De gemeente Leopoldsburg

 

Satellietfoto van de gemeente Leopoldsburg.
ons land - focus


Welkom in Limburg!

Inleiding en bronvermelding
Algemene Geschiedenis
's Lands Glorie
Bezienswaardigheden
Home
           
banner
Vlag Limburg

Algemene omschrijving

De huidige Kempense gemeente Leopoldsburg is een fusie van de gemeenten Leopoldsburg en Heppen in de provincie Limburg in België. De gemeente behoort tot het kieskanton en het gerechtelijk kanton Beringen en telt meer dan 14.500 inwoners. Wat de streektaal betreft is Leopoldsburg een geval apart. De bevolking is immers afkomstig uit het hele land, want (beroeps-) militairen werden door het leger naar "het kamp" gestuurd. De onderlinge voertaal was dan bijna vanzelfsprekend het algemeen Nederlands. Toch hebben de inwoners die geen militair zijn hun eigen kampse dialect.

Wie Leopoldsburg zegt, denkt aan soldaten... Hier enkelen van hen tijdens een trainingsmissie.

Geschiedenis

Leopoldsburg is vooral bekend vanwege de kazerne Leopoldsburg en de uitgestrekte oefenterreinen van het Belgisch leger. Deze terreinen werden ingericht in 1835 als verdediging tegen de troepen van de Nederlandse koning door koning Leopold I, die er in de beginjaren als graag geziene gast geregeld verbleef in zijn Koninklijke Villa. Zowel Heppen als Leopoldsburg maakten historisch deel uit van Beverlo dat samen met Oostham en Kwaadmechelen de heerlijkheid Ham vormde. Zo heette het militaire domein aanvankelijk Kamp van Beverlo. De burgers die in het kamp woonden werden vanaf 1842 verplicht het kampdomein te verlaten en zij mochten zich vestigen in een vanaf de tekenplank ontworpen (dambord)verkaveling, omheen de aanvankelijke site: kerkhof (1835), kerk (1842), pastorij (1844), postkantoor (1844), schooltje (1842) en afspanning met herberg. Deze verkaveling kreeg de naam die op de ontwerpen vermeld stond in 1842, namelijk Bourg (naar de planontwerper Bourg uit Bois-du-Luc, en het bij aardrijkskundige namen vaak voorkomende suffix '-bourg'). In 1850 werd er uit dynastieke overwegingen de voornaam van de eerste Belgische vorst aan toegevoegd en werd deze nieuwe gemeenschap bij wet van 4 juni 1850 afgesplitst van de gemeente Beverlo tot een eigen gemeente Bourg-Léopold. De vernederlandsing werd een feit op 14 juni 1932 wanneer de naam Leopoldsburg officieel werd bekrachtigd. De eerste burgers leefden van kleinschalige landbouw op de arme heidegronden en de turfwinning. Daarnaast vormde ook de recuperatie van loden kogels en paardenmest een interessante bijverdienste. Tegen 1850 waren er in de gemeente meerdere bedrijven. Er stond een bergmolen (jaarlijkse maalgrondstof 400.000 kg), een jeneverstokerij (32.760 kannen van elk 1,5 liter) en een bierbrouwerij (125 hl/jaar). Verder had men, naast kleine ambachten, een kaarsenfabriek, een tabaksfabriek, een steenbakkerij en een kanaalhaven. Leopoldsburg heeft een station aan de spoorlijn van Hasselt naar Mol. Het Belgische sportwagenmerk Edran is te Leopoldsburg gevestigd. Op 9 december 2005 onthulde Prins Filip er een borstbeeld van koning Leopold I aan het Albert I-plein in het kader van de 175/25 viering. Sinds 3 juni 2007 heeft Leopoldsburg ook zijn eigen "Walk of Fame", een ludieke knipoog naar Hollywood. Omdat veel Bekende Vlamingen in Leopoldsburg opgroeiden, wilde de gemeente hen in de bloemetjes zetten met hun eigen ster. Deze werden op verschillende plaatsen in de stoep in de Nicolaylaan geplaatst. BV's die hun eigen ster kregen zijn tennisser Filip Dewulf, judoka Ingrid Berghmans, presentator Marcel Vanthilt, zanger Walter Grootaers, Liliane Vertessen, regisseur Dominique Deruddere, schrijver J.M.H. Berckmans, Leo Caerts en Pukkelpop-organisator Chokri Mahassine. De Kampse "Walk of Fame" is uniek in België.

Heppen werd voor het eerst vermeld omstreeks 830 als Happinia. Dit zou afgeleid zijn van Happa, gereedschap waarmee heide gekapt wordt. Heppen was steeds een gehucht van Beverlo. Samen behoorden ze tot het Land van Ham waartoe ook Kwaadmechelen en Oostham behoorden. Voor 1500 was Heppen een grote heidevlakte met weinig bewoning. Vanaf dat jaar begon zich stilaan een woonkern te vormen. Rond 1600 bouwden de inwoners op de plaats van de huidige pastorie een schans om zich te verdedigen tegen rondtrekkende bendes. Vooral in de 17e eeuw werd Heppen meermaals geplunderd. Een eerste stap naar zelfstandigheid werd gezet in 1778 toen er een kapel werd opgericht zodat de inwoners de verre afstand tot de kerk van Beverlo niet meer moesten afleggen. Bij het ontstaan van de gemeenten in 1795 bleef Heppen een gehucht van Beverlo. Een tweede stap naar zelfstandigheid werd in 1839 gezet toen Heppen een zelfstandige parochie werd. Ruim tien jaar later, in 1850, scheidde Heppen zich af van Beverlo en werd het een zelfstandige gemeente. De verdeling van de heidevlakten zorgde voor moeilijkheden die pas in 1864 opgelost waren. Vanaf dat jaar werden grote delen van de heide bebost. Heppen werd ontsloten door de aanleg van de weg Leopoldsburg-Veerle in 1851, de weg Beringen-Heppen in 1852 en de spoorlijn van Diest naar Leopoldsburg in 1878. Vooral in de 20e eeuw nam de bevolking sterk toe door de ontginning van steenkool in Beringen en later door de ontwikkeling van het industrieterrein van Tessenderlo. Op het gehucht Immert ontstond een grote woonwijk waar voornamelijk mijnwerkers woonden. In 1930 werd er een wijkschooltje opgericht en in 1948 kwam er ook een wijkkapel. In 1977 werd de gemeente Heppen opgeheven en werd het een deelgemeente van Leopoldsburg.

Het gemeentehuis van Leopoldsburg dateert uit 1856.

Het gemeentehuis van Leopoldsburg, in neo-klassieke stijl, dateert uit 1856.

Bezienswaardigheden Leopoldsburg:

De eerste parochiekerk O.-L.-Vrouw Hemelvaart (nu Kapel van de Karmel - zie verder) werd in 1843 ingewijd. Vanaf de eerste dag was zij te klein maar werd desondanks nog tot in 1903 gebruikt. De nieuwe militaire kerk, de O.-L.-Vrouw Tenhemelopnemingkerk, werd ingewijd op 12 juni 1903. In amper vier jaar tijd werd deze prachtige kerk in neo-Romaanse stijl opgetrokken door kapitein Lebrun en zijn geniesoldaten. De architect is Albert D.C. Capronnier. De neo-Romaanse stijl komt zowel binnen als buitenkant tot in de kleinste details tot uiting. In de kooromgang vinden we dertien prachtige rondbogige glasramen, die gebeurtenissen voorstellen uit het leven van Jezus en de apostelen. Het zijn kopieën van glasramen van de kathedraal van Chartres (Frankrijk). In 1968 werd de kerk voor 500.000 Fr aan de gemeente verkocht. Sedert 22 juni 1999 is de O.-L.-Vrouw Tenhemelopnemingkerk een beschermd monument.

Het gemeentehuis is opgetrokken in een typische, 19e-eeuwse neo-klassieke stijl. Burgemeester Vander Elst legde de eerste steen op 22 juli 1856. Het driehoekige fronton dat nu de voorgevel van het gemeentehuis siert was oorspronkelijk boogvormig. In de zijgevels bevonden zich vroeger de gemeentelijke bibliotheek, de gemeenteschool en het politiebureau. Rond 1945 mocht de nieuwe Rijksmiddelbare school van Leopoldsbrug er kortstondig twee klaslokalen gebruiken. Tussen 1950 en 1960 werd de achterzijde bijgebouwd voor de technische dienst en brandweer.

Nadat een orkaan in november 1837 het eerste parochiekerkje in het militair domein had vernield, werd in 1843 een nieuwe kerk buiten het militair domein ingewijd. Deze kerk werd gebouwd in neo-klassieke stijl en bood slechts plaats aan 300 personen. Veel te weinig voor de talrijke soldaten. In 1906 na de bouw van de nieuwe OLV Tenhemelopnemingkerk, werd het kerkje verkocht. Het diende aanvankelijk als stapelplaats. In 1924 werd het opnieuw verkocht aan de zusters-karmelietessen, die het tot op heden als kapel gebruiken. Het aangebouwd klooster van de zusters-karmelietessen is in gebruik sinds 1924. De stichting gebeurde onder impuls van priester Poppe die toen ook geestelijk directeur was van de Centre d'Instructions de Brancardiers et d'Infirmiers (C.I.B.I.). Mère Jeanne de la Croix was de eerste priorin.

De Bergmolen te Leopoldsburg dateert uit 1846.

In 1846 werd de molen gebouwd door aannemer Pieter Bemindt-Annemans. In 1854 werd het een eerste keer verkocht aan Karel de Jonker, koopman te Brussel. Nadien wisselde de molen meermaals van eigenaar totdat hij in 1927 verkocht werd aan Alfons Zels-Oorks, molenaar te Heppen. Zijn zoon Gerard baatte de molen te Leopoldsburg uit. In 1935 werden de wieken verwijderd en alle molenbedrijvigheid gestaakt.

Sinds 1965 is in de romp een drankgelegenheid ondergebracht die op naam stond van herbergier De Leener-Sallard. Deze verkoopt het geheel in 1968 aan Etienne Bruggeman-Wagenaer, handelaar te Lutlommel. Sedert 1976 staat de molenromp op naam van Juliette Wagenaer en Johny Bruggeman. Volgens de laatste berichten zou een gemeenteraadslid van Leopoldsburg de molen opgekocht hebben.

Het Oud-Militair Hospitaal te Leopoldsburg dateert uit 1850.

Het Oud-Militair Hospitaal te Leopoldsburg dateert uit 1850.

Het militair hospitaal vindt zijn oorsprong in het eerste niet permanente ambulantiekamp uit 1835. Het was in hout opgetrokken. In datzelfde jaar onstond het Kamp van Beverlo en tegelijk met de aankomst van het militair hospitaal begonnen. De eerste gebouwen, zoals die er nu nog staan, dateren van 1850. Het bijzondere bouwconcept met laagbouw en stenen booggewelven, afzonderlijke paviljoenen onderling verbonden door honderden meters gangen, die ook de centrale middenkoer omsluiten, was voor die tijd een voorbeeld van toonaangevende architectuur. Die architectuur had bijzondere aandacht voor gezondheidsaspecten, zoals ondermeer een goede verluchting van de ziekenzalen door hoge vensters. Vanaf 1901 werd het hospitaal uitgebreid met een speciale afdeling voor tuberculozepatiënten. Daarvoor werd een speciale galerij met glazen dak gebouwd. In 1913 werd het hospitaal opnieuw uitgebreid met acht ziekenzalen, een nieuwe apotheek en een administratiegebouw. Tijdens de Eerste en Tweede wereldoorlog werd het hospitaal door de Duitsers opgeëist. Duitse krijgsgevangenen en dokters bleven er zelfs tot 20 december 1948. Vanaf 1951 werd het hospitaal opnieuw gebruikt en in 1971 werd het een medisch centrum voor de militairen. Sedert de bouw van een nieuw medisch centrum voor de militairen wordt het oud militair hospitaal nu als het museum van het Kamp van Beverlo gebruikt.

Het Paviljoen van de Commandant van de Genie werd gebouwd in 1869.

Het paviljoen van de Commandant van de Genie werd gebouwd in 1869.

Het paviljoen van de Commandant van de Genie, gebouwd in 1869, wordt algemeen als het mooiste gebouw van het Kamp van Beverlo beschouwd. De verdieping is volledig omgeven door een gaanderij, afgezet met uitgezochte eikenhouten tronken, tegen de regen beschermd door een uitspringend dak. Boven het paviljoen prijkt een belvédère bedekt met zwarte leien.

Het postkantoor in neo-traditionele stijl dateert van het begin van de 20e eeuw.

Het postkantoor in neo-traditionele stijl dateert uit het begin van de 20e eeuw.

Het postkantoor van Leopoldsburg is een typisch onderdeel van de grotendeels planmatig aangelegde garnizoenstad. Het oorspronkelijk postkantoor was neo-klassiek. In het begin van de 20e eeuw werd een nieuwbouw in neo-traditionele stijl opgetrokken die er nu nog altijd staat. Samen met het Koninklijk park, de kerk en de militaire begraafplaatsen vormen deze gebouwen een heuse monumentale pool.

In 1923 werden aan het militaire hospitaal een kloostergebouw en een kapel toegevoegd. In het kloostergebouw dat nu onder meer het museum van de Eerste Jagers te Paard herbergt, woonden destijds ziekenzusters die in het hospitaal werkzaam waren. De kapel kreeg de naam van Sint-Anna omdat deze heilige toen meestal gekozen werd als patrones van ziekenhuiskapellen. Sedert 1923 zijn de militaire aalmoezeniers van 't Kamp de bedienaars van de kapel. Wegens de banden met de gemeente Leopoldsburg is ze uiteraard ook open voor alle burgers.

De Bergmolen te Leopoldsburg dateert uit 1846.
Het Station is een van de meest in het oog springende gebouwen van Leopoldsburg.

Het Station is een van de meest in het oog springende gebouwen van Leopoldsburg.

Een van de meest in het oog springende gebouwen van de gemeente is het stationsgebouw, gelegen aan het einde van de Stationstraat (tot 1878: Chaussée d'Hechtel). Het station is nu een geklasseerd monument.

Tijdens de bevrijding van Leopoldsburg op 11 en 12 september 1944 sneuvelden vijf Belgische militairen. Een gedenkplaat vermeldt hun namen op het monument dat bestaat uit de koepel van een Amerikaanse Staghound. Het monument werd onthuld als afsluiting van de bevrijdingsfeesten in 2004. De naam van het monument - Beregoed - stamt van de naam van de taverne die rechtover het monument gelegen is, aan de Antwerpsesteenweg.

Het standbeeld van generaal Chazal op de Zegeplaats werd in 1908, in aanwezigheid van 2000 oudstrijders van 1870, onthuld. De kunstenaar is Desenfans. Pierre Emmanuel Felix Chazal werd geboren te Tarbes (Frankrijk) op 1 januari 1808. Zijn familie emigreerde in 1814 naar Brussel. In 1844 werd hij tot Belg genaturaliseerd. Chazal was één van de boegbeelden van de liberale partij. In 1865, toen Chazal minister van Oorlog was, kwam het tot een felle twist met het Antwerpse kamerlid De Laet. Aanleiding tot deze ruzie was het aanwervingsformulier dat afgeleverd werd aan de vrijwilligers voor de Mexicaanse burgeroorlog. De twist eindigde in een duel met vuurwapens tussen beide heren. Chazal verloor en omdat duelleren door de wet van 1841 als misdrijf werd beschouwd, werden beide heren door het Hof van Cassatie veroordeeld. Generaal Chazal was één van de leiders van de Belgische revolutie van 1830 tegen Nederland. Als minister van Oorlog liet hij het kamp van Beverlo ombouwen tot het grootste en belangrijkste van Europa.

Soldaten in training in Leopoldsburg.
Monument Gaillon te Leopoldsburg

Het monument Gaillon herinnert aan de overbrenging van de infanterieschool naar het Franse Gaillon.

Het Gaillon monument werd opgericht na de Eerste Wereldoorlog. Het herinnert aan het overbrengen van de infanterieschool van het Kamp van Beverlo naar Gaillon in Frankrijk. Het monument draagt een koperen plaat, waarop in de beide landstalen volgende tekst is aangebracht: "Op 5-1-1915 werd er te Gaillon (Frankrijk) een school opgericht ter opleiding van infanterieofficieren van het Belgisch leger. Wanneer ze na de oorlog alhier werd overgebracht, hadden 2.000 leerlingen er de lessen gevolgd. Van die leerlingen zijn er 380 op het veld van eer gesneuveld". Het monument stond vroeger langs de Hechtelsesteenweg tegenover het Tacambaro-monument en werd overgebracht naar de kazerne Antwerpen, waar de infanterieschool oorspronkelijk gevestigd was.

Op het graspleintje voor het Plaatscommando staat sinds 1 oktober 1977 het monument opgericht ter ere van de ruim 4.000 vrijwilligers voor Korea, die hun opleiding ontvingen in het Kamp van Beverlo. De arduinen zuil draagt een koperen plaat, waarop men kan lezer dat het korps gevormd werd te Leopoldsburg op 2 oktober 1950; dat er 108 doden vielen, dat 354 manschappen zwaar gewond werden en dat er 6 vermist waren. Tevens word er verwezen naar de eervolle vermeldingen INGIN, CHATKOL en HANKTANT.

Naar aanleiding van 175 jaar België besloot het gemeentebestuur een beeld van Koning Leopold I, naar wie Leopoldsburg werd genoemd, te plaatsen. Het was Prins Filip die op 9 december 2005 het standbeeld kwam inhuldigen. Koning Leopold I kwam op 3 oktober 1834 voor het eerst naar Leopoldsburg. Hij zou er nog vele malen naar terugkeren. Er was zelfs een koninklijk paleis in Leopoldsburg. Dat is echter in 1913 afgebroken. Het borstbeeld werd gemaakt door de kunstenaar Ludo Noels.

De Marketentster te Leopoldsburg

Bij het binnenkomen van Leopoldsburg vanuit Hechtel wordt men op de rotonde van het Bevrijdingsplein begroet door het mooie beeld van een lieftallige marketentster. Het beeld van beeldhouwer Ludo Noels is een schenking van Johan Van Orshoven aan de gemeente.

De Belgische militaire overheden lieten 1 marketentster per legercompagnie toe. Ze moest getrouwd zijn met een militair beneden de rang van onderofficier en werkte hoofdzakelijk als wasvrouw. De marketentster volgde haar eenheid op de voet. Ook tijdens manoeuvres, marsen en schietoefeningen. Tijdens de halten mocht zij "coco-drank" verkopen en na de diensturen mocht zij ook jenever van goede kwaliteit uitschenken. Daartoe was zij uitgerust met een sierlijk houten tonnetje aan de riem. Het Kamp van Beverlo geraakte vertrouwd met de marketentster die, omdat ze in een troepenblok logeerde, ook de moeder van de compagnie genoemd werd.

De Sherman-tank werd op 5 oktober 1984, onder impuls van de heer R. Verpoorten, toenmalig voorzitter van het VVV, ingewijd in aanwezigheid van minister van Landsverdediging Vreven. De tank herinnert aan het historisch order (O-groep) van generaal Brian Horrocks aan al de bevelhebbers van de landstrijdkrachten die deelnamen aan de operatie Market-Garden. De ordergroep werd gegeven op vrijdag 15 september 1944 in de toenmalige bioscoop Splendid, tegenover het station van Leopoldsburg.

Het Tacambaro-monument te Leopoldsburg.

Het Tacambaro monument te Leopoldsburg, werd opgericht in 1867.

In 1864 werd Mexico een keizerrijk. De kroon werd aangeboden aan Maximiliaan van Habsburg en zijn echtgenote, prinses Charlotte, dochter van koning Leopold I. Toen de toestand, door de burgeroorlog in Mexico, voor keizer Maximiliaan gevaarlijk werd, stuurde België in 1865, zonder toelating van het parlement, een expeditiekorps naar Mexico. Onze troepen werden snel in gevechten betrokken en de hevigste veldslag had plaats in Tacambaro. Keizerin Charlotte kwam tevergeefs hulp vragen in Europa: Keizer Maximiliaan werd in 1867 gefusilleerd. De zuil is zes en een halve meter hoog en draagt in gouden letters de namen van de gesneuvelden en van de veldslagen Tacambaro, Loma en Morelia. De twee arenden in brons die het monument versierden, verdwenen tijdens de eerste wereldoorlog. Bij de restauratie van het monument, in 2001, werden replica's van de arenden op het monument geplaatst. Het monument werd opgericht in 1867 en in alle stilte ingewijd wegens de grote opwinding door de expeditie in België veroorzaakt.

De Treurgracht te Leopoldsburg.

Enkele uren voor de bevrijding door de Brigade Piron, werden 22 politieke gevangenen in deze gracht vermoord door een detachement van de Vlaamse SS.

Op enkele meters van het Koninklijk Atheneum aan de Martelarenlaan, langs de spoorweg en een kleine gracht, staan een grafmonument en 22 kruisjes. Het monument werd opgetrokken ter nagedachtenis van 22 vermoorde gedetineerden door een detachement van de Vlaamse SS. Op 4 september 1944 droegen de Duitsers de ongeveer 900 resterende gevangenen te Leopoldsburg over aan o.a. de rijkswacht. Alle gevangenen werden onmiddellijk vrijgelaten. Op 6 september 1944 waren er nog talrijke ex-gevangenen in de gemeente aanwezig. Een deel werd ondergebracht n de Brasserie Léopold. Voorbij trekkende SS-ers van de Divisie Langemarck vernamen dit en dreven een groep van 39 ex-gevangenen bijeen in wat we nu de Dodengracht of Treurgracht noemen. Daar werden zij standrechtelijk neergeschoten. Slechts 17 ontsnapten op wonderlijke wijze aan de dood.

Ter nagedachtenis van de slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog werd in 1920 een monument (werk van de kunstenaar Jan Burny) opgericht voor het gemeentehuis van Leopoldsburg. Het stelt de Belgische leeuw voor die zich uit het puin verheft. Rond het monument staan dertig zerkjes met de namen van de gesneuvelden. Aan de voorgevel van het gemeentehuis bevinden zich de gedenkplaten met de namen van de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog.

Het museum van het Kamp van Beverlo is geïnstalleerd in het vroegere militaire hospitaal. Langs een 200 m lange gang liggen vier grote en meerdere kleine zalen. Maquettes, foto's, documenten vertellen het ontstaan van het Kamp van Beverlo en de gemeente Leopoldsburg. Eén van de blikvangers is de voorstelling over de Belgische dynastie. Het museum is een belangrijke toeristische attractie in de gemeente. Jaarlijks vinden meer dan honderd rondleidingen plaats en komen er meer dan 6000 bezoekers.

De Oscarkapel aan het Museum K-Blokken te Leopoldsburg.

De Oscarkapel is een houten kapel waarin de mis werd opgedragen tijdens wederoproepingen. Elk jaar wordt hier nog de middernachtmis op Kerstmis gevierd. De kapel zit dan afgeladen vol. In de kapel worden af en toe ook thematentoonstellingen ondergebracht.

In de installaties van het KMOK worden de leefruimtes van de soldaten doorheen de tijden voorgesteld in authentieke logementsblokken van het Cavaleriekamp. Sinds het najaar van 2003 is er ook een tentoonstelling over de geschiedenis van die blokken met het accent op de periode van de Tweede Wereldoorlog, omdat vele honderden politieke gevangenen in die blokken door de Duitse bezetter gevangen werden gehouden. Velen van hen vertrokken van daaruit naar andere grote concentratiekampen in het buitenland of naar executieplaatsen in de onmiddellijke omgeving van het Kamp van Beverlo. Enkele bekende Vlamingen zoals Marc Sleen, werden hier ook geïnterneerd.

Bezienswaardigheden Heppen:

In 1846 werd de eerste steen gelegd van de nieuwe kerk van Heppen die toegewijd werd aan de Heilige Blasius. Op amper één jaar tijd was de kerk gereed, maar in 1861 moest het gebouw reeds grondig verstevigd worden. Door de snelle bevolkingsaangroei in en rond het Kamp, werd de kerk te klein zodat men in 1903 de kerk heeft vergroot. De verschillende verbouwingen werden helaas niet altijd in dezelfde stijl uitgevoerd. Daarom werd in 1939 de kerktoren afgebroken en de kerk in een neo-romaanse stijl verbouwd. Het interieur van de kerk met o.a. een prachtig gebeeldhouwde eikenhouten preekstoel uit 1634 is een bezoek waard. Het gepolyneerde O.-L.-Vrouwebeeld behoort reeds meer dan 400 jaar tot het kunstpatrimonium van Heppen.

De Heikapper in de buurt van het Oud-Gemeentehuis te Heppen.

De Heikapper bevindt zich aan het Oud-Gemeentehuis te Heppen.

Op de plaats waar vroeger de oude kapel van Heppen stond, werd tussen 1854 en 1856 het gemeentehuis annex schoollokaal gebouwd. Later werd het een klas voor de bewaarschool. De pomp, rechts van het gebouw, dateert uit 1856. Het gemeentehuis werd volledig verbouwd en verfraaid en dient nu als buitenschoolse opvang.

Het beeld van de Heikapper bevindt zich ook in de buurt van het Oud-Gemeentehuis en is een hulde aan de talrijke arme Heppense heikappers die in de voorbije eeuwen uit bittere noodzaak de heide hebben bewerkt. Het is gemaakt van een blok blauwe Ardeense hardsteen van twee ton.

Op 10 september 2004 werd het monument CAVENDISH onthuld. Het monument werd gemaakt door Bart Heylen en bestaat uit arduin en marmer. Het symboliseert Majoor Cavendish en 2 onbekende soldaten. Met het monument wil men alle buitenlandse soldaten eren, die het leven lieten bij de bevrijding van Leopoldsburg en Heppen. Majoor Cavendish verloor het leven op 9 september 1944 ter hoogte van de hoeve Mangelschots (nu taverne De Wijzerplaat).

De gedenksteen in de Engenstraat te Heppen herinnert aan sergeant Louis Goetz, van de 1e Belgische Groepering (Brigade Piron). Tijdens een patrouille in de nacht van 11 op 12 september 1944 werd deze sergeant kadet-kandidaat-officier van op 500 m door een Duitse scherpschutter in het hart getroffen. Hij was op slag dood. Een lange tijd werd de plaats waar hij werd gedood door de buren versierd met bloemen. Later richtte het Bataljon Bevrijding een klein monument op.

Het Monument van de Oorlogslachtoffers is een eenvoudige, rechthoekige stenen zuil, waarop een kruisje en de jaartallen 1914-1918 en 1940-1945 vermeld worden, ter nagedachtenis aan de slachtoffers uit beide wereldoorlogen. Het monument ligt in de Oudstrijdersstraat te Heppen.

Monument voor Pater Clement Lemmens te Heppen.

Gedenkbeeld voor Pater Clement Lemmens, geboren Heppenaar, missionaris te Indonesië.

Getogen in Heppen trad Clement Lemmens in september 1942 toe tot de Scheutisten met de bedoeling om missionaris in China te worden naar het voorbeeld van pater Verbist. Maar daarvoor moet hij eerst dokter worden; van 1952-1956 studeert hij te Leuven en voltooid zijn opleiding met "grote onderscheiding". Het volgende jaar specialiseert hij zich te Antwerpen in tropische geneeskunde. China was na de Maoïstische Revolutie van 1949 geen optie meer voor een missionaris. Dus werd het Indonesië. Zijn eerste missiepost staat in Raha op het eiland Muna (Sulawesi Tenggara). Daar probeert hij zo goed en zo kwaad als het kan het ziekenhuis uit te bouwen. In de lente van 1965 gaat hij met herstelverlof terug naar België; de malaria en de veelvuldige dysenterie eisen hun tol. In november '65 is hij reeds op zijn nieuw missiepost, ditmaal te Kendari. Daar moet hij van nul vertrekken: geen ziekenhuis, geen kerk, geen huis. Hij bouwt er het Rumah Sakit Santa Anna dat in 1969 plechtig geopend wordt. Ondertussen ontsnapt hij op het nippertje aan de dood na drie hartaanvallen op één nacht. Ook de kerk wordt ingewijd. In 1970 wordt hij tot ereburger van Heppen benoemd. Na dit korte verlof keert hij terug naar Kendari maar alhoewel het werk verlicht wordt door de aankomst van nieuwelingen, kan de pater niet stilzitten en dat terwijl zijn hart steeds vaker opspeelt. Op 11 augustus 1974 klopt het dan ook voor de laatste keer. Hij wordt te Kendari begraven. Het borstbeeld staat voor het Heemkundig Museum Heppen in de Pastoor Aertsstraat.

Dit museum is ondergebracht in de oude pastorij van Heppen. De rijke collectie werd opgedeeld in drie afdelingen. Vooreerst zijn er de voorwerpen die door de Heppenaren door de tijden heen zelf zijn gebruikt, en hierin zijn de Heppenaren wel apart. In dit lokaal zijn verder enkele historische documenten verzameld over dorpsfiguren en bekende families. In een tweede ruimte kan de bezoeker de Heppense volksgemeenschap volgen aan de hand van illustraties en fotomateriaal over belangrijke gebeurtenissen in het dorp. De burgemeesters, de pastoors, kortom het hele parochiale en openbare leven wordt er blootgelegd. Het museum is dan ook boeiend om te zien.

Dit moet je gezien hebben