kemlandt. Ze bewoonden het kasteel in de 19e eeuw. De kuip van de vroegere preekstoel met een voorstelling van de vier evangelisten dient nu als ambo. Deze houten preekstoel uit de 17e eeuw komt uit de kerk van Borgloon en werd in 1919 aangekocht. De ene eiken biechtstoel dateert uit de 17e eeuw, de andere, van gesculpteerd eik, uit 1777. Het Clerinxorgel is van 1851. De 16e-eeuwse gotische doopvont van hardsteen draagt maskers op de voet en heeft een deksel van messing. In de zuidelijke ingang hangt een kruisbeeld met de symbolen van de evangelisten, in de noordelijke ingang een missiekruis van de Duitser Von Beek uit 1835. De kruisweg is van 1837. Waardevolle beelden in de Vedastuskerk zijn: het houten beeld Sint-Anna te drieën, van omstreeks 1515; het houten beeld Engelbewaarder, van 1744; de gepolychromeerde houten beelden Sint-Vedastus en Sint-Blasius, uit de 19e eeuw; en de relikwiehouder van Sint-Blasius uit de 17e eeuw. Drie vlaggen behoorden aan 19e-eeuwse genootschappen toe. Tegen de oude kerkhofmuur bevinden zich zes 17e-eeuwse hardstenen grafkruisen. Het ingemetselde herdenkingskruis Renaers is van 1566. Tegen de noordkant van de buitenmuur van het koor staat de grafsteen van barones de Stenbier. De steen dateert van 1835, heeft een dubbel blazoen, en is gemaakt uit hardsteen en marmer.

De abdij van Herckenrode bouwde de classicistische pastorie van 1790. Hier hangt het schilderij Keizerspenning, uit de 18e eeuw. Het kasteel met traphal en poortgebouw is een beschermd monument sinds 1963. De kerk en de pastorie zijn sinds 1981 beschermd.

Het Paanhuis was de banbrouwerij van de 17e-eeuwse heerlijkheid Hoepertingen.

Het Paanhuis was de banbrouwerij van de 17e-eeuwse heerlijkheid Hoepertingen.

Het Paanhuis op de hoek van de Langegracht en de Hoepertingenstraat was de banbrouwerij van de 17e-eeuwse heerlijkheid. Boven de deur hangt het wapenschild van Willem van Scharenberg. Het huis had vanaf de 17e eeuw verschillende functies: bierbrouwerij, plaatselijk gerechtshof, gevangenis en lokaal van de schuttersgilde Sint-Sebastiaan, gesticht in 1571.

Nog in de Langegrachtstraat staat de d'Awanswinning van 1799, een Haspengouwse vierkantshoeve, die sinds 1886 eigendom is van de familie Vanormelingen. Op de hoek van de Hoepertingenstraat en de Bartholeynsstraat staat de Bartholeynshoeve van 1700. In de Daelhofstraat staat het in 1994 mooi gerestaureerde 17e-eeuwse Renaissancehuis. Op de hoek van de Bergstraat en de Oude Truierweg staat de 18e-eeuwse Bilterhoeve, het tweede paanhuis van de heerlijkheid, en tevens een buitenherberg. De Sint-Jobskapel is een kapel in Maaslandse renaissance met een altaar in dezelfde stijl. Volgens een steen in de kapel dateert ze van 1113. Anna van Lynden liet de kapel in 1632 oprichten ter nagedachtenis van haar man Willem van Scharenberg. Acht wapenschilden van de familie van Scharenberg-van Lynden sieren de kapel. Vermeldenswaard zijn de drie watermolens: de Hammolen, een banmolen van de heerlijkheid aan de Hamstraat, de Hoenshovenmolen van 1754 aan de weg naar Gutshoven, en de Engelingenmolen aan de zijweg van de Helshovenstraat naar Groot-Gelmen. Hoepertingen telt twee gehuchten: Tereycken in het noorden en Helshoven in het zuiden. In Tereycken bevindt zich de 18e-eeuwse vierkantshoeve het Steenken, vroeger ook een buitenherberg.

Zicht op de kapel van Helshoven vanop de Romeinse Weg Tienen - Maastricht.

Zicht op de kapel van Helshoven vanop de Romeinse Weg Tienen-Maastricht.

In Helshoven staat een kapel die in 1994 grondig gerestaureerd werd. In de 13e eeuw richtten de johannieters aan de Romeinse straatweg Tienen-Maastricht een gasthuis op. In 1254 bouwden ze een bidkapel, toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Wegens schulden van de orde werd de kapel met bezittingen in 1317 verkocht aan de Teutoonse orde. Een brand vernielde de kapel omstreeks 1574. Edmond, groot-commandeur van Oude Biezen van de Teutoonse orde, wiens wapenschild met gedenkplaat boven de toegangsdeur van de kapel prijkt, herbouwde het bedehuis omstreeks 1660. Van 1660 tot 1908 vestigden kluizenaars zich hier. De kapel ligt op het grondgebied van Hoepertingen, maar behoort tot de parochie Groot-Gelmen. Ze is als monument beschermd sinds 1974. Op een grote zwaar beschadigde grafsteen van de eerste schenkers staat de tekst van de stichting in 1254. Het eiken beeld Onze-Lieve-Vrouw van de Blijde Vrede met troon en wapenschilden van de Teutoonse orde dateert uit de 17e eeuw. De preekstoel in gotische stijl is van omstreeks 1550, de biechtstoel van 1570. Het stenen sacrarium of 'gewijd zinkputje' in een koornis is wellicht 13e-eeuws. Het beeld Moeder van Zeven Smarten is 17e-eeuws. De communiebank van voor 1800 dient sinds 1966 als balustrade van het doksaal. Het schilderij Laatste Avondmaal is van de 16e eeuw. Opwekking van het dode kind is van 1750. Bij de kapel staat de Laatste Kluizenaar, een standbeeld uit kunststof van Andreas Gielen.

Bezienswaardigheden Jesseren

Kerk van de Heilige Kruisverheffing, Jesseren

De kerk van de Heilige Kruisverheffing, Jesseren (Borgloon) dateert van omstreeks 1720.

Westertoren, middenbeuk en koor van de kerk Heilige Kruisverheffing zijn vroegclassicistisch, van omstreeks 1720. De zijbeuken zijn van het begin van de 20e eeuw. Het portiekaltaar dateert van 1723 en draagt het wapen van Catharina de Mombeeck († 1725), abdis van Herckenrode. Haar blazoen staat afgebeeld op een gepolychromeerde steen van 1720 in de kerk. De communiebank, de balustrade van het doksaal en de doopvont zijn 18e-eeuws. De twee neoclassicistische biechtstoelen dateren uit de eerste helft van de 19e eeuw. Op het kerkhof staan grafkruisen uit de 17e-18e eeuw. De pastorie dateert van 1766.

Bezienswaardigheden Kerniel

In het dorpscentrum staat de eenbeukige classicistische Sint-Pantaleonkerk van 1831, met een ingebouwde westertoren en een halfrond afgesloten koor. Het hoofdaltaar in het portiek is van omstreeks 1700, het zijaltaar van het begin van de 18e eeuw. Twee biechtstoelen, een portaal met balustrade, en een preekstoel, hergebruikt als diensaltaar, dateren uit de 18e eeuw. Het hardstenen wijwatervat is 16e-eeuws.

De Abdij van Colen of Mariënlof te Kerniel is beschermd sinds 1947.

De Abdij van Colen of Mariënlof te Kerniel is beschermd sinds 1947.

De schilderachtig gelegen abdij van Colen of Mariënlof is sinds 1947 beschermd. Van 1438 tot 1796 behoorde ze aan de kruisheren toe. In 1822 werd hier een klooster van cisterciënzerinnen gevestigd. De noordelijke vleugel, die dateert van 1516-1520, werd in 1560 verbonden met het kerkkoor. De westelijke vleugel, van 1721, werd in de 19e eeuw verlengd tot aan de kerkgevel.

Na een brand werd de kloosterkerk Onze-Lieve-Vrouw Tenhemelopneming van 1505-1511 in 1750 herbouwd en ingericht met rococomeubilair: altaren, een koorgestoelte, een houten lambrisering en een koorlezenaar. De schilderijen van de Luikenaar Martin Aubé (1729-1805) beelden in zestien taferelen de Odilialegende uit. In 1944 werd de kerk zwaar beschadigd door een V-bom, maar nadien deskundig hersteld. In de sacristie, met 18e-eeuws Italiaans rococostucwerk en rococokasten, zijn taferelen uit het Nieuwe Testament te zien, die ook van de hand van Aubé zijn. Het reliekschrijn van Sint-Odilia van 1292 bestaat uit beschilderde eiken planken, die in de 19e eeuw deels vernield zijn door verwaarlozing. De voorstellingen op de planken zijn ontleend aan de legende van Sint-Odilia, die door de kruisheren bijzonder vereerd wordt. Het schrijn is een van de vroegste voorbeelden van beschilderd hout in België. Het werd vermoedelijk uitgevoerd door een Maaslandse kunstenaar in het kruisherenklooster van Hoei, waar het tot 1797 bewaard werd. Het Sint-Christoffelbeeld van omstreeks 1600 is een werk van Thomas Hazaert van Mechelen. Het schilderij Kruisomhelzing van Sint-Lutgart is van Abraham van Diepenbeek (1596-1795). Hier staat beeldhouwwerk van de Luikenaar Jean Delcour, uit de 17e-eeuwse school, onder andere een Onze-Lieve-Vrouwebeeld. In het klooster wordt de legendarische 13e-eeuwse abdisstoel van Sint-Lutgart bewaard, afkomstig van het benedictinessenklooster Nonnemielen bij Sint-Truiden. In 1963 begon Kerniel opnieuw met wijnbouw.

Bezienswaardigheden Kuttekoven

De neoclassicistische Sint-Jan de Doperkerk van 1840 heeft een vroeggotische westertoren, die sinds 1935 beschermd is. Het meubilair is 19e-eeuws. Op het kerkhof staan enkele grafkruisen uit de 17e-18e eeuw.

Het prachtige kasteel van Rullingen te Kuttekoven (Borgloon).

Het prachtige kasteel van Rullingen te Kuttekoven (Borgloon) dateert uit 1640.

Het kasteel van Rullingen in Maaslandse renaissance, van 1640, werd in 1924 ingrijpend gerestaureerd. Het is provinciaal bezit sinds 1978 en wordt nu als hotel-restaurant uitgebaat. Het typische kasteelpark van 12 ha heeft veel essen, eiken en beuken. Het biedt passieve recreatie. In de voorgevel van de 19e-eeuwse vierkantshoeve zijn wapenschilden van 1682 en 1734 aangebracht. Het kasteel, sinds 1978 een beschermd monument, is met zin omgeving ook als dorpsgezicht beschermd sinds 1980. Overnachting in het kasteel is mogelijk.

Bezienswaardigheden Rijkel

In de dorpskom staat de eenbeukige neogotische Sint-Jozefkerk van 1912, met een veelhoekig afgesloten koor en een klokkentoren tussen het koor en het noordelijke transept. De kerk werd vergroot in 1923. Het 18e-eeuwse marmeren zijaltaar aan de noordkant is afkomstig van de abdij van Andenne. Het marmeren hoofdaltaar uit het Luikse atelier Goffart, de communiebank uit het atelier van Stas in Sint-Truiden, de neoromaanse doopvont, de preekstoel met het reliëf Christus Leraar en evangelisten: het dateert allemaal van omstreeks 1925. In 1954 plaatste de Truienaar Roger Daniëls drie glasramen in het koor.

In Rijkel wordt Sint-Eutropia vereerd, een der Drie Gezusters, waarbij ook Brustem en Zepperen betrokken zijn. Het ostensorium van de Drie Gezusters, een reliekhouder in de vorm van een monstrans, en een Sint-Eutropiabeeld dateren uit het midden van de 19e eeuw. Een muurschildering illustreert de Marteldood van Eutropia. Op het kerkhof staat een hardstenen grafkruis van 1665.

Het kasteel van Rijkel (Borgloon) dateert uit de 16e eeuw.

Het renaissance-kasteel van Rijkel dateert uit de 17de eeuw en is een voorbeeld van hoe een 16de-eeuwse omgrachte herenwoning uitgroeide tot een 17de-eeuws U-vormig waterkasteel met drie hoektorens opgetrokken in Maaslandse stijl. Het kasteel werd grondig omgebouwd in de 18de eeuw volgens de toen nieuwe woon- en stijlopvattingen. Zo krijgt het interieur een klassiek statiekarakter. Het kasteel behoorde aan de Graven van Rijkel toe. Opmerkelijk is ook de museumboomgaard van het kasteel met allerlei oude fruitsoorten. Van 1965 tot 2003 was het kasteel in handen van de provincie Limburg, die er een aantal diensten onderbracht. In 2003 werd het kasteel verkocht aan een particulier.

Tegenover de kerk staat het 16e-eeuwse U-vormige, deels omwalde renaissancekasteel in Maaslandse zand- en baksteenarchitectuur. Het werd gewijzigd in de 17e en 18e eeuw en gerstaureerd in 1939.

In Rijkel liggen mooie boerderijen, onder andere een neoclassicistische hoeve van 1882 aan de Sint-Truidersteenweg, en boomgaarden.

Bezienswaardigheden Voort

Kasteel de Tornaco te Voort (Borgloon) dateert uit de 19e eeuw, het poortgebouw uit 1590.

Kasteel de Tornaco te Voort (Borgloon) dateert uit de 19e eeuw, het poortgebouw uit 1590.

Het kasteel de Tornaco heeft een fraaie tuin naar Franse aanleg. Het poortgebouw met een toren in Maaslandse stijl dateert van 1590. Het herenhuis is van de 19e eeuw, de kasteelhoeve van de 17e-18e eeuw. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd het kasteel grotendeels vernield door een neerstortend Brits militair vliegtuig. Het kasteel is niet toegankelijk.

Dit moet je gezien hebben