De gemeente Heusden-Zolder
Welkom in Limburg!
Algemene omschrijving
Heusden-Zolder is een gemeente in de provincie Limburg in België en is op 1 januari 1977 ontstaan uit de fusie van de zelfstandige gemeenten Heusden en Zolder. De gemeente behoort tot het kieskanton Beringen en het gerechtelijk kanton Houthalen-Helchteren. Met iets meer dan 30 000 inwoners en een oppervlakte van 5.323 ha profileert Heusden-Zolder zich als middelgrote gemeente in West-Limburg. Grenzend aan het Albertkanaal en voorzien van twee op- en afritten langs de E314 vormen de uiterst makkelijke bereikbaarheid en de gunstige ligging belangrijke kenmerken van Heusden-Zolder. Van 1923 tot 1992 ontgon men in de mijn van Zolder steenkool. Het was hier dat op 30 september 1992 de laatste steenkoolmijn van de Benelux definitief de deuren sloot. De komst van vele buitenlandse werkkrachten (Spanjaarden, Italianen en Turken) in de mijn gaf de gemeente op korte tijd een multiculturele bevolking.
Het kasteel Vogelsanck is gebouwd op de restanten van een vroegmiddeleeuwse donjon. Het is een van meest bezienswaardige kastelen van ons land.
Geschiedenis
Heusden, parochie en gemeente, is ontstaan door samenvoeging van de gehuchten Schoot, Ubbersel, Eversel, Geenrijt, Exel en Hal met Heusden als kern. Heusden en Beringen vormden samen met Paal-Buiting de allodiale heerlijkheid Beringen, eigendom van de abdij van Corbie. Oude geschriften spreken over het "patrimonium beati Adelardi". Sint-Adelard (753-827), een neef van Karel de Grote, was abt van de abdij van Corbie. In de 13e eeuw behoorde het zuidelijke Houeijken - in 1280 Houteike - tot het domein van de graaf van Loon en nadien tot de heerlijkheid Vogelsanck. Zo werd Heusden een tweeheerlijkheid, maar bleef het één parochie. De grens tussen noordelijk Heusden en Houeijken was de Heijrbaene of Heerstraete, afbuigend naar de Galgenberg, de huidige wegen Champert, Sint-Jansstraat, Guido Gezellelaan, Brugstraat en de Koolmijnlaan. In 1559 verkocht abt Charles de Bourbon van Corbie het abdijgoed in Beringen, Heusden en andere bezittingen aan Godfried van Bocholt, Heer van Grevenbroeck. Door het huwelijk van zijn dochter kwamen noordelijk Heusden en Beringen samen met Buiting onder de Heren van Ham.
Voor 1400 vormde Heusden een eigen parochie. De pastoor van de Beringse moederkerk had evenwel het recht om een kandidaat voor het ambt van pastoor van Heusden voor te dragen aan de bisschop. De eerste bekende pastoor heette Joannes de Bonem. Hij werd in 1400 tot landsdeken van Beringen gekopzen, maar bleef pastoor van Heusden. Wanneer de gotische kerk, die tot 1874 in Heusden stond, gebouwd werd, is onbekend. De Sint-Jacobsparochie in Eversel werd in 1839 opgericht en het Sint-Valentijns Berkenbos in 1936. Door de ontginning van de steenkolen in het begin van de 20e eeuw veranderde het landelijke Heusden in een typische mijngemeente met woonwijken en een bloeiende handel. In 1977 fuseerden Heusden en Zolder.
Zolder was oorspronkelijk een kerndorp rond een driehoekig dorpsplein of biest. Nu lijkt het een straatdorp. De steenkolenmijn van de wijk Voort in Helzold (samentrekking van Helchteren en Zolder waar de wijk Voort tussen ligt), het Albertkanaal en de E313 en E314 hebben het aanzicht van het dorp veranderd. De bevolkingsaangroei die hiermee gepaard ging, had een kerkelijke herverdeling tot gevolg. Naast de Vincentiusparochie en de parochie Viversel van 1637 en Bolderwijk van 1840 ontstonden parochies in Boekt en Lindeman.
Het Kasteel van Meylandt te Heusden, heeft wortels in de 14e eeuw.
Bezienswaardigheden
Heusden:
Het verhaal van de Sint-Willibrorduskerk met haar opvallende structuur begint in 1874. Toen startte pastoor Moors met de bouw van een neoromaanse kerk met een oostelijk koor en een westelijke toren, die ingewijd werd in 1877. In 1953-1955 werd de kerk vergroot in modern-romaanse stijl. De eerste kerk werd het koor van de nieuwe kerk, die in 1955 in gebruik genomen werd. Liturgische vernieuwing, behoefte aan een weekkapel en aan ruimte voor andere activiteiten leidden eind jaren zestig tot een nieuwe ingreep. Rik Verhelst maakte de grootse muurschildering Laatste Avondmaal in 1975. Verspreid staan heiligenbeelden van Gertrudis van Nijvel, Antonius van Padua, Hyacinthus, Rosa van Lima, Dominicus, Catharina van Siëna en Martinus van Porres. Tegen de oostelijke wand staan de heiligenbeelden Johannes Berchmans, Johannes de Doper, Willibrordus, Gerardus van Majella, Stanislas Koska en Bernardus. De doopkapel bezit een 19e-eeuwse marmeren doopvont. In een 17e-eeuwse nis met portiekomlijsting staat een beeld van Sint-Jan de Doper, de tweede patroon van de parochie. De kerk bezit een prachtige laatgotische Onze-Lieve-Vrouw, en ook 19e-eeuwse processievaandels, waarvan er één Willibrord afbeeldt. In het voormalige hoofdaltaar is een prachtig gesneden 19e-eeuwse Graflegging van Jezus te zien. Het huidige altaar met lezenaar is gemaakt van een preekstoel in 1885, vervaardigd door Antwerpenaar M. Kockerols. Op de panelen van het altaar en de lezenaar staan beelden uit het Nieuwe Testament. Van de voet van de preekstoel werd in 1994 een verplaatsbare doopvont gemaakt. In de weekkapel bevinden zich een Sint-Anna-ten-Drieën van de 15e-eeuwse Mechelse school, en een buste van Onze-Lieve-Vrouw. De 19e-eeuwse glasramen van de Brugse glazenier Dobbelaere stellen het Heilig Hart van Jezus en twee Engelen voor. Verder beelden ze Bartholomeus en Alena af, de patroonheiligen van graaf Barthélemy de Theux, de eerste premier van België, en zijn vrouw Aline du Parc.
Aan het verfraaide Sint-Willibrordusplein staat het in 1991 door architect J. Maris succesrijk gerestaureerde oud gemeentehuis van 1904. Hier is nu het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn gehuisvest. De architecten J. Maris en Alain Driesen ontwierpen de aangrenzende nieuwe bibliotheek, die gebouwd werd in 1990-1992. De bronzen Verteller in de hal van de bibliotheek is een creatie van Marcella Kerkhofs van Zolder. Tussen de beide gebouwen pronkt het standbeeld van graaf Barthélemy de Theux (1794-1874), minister van staat. Ook dit beeld is het werk van Marcella Kerkhofs.
Op het dorpsplein spuit een fontein van 1993, waarin de zinnebeelden van Heusden en Zolder en hun zes kerkdorpen staan. Naast het voormalige gemeentehuis herinnert een prachtig bronzen standbeeld aan "de drie generaties mijnwerkers", een creatie van nogmaals Marcella Kerkhofs. Beeldhouwer W. De Backer van Korbeek-Lo vernieuwde in 1964 het monument van de gesneuvelden voor de nieuwe dekenij.
Aan de andere kant van de kerk bevindt zich de grafkelder van de familie de Theux, van 1839. Het kerkhof zelf werd in 1923 verwijderd. Het Heilig-Hartbeeld kreeg in 1939 zijn plaats bij de kerk. Aan de kruising van de Kapelstraat en de Sint-Jansstraat prijkt op een beboste heuvel de Sint-Janskapel van 1845. In de kapel staan beelden van Sint-Jan-de-Doper, Aloysius van Gonzaga, en van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes. Aan de Schootstraat staan de Sint-Jozefkapel van omstreeks 1855, en de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand van 1844.
Het kasteel van Obbeek te Ubbersel werd gebouwd in 1750 door de ouders van burgemeester de Horion (mede-leider in de boerenkrijg).
Het Kasteel Obbeek en het Kasteel van Meylandt (foto boven) ontvangen geen bezoekers. Het Kasteel Obbeek is een Belgisch herenhuis, gelegen aan de Mangelbeek in de omgeving van het gehucht Ubbersel, deel van de gemeente Heusden-Zolder. Het "kasteel" is genoemd naar de nabijheid van de beek, en werd gebouwd omstreeks 1750 in classicistische stijl.
In tegenstelling tot de naamgeving is het geen kasteel, maar in vergelijking met de lemen huizen van de arme Kempense boeren was het contrast zo groot dat men het de naam kasteel gaf.
Het herenhuis is gebouwd rond 1750 door Charles-Antoine de Horion. Zijn zoon, Mathijs-Jacques de Horion, leidde samen met de eigenaar van het kasteel Vogelsanck het plaatselijke verzet tegen het Franse bewind, ook wel de Boerenkrijg genoemd. Na de Franse overheersing werd hij burgemeester van Heusden ten tijde van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 2004 werd kasteel Obbeek beschermd als monument. De onmiddellijke omgeving is sindsdien een beschermd dorpsgezicht.
Het park van Meylandt met zijn mooie vijvers is vrij toegankelijk. Het is beschermd als natuur- en vogelreservaat door de stichting De Wielewaal. In het park staat ook een standbeeld van Barthélemy, graaf de Theux de Meylandt, een creatie van 1994 van de hand van Fr. Joré. In het clubhuis van de vissers is het fijn toeven. Het kasteel Meylandt huisvest sinds 1972 de gemeentelijke academie voor beeldende kunsten.
De Meylandtmolen dateert uit de 18e eeuw.
De molen van Meylandt werd als monument erkend in een ministerieel besluit van 18 september 1996. Deze watermolen op de Mangelbeek wordt vermeld in een akte van 1420. Het gebouw uit donkerbruine ijzerzandsteen zou uit de 18e eeuw dateren (volgens het jaartal in het dak van het gebouw zou dat 1742 moeten zijn). De molenactiviteiten werden tijdens de Tweede Wereldoorlog stilgelegd, de maalinstallatie werd afgebroken en het gebouw werd tot een woonhuis omgebouwd.
In 1511 schonken bewoners van Eversel aan meester Willibrord Matheï een perceel grond. Matheï liet hierop een Sint-Christoffelkapel bouwen. De augustijnen van Hasselt bedienden de kapel. Na 1839 hind de kapel niet langer van Heusden af en werd de bouw van de huidige kerk gestart. Architect L. Jaminé tekende voor de neo-classicistische, eenbeukige Sint-Jacobskerk. In de kerk staan gedrukte kruisribgewelven met gewelfsleutels op versierde kraagstenen. Het altaar is van zwart marmer. Het tabernakel is bekroond met een calvarie. Op de deur van het tabernakel is de maaltijd van de Emmaüsgangers afgebeeld. Het meubilair dateert uit de 19e eeuw, behalve het orgel met eiken kast, dat omstreeks 1770 gebouwd werd. Op het fronton van een biechtstoel staat en Sint-Pieter. De kerk bezit heiligenbeelden: een 19e-eeuwse houten Jacobus, een houten Bavo van omstreeks 1700, en een houten 17e-eeuwse Berthilia. Franciscus en Barbara zijn 19e-eeuwse gipsen beelden. De restauratie van 1991 maakte van de kerk een parel van kerkelijke bouwkunst.
De Sint-Valentijnskerk van Berkenbos van 1924 is een Minderbroederkerk in zaalvorm, met dakruiter. Het natuurstenen altaar dateert van 1949, het orgel van 1960. Kerk, koor en weekkapel werden in 1963 heringericht.
Zolder:
In het centrum, een hoogplateau, staat de Sint-Hubertus- en Vincentiuskerk met drie beuken, een voorstaande westertoren en een veelhoekig afgesloten koor en twee nevenkoren.
De Sint-Hubertus- en Vincentiuskerk van Zolder. De onderbouw van de toren stamt uit de 14e eeuw.
De kerk kwam in fases tot stand: in de 14e eeuw de ijzerzandstenen toren, in de 16e eeuw de mergelstenen laatgotische bovenverdieping van de toren, omstreeks 1450-1500 de mergelstenen middenbeuk en dito koor en in 1890-1892 de neogotische zijbeuken. De kerk is een hallenkerk: de zijbeuken zijn even hoog en breed als de middenbeuk. Het ontwerp was van architect Joris Helleputte. De zuilen zonder kapiteel zijn karakteristiek voor de Demergotiek en wijzen op Brabantse invloed. De abdij van Averbode had hier sinds 1304 het patronaatsrecht. De barokke preekstoel van 1691 komt uit het voormalige augustijnenklooster van Hasselt. De bank van de kerkmeester dateert van 1750-1800. Twee credenstafels in rococo zijn van omstreeks 1750. De communiebank in rococo is van 1750-1775 en twee biechstoelen zijn van het einde van de 18e eeuw. De laatgotische hardstenen doopvont van omstreeks 1550 is van oorsprong een wijwatervat. Hij is getooid met vier maskers en het blazoen van G. van der Stappen, abt van de Luikse Sint-Laurensabdij. Het neogotische hoofdaltaar en het eiken retabel dateren van omstreeks 1900. Ene Verschueren van Tongeren bouwde in 1959 het orgel. De gepolychromeerde notenhouten sedes sapientiae is van omstreeks 1300, de laatgotische Filomena is 17e-eeuws. Hubertus dateert van 1700-1750, ook Vincentius en Cornelius zijn 18e-eeuws. Onder de 17e-18e-eeuwse schilderijen is een laat-17e-eeuws paneel Jezus aan het Kruis, dat aan de omgeving van Antoon van Dijck toegeschreven wordt. In de sacristie staan vroeg-18e-eeuwse eiken kasten en een laat-18e-eeuws messingen fonteintje. Tegen de koormuren liggen 18e-eeuwse grafstenen in zwart en wit marmer: die van Lod. I.J. de Libert de Flémalle (?-1757) met blazoen en acht kwartieren en die van J.I. de Villenfagne
(?-1789) en zijn vrouw M.I. de Libert de Flémalle (?-1793) met alliantiewapen en zestien kwartieren. In de buitenmuur zit een gotische grafsteen van omstreeks 1542 met calvarie. Wegens instortingsgevaar door de steenkoolontginning werd de Sint-Hubertus- en Vincentiuskerk in 1981 voor kerkdiensten gesloten. Ze is sinds 1994 in haar geheel beschermd. In 2004 ging ze weer open. De restauratie is een uniek verhaal van optische compensaties om de zichtbare sporen van de verzakkingen te integreren.
Het Woutershof werd in 1742 en de twee bijhorende tiendenschuren in 1744 in opdracht van de Norbertijnenabdij van Averbode opgetrokken als pastorie voor de parochie van Zolder.
Buiten het centrum, aan de Dekenstraat, ligt de voormalige Witherenpastorie of het Woutershof met een traditioneel gevelschema: grauwe baksteen en witte zandsteen voor de deur- en vensteromlijsting. De omwalde pastorie is nu het Heemkundig museum. Het omvat elf zalen met voorwerpen uit de streek, afdelingen geologie, fauna, archeologie en geschiedenis van de lokale steenkoolontginning. Een lokaal is ingericht als een schoolklasje anno 1930. Het is toegankelijk via een korte dreef en een voortuin, met een rondbogige poort, tuinmuren, een koetshuis en een dienstvleugel. Anno 2002 werd de buitenkant van het gebouw gerestaureerd. In de buurt, aan de overzijde van de Dekenstraat, bouwde kanunnik A.I. de Villenfagne van het Luikse kapittel omstreeks 1795 het Domherenhuis. Het is een U-vormig complex, met een oorspronkelijk middengebouw, een oostelijke vleugel van 1938 en een westelijke vleugel van 1964. Het huis werd gekocht door de vzw Limburgs Landschap, die hier haar thuishaven maakte. Het staat in een park van 25 ha met zeer oude bomen. Het publiek heeft toegang tot het park dat een parcours met hindernissen voor conditietrainig heeft.
Het landelijke gehucht Viversel, met enkele langgestrekte vakwerkhoeves van het Kempische type, wordt meer en meer een villawijk. Aan de Kerkstraat staat de Sint-Quirinuskerk, een laat-classicistische bakstenen zaalkerk van 1838, met een ingebouwde westertoren en een halfronde afgesloten koorapsis. De kerk werd in 1839 vergroot. De drie portiekaltaren dateren van omstreeks 1750. De communiebank van 1750-1755 wordt niet meer gebruikt. Het orgel en de marmeren doopvont met messingen deksel dateren van omstreeks 1840, de lambrisering van het koor is tien jaar jonger. De kerk bezit 15e-19e-eeuwse heiligenbeelden, onder meer een 16e-eeuwse Barbara, en een Onze-Lieve-Vrouw met Kind, van 1600-1650. Anna leert Maria lezen, Lucia, en Jozef met Jezuskind zijn vroeg 18e-eeuwse beelden. Quirinus dateert van 1772. De kerkschat omvat 17e-18e-eeuws zilverwerk, waaronder een Luikse kelk van 1650-1675, een ciborie van 1767, een kelk van omstreeks 1750 en een kelk van omstreeks 1775. Verder nog acht 17e-eeuwse messingen altaarkandelaars en zes andere uit 1700-1725. De glasramen dateren van 1935. Het zijn creaties van Truienaar Claes.
De Bolderberg, die 63 m hoog is, is een langwerpige getuigenberg, die zich ongeveer 20 m boven het landschap verheft. Hij bevat een harde laag ijzerzandsteen. Hij biedt een panorama van de Limburgse Zuiderkempen: in het noorden de mooie vijvers van Terlaemen en op de achtergrond de witte muren van het classicistische kasteel van Terlaemen van 1750. Van noord naar oost zijn de steenbergen en de schachttorens van de kolenmijnen van Beringen, Zolder, Houthalen en Genk te zien. In het zuiden zijn de torens van Hasselt zichtbaar.
De kluis van Bolderberg met kapel O.L.V. van Loreto, dateert van 1673 en is sinds 1995 beschermd.
Op de top staat de sinds 1995 beschermde kluis van Bolderberg met de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Loreto, van 1673. De kapel heeft het grondplan van de Santa Casa van Loreto in Italië, dat volgens de 15e-eeuwse overlevering het heilige huis van Nazareth is. De kapel en de kluis werden tijdens de Franse bezetting geplunderd. Vanaf 1801 tot na de Tweede Wereldoorlog was de kluis bewoond. Het complex omvat vijf delen: een bakstenen kapel van 1673, een 19e-eeuws woonhuis, een kleine toren en een 19e-eeuwse stal. De kluis werd na jaren van verval in 2006 gerestaureerd en is weer bewoond door een kluizenaar.
Het domein Terlaemen, 200 ha groot, is sinds 1959 een privénatuurreservaat dat beheerd wordt door de Wielewaal. Het ligt aan de voet van de getuigenberg Bolderberg. 82 ha wordt ingenomen door vijvers, gevoed door de Laambeek en Echelbeek, met rietkragen en zeggenpollen en moerassen met wilg en els. De rest van het domein bestaat uit loof- en naaldbossen, heidestruiken, weides en een parkzone rond het kasteel. Het domein heeft een rijke flora en een uitzonderlijke ornithologische waarde. De Bolderberg en zijn omgeving vormen een van de heerlijkste en meest typische Kempense landschappen. Het landschap, gevormd door het domein Terlaemen en Bolderberg, is sinds 1940 beschermd.
Ten westen van de weg Kermt-Zolder verschijnt de scherpe heuveltop van de Sacrementsberg aan de horizon. De legende zegt dat een kudde schapen neerknielde, toen in 1317 de kapelaan van Viversel met een bebloede hostie voorbijkwam op weg naar Herkenrode. Het voorval staat bekend als het Sacrament van Mirakel en wordt in de Hasseltse Sint-Quintinuskathedraal bewaard. De Sacramentskapel van 1854 werd in 1904 gerestaureerd. Zij staat binnen de omloop van Terlamen. De historische kern van Bolderberg is de winning in de Galgeneinde. Zij maakt deel uit van het domein dat de abdij van Averbode in 1154 verwierf. De abdij omwalde het in 1636 en had het tot 1797 in eigendom.
Domein Bovy is een winning die eeuwenlang deel uitmaakte van het domein van de abdij van Averbode.
Vanaf 1849 heet het doorgaans het Goed van Bovy naar J.L. Bovy, gouverneur van Limburg van 1872 tot 1879. Hij trouwde met Julia Jacobs, eigenares van de winning, en vestigde zich hier. In 1972 kocht de gemeente Zolder het 32 ha grote domein. Het ruime hoevecomplex, met 18e-eeuws woonhuis en stal, 17e-eeuwse grote Kempische dwarsschuur en andere 19e-eeuwse dienstgebouwen, meestal in vakwerk, werd in 1975-1983 gerestaureerd. Het domein is ingericht als een park voor stille recreatie met horeca, wandelwegen, visvijver, kinderboerderij, beemdenpad, kabouterpad, rozen- en kruidentuin en twee speeltuintjes. De beelden Brave Hendrik en Rozemarijntje zijn creaties van beeldhouwer Joris.
Aan de Sint-Jobstraat staat de neoromaanse Sint-Jobskerk van 1873-1876. Ze is van baksteen en arduin, heeft een vierkante westertoren, een eenbeukig schip, een koor met halfronde apsis en twee sacristieën. De architect was Herman Jaminé. De preekstoel dateert van 1660, de rest van het meubilair is 19e-eeuws. De 19e-eeuwse orgelkast komt uit de kerk van Heusden. Dit orgel is in een ministerieel besluit van 10 februari 2004 beschermd. Het gotische triomfkruis en het beeld Sint-Anna leert Maria zijn van 1500-1550. Sint-Job dateert van omstreeks 1500, de processiemadonna van 1800-1850. Het schilderij Bespotting van Job is 17e-eeuws. De kerk bezit 17e-18e-eeuwse koperen altaarkandelaars, en een messingen lavabo van het einde van de 18e eeuw. Op het kerkhof ligt gouverneur Jozef Lambert Bovy (Roermond 1810 - Bolderberg 1879) begraven.
Voor het gehucht Boekt, aan de weg Zolder-Bolderberg, ontwierpen ir. architect François van Beringen en architect F. Nivelle van Hasselt de moderne Heilig-Hartkerk van 1958-1959. Het is een driebeukig betonnen gebouw met een vrijstaande massieve toren. Het massieve kalkstenen altaarblok dateert van 1959. Uit dezelfde tijd dateren de doopvont en de kruisweg van keramiek, een werk van Jan Heylen van Diest. Roger Bonduel van Sint-Andries ontwierp het tabernakel, de altaarkandelaars, het kruisbeeld en het deksel van de doopvont. Het orgel komt uit het atelier F. Verschueren in Tongeren. De non-figuratieve glasramen van 1959 zijn creaties van Bruggeling Michel Martens. Voor de kerk ligt een fraai plein met lindes.
Kasteel Vogelsanck is een waterburcht en was het vroegere jachtgoed van de graven van Loon.
Het niet toegankelijke waterkasteel Vogelsanck staat aan de Vogelsancklaan, die door een uitgestekt bos loopt. Dit waterslot is een van de meest bezienswaardige kastelen van ons land. Het is gebouwd op de resten van een vroegmiddeleeuwse donjon. Hier werd van 1187 tot 1795 de zelfstandige heerlijkheid Vogelsanck bestuurd. Het kasteel was oorspronkelijk het jachtgoed van de graven van Loon. Later werd het eigendom van verschillende families en sinds 1741 van de familie de Villenfagne. In 1422-1455 bouwde men de herenhoeve om tot een omwald kasteel. In de 17e, 18e en 19e eeuw werd het kasteel weer aangepast en uitgebreid. Het is nu een gesloten complex rond een rechthoekig geplaveid plein. De 17e-eeuwse Maaslandse vestingtoren heeft een 12e-eeuwse ijzerzandstenen onderbouw. De bakstenen en mergelstenen gotische kapel dateert van 1445 en sluit aan bij de zuidelijke vleugel van 1637. De classicistische oostelijke vleugel van 1758 heeft een rococofronton. De kern van de L-vormige 19e-eeuwse noordwestelijke vleugel gaat terug tot de 17e eeuw. Het poortgebouw en de zuidwestelijke vleugel van 1875 zijn neo-Tudorstijl. Vooral deze zuidwestelijke gevel maakt indruk. Hij werd gebouwd door toedoen van de Ierse lady Camille Preston, vrouw van baron Jules de Villenfagne. Bij de 18e-eeuwse hoeve stat een 19e-eeuws wagenhuis. Het domein Vogelsanck beslaat 800 ha. Het wordt bewoond door de eigenaar baron de Villenfagne de Vogelsanck et du Saint Empire. Bij belangrijke familiale gebeurtenissen wappert de wit-zwarte familievlag.
Aan weerskanten van de weg Beringen-Zonhoven strekt zich het 250 ha grote natuurreservaat Meylandt-Obbeek-Stabroek uit. Sinds 1963 wordt het beheerd door de vzw Wielewaal. Het is een moerassig gebied in de vallei van de oude Molenbeek en de Mangelbeek. De kolenmijn van Zolder, 3280 ha. sloot in oktober 1992 haar productie af als laatste mijn in de Benelux. De bedrijfsgebouwen dateren van 1924-1925, de kantoren in zakelijke stijl van 1937 en de betonnen koeltoren van 1952-1953. In 1964 fuseerde de mijn met die van Houthalen.
"De Poort" van kunstenares Niki Vranken symboliseert de Turkse migratie in de gemeente om destijds in de mijnen te werken.
Aan de wijk Lindeman staat de Onze-Lieve-Vrouwekerk van 1968-1969. Op het Volkerenplein in deze wijk maken de palen van het culturenpad de bezoeker wegwijs in de geschiedenis van de migratie. Het kunstwerk De Poort van Niki Vranken laat zijn betekenis raden. De tegels uit het Midden-Oosten verwijzen naar de glorietijd van de mijn en naar de vele migranten uit Turkije. Aan de andere kant is de poort zwart gemaakt met schlamm, een modderige massa van water en kolengruis. Aan diezelfde kant staat ook een muntstuk van 0,50 Belgische Frank met de beeltenis van een mijnwerker. Afgebeeld worden op een muntstuk is een vorstelijk voorrecht, zij het voor de mijnwerkers op het kleinste muntstuk. Gedenkplaten memoreren het vijftigjarige bilateraal akkoord met Italië en het 75-jarige bestaan van de Poolse Gemeenschap in Heusden-Zolder.
De Wielewaal beheert het vrije natuurreservaat Berkenbosbeek op de grens van Heusden en Zolder, aan de Zolderse weg en het mijnspoor. Het natuurreservaat beslaat ongeveer 32 ha. Mijnverzakkingen herschiepen akkers en weides in een moerassige laagte. Tot omstreeks 1940 werd hier ijzerzandsteen ontgonnen. De plantengroei is typisch voor laagveen en moeras. De wildgroei trekt talrijke zangvogels aan.
Grafische voorstelling van de omloop Terlaemen te Zolder.
Tussen het Albertkanaal en de E314, op de flank van de Sacramentsberg, ligt de omloop Terlaemen van 1962-1963. Het circuit is 4184 m lang en minstens 10 m breed. De rechte aankomst is 400 m lang en 19 m breed. De controletoren heeft vier verdiepingen bij de 28 m brede startbaan.
Op verschillende plaatsen in het dorp liggen schaarse 19e-eeuwse Kempische langgestrekte hoeves in vakwerk, soms met 18e-eeuwse kern. De laat 18e-eeuwse Witte Barier heeft losstaande gebouwen.
In de oude dorpskom staat het cultuurcentrum Muze van 1973-1974. De ruime hal van het centrum is versierd met prachtige non-figuratieve glasramen. Het moderne gemeentehuis dateert van 2006. Op het vernieuwde Heldenplein voor het gemeentehuis staat de levensgrote bronzen Laatste Mijnwerker van 1994, een werk van Emiel Voeten van Koersel-Beringen. Links van het gemeentehuis staat een modern oorlogsmonument van 1989, een werk van de gebroeders Houben van Houthalen. Vermeldenswaard zijn nog de kunstgalerijen. In de Brugstraat vindt men De Mijlpaal, een galerij die een dialoog beoogt tussen archeologie, etnologie en hedendaagse kunst. Een bezoek aan het kunstatelier Sinkó is een belevenis op zich. Het Hongaars-Nederlandse echtpaar Sinkó-Stijntjes verklapt de geheimen van de keramiek. De Bolderbergse tuin Orbis Terrarum Lapidum of Wereld van Steen vertelt de geschiedenis van Zimbabwe en verklaart de oorsprong en de symboliek van de kunstwerken.
Dit moet je gezien hebben