De stad Tongeren

 

Satellietfoto van de stad Tongeren.
ons land - focus


Welkom in Limburg!

Inleiding en bronvermelding
Algemene Geschiedenis
's Lands Glorie
Bezienswaardigheden
Home
S
           
banner
Vlag Limburg

Algemene omschrijving

Tongeren is een stad in de Belgische provincie Limburg. De stad is gelegen in het zuiden van deze provincie en is de hoofdplaats van het bestuurlijk en het gerechtelijk arrondissement Tongeren. Anno 2010 telt deze gemeente een kleine 30.000 inwoners, waarvan iets meer dan de helft in Tongeren zelf woont. De overige bevolking woont verspreid over de 16 deelgemeenten. Door de aanwezigheid van verschillende onderwijs- en zorginstellingen is de stad een regionaal centrum voor Zuidoost-Limburg. Het is tevens de oudste stad (15 v.Chr.) van België, haar Romeinse verleden is dan ook een vaste toeristische troef.

Tongeren ligt in de landelijke regio Haspengouw op de scheiding tussen Droog en Vochtig Haspengouw. De zuidelijke deelgemeenten van Tongeren bevinden zich in de Jekervallei en behoren tot Droog Haspengouw, de overige deelgemeenten behoren tot Vochtig Haspengouw. Dwars door de gemeente loopt eveneens de scheidingslijn tussen tussen het Maas- en Scheldebekken aangezien de Jeker rechtstreeks uitmondt in de Maas en de Demer via de Dijle en de Rupel in de Schelde stroomt. De Demerbron bevindt zich in Ketsingen, een gehucht ten oosten van Tongeren. Het centrum van de stad is gelegen op een heuvel zo'n 105 m boven de zeespiegel. De Galgeberg nabij Berg vormt het hoogste punt van de gemeente en bevindt zich op 123m boven de zeespiegel.

De fusiegemeente telt naast de stadskern nog 16 deelgemeenten: Berg, Diets-Heur, Henis, 's Herenelderen, Koninksem, Lauw, Mal, Neerrepen, Nerem, Overrepen, Piringen, Riksingen, Rutten, Sluizen, Vreren en Widooie. Op het grondgebied van Tongeren liggen de gehuchten Blaar, Mulken en Offelken. Van deze drie gehuchten is Mulken het enige gehucht dat nog niet met de stadskern vergroeid is, Mulken wordt van de stadskern gescheiden door Beukenberg en de recreatiezone rond de oude Pliniusbron. Ook sommige deelgemeenten hebben een gehucht binnen hun grondgebied, zoals het gehucht Ketsingen in Berg, Kolmont in Overrepen, Klein-Mal in Mal en Hamal in Rutten.

Tongeren is de oudste stad van België. Dit is nog steeds duidelijk zichtbaar aan de restanten van de Romeinse muur die her en der in de stad opduikt.

Tongeren is de oudste stad van België. Dit is nog steeds duidelijk zichtbaar aan de restanten van de Romeinse muur die her en der in de stad opduiken.

Geschiedenis

Uit talrijke vondsten blijkt dat Berg in de prehistorie en de Romeinse tijd bewoond was. Sinds de late middeleeuwen was Berg afhankelijk van de Tongerse stadsmagistraat en de Luikse schepenbank. Ketsingen was een zelfstandige parochie die onder de schepenbank van Tongeren ressorteerde en door het Franse bestuur bij de gemeente Berg gevoegd werd.

De plaats Diets-Heur ligt aan de oude heerweg Tongeren-Luik. Het dorp was een deel van de heerlijkheid Vreren, die ressorteerde onder de Bisschoppelijke Tafel van het prinsbisdom Luik. De parochie maakte eveneens deel uit van Vreren en was afhankelijk van het Sint-Kruiskapittel van Luik. De Fransen maakten van Diets-Heur een zelfstandige gemeente.

Het Luikse Sint-Janskapittel bezat in Henis een belangrijk domein. Tot het einde van het ancien régime maakte Henis deel uit van de Tongerse stadsvrijheid.

's Herenelderen maakte deel uit van de vroegmiddeleeuwse heerlijkheid Aldor - het andere deel is Genoelselderen - en was van de 13e eeuw tot circa 1500 eigendom van de familie van Hamal en sindsdien van de graven de Renesse. In het midden van de 13e eeuw ontstond de Sint-Stevensparochie uit de moederkerk Berg.

In Koninksem werden sporen van Romeinse aanwezigheid gevonden. De plaats behoorde in de middeleeuwen toe aan het Sint-Servaaskapittel van Maastricht, maar de inwoners waren buitenpoorters van Tongeren. Koninksem had de hertog van Brabant als beschermheer en laat de Staten-Generaal van de Republiek der Verenigde Provincies.

Lauw was een bedrijvige Romeinse nederzetting op het kruispunt van de heerwegen Tongeren-Bavay en Tongeren-Hoei. In de middeleeuwen hing de heerlijkheid Lauw van de Tongerse schepenbank af. De pastoor van Rutten had tot het einde van het ancien régime het begevingsrecht van de Sint-Pietersparochie in handen.

Mal was een Loonse gemeente die in beroep ging voor het hof van Vliermaal. In 1366 werd ze erkend als heerlijkheid. Het kapittel van Onze-Lieve-Vrouw in Tongeren bezat het begevingsrecht van de pastorie van Mal.

In het midden van de 12e eeuw kocht de Luikse bisschop het vrije domein Neerrepen op. Vanaf de 14e eeuw hadden achtereenvolgens de families van Repen, Reys van Repen, van de Bosch, Orjo, de Rosen het vrije domein als heerlijkheid in pand. Tijdens het ancien régime was Neerrepen nooit een volledig zelfstandige parochie.

Nerem ligt aan de oude heerweg Tongeren-Wezet. Samen met het naburige Waalse dorp Paifve, behoorde Nerem tot de acht 'redemptiedorpen', die hun veiligheid van de Verenigde Provinciën moesten afkopen en daardoor belastingvrij waren. Acht dorpen in het prinsbisdom Luik werden bij de Vrede van Münster in 1648 bij Staats-Brabant gevoegd. De parochie Nerem hing van Vreren af. Gerechtelijk was Nerem vroeger een Brabants leen dat in beroep ging bij het hof van Vroenhoven.

Overrepen is een samenvoeging van drie afzonderlijke gemeenten uit het ancien régime: Overrepen, Kolmont en Ridderkerk. Al in de 12e eeuw waren Overrepen en Kolmont Loons, later Luiks.

In de Romeinse tijd was er in Piringen aan de heerweg Tongeren-Tienen enige bedrijvigheid. Op het einde van de middeleeuwen maakte het dorp deel uit van de Tongerse stadvrijheid.

In Riksingen werden resten van een Romeinse villa en van tumuli gevonden. Het dorp maakte tot het einde van het ancien régime deel uit van de Tongerse stadsvrijheid.

Volgens een 12e-eeuwse overlevering zou de Friese edelman Evermarus in de 7e eeuw in Rutten door struikrover Hacco vermoord zijn. De moord werd gepleegd toen Evermarus met zeven gezellen op bedevaart was. Het stoffelijke overschot van Evermarus werd gevonden in de 'heilige weide'. De heerlijkheid Rutten hing van Brabant af.

Net als in de andere deelgemeenten werden op het grondgebied van Sluizen sporen aangetroffen van Romeinse bewoning en enkele Merovingische sarcofagen. In de middeleeuwen maakte Sluizen deel uit van het domein van het Sint-Servaaskapittel van Maastricht. Na de val van deze stad in de 17e eeuw ging Sluizen echter rectstreeks van de Duise keizer afhangen.

Tongeren is ontstaan omstreeks 10 v.C. Het is de oudste stad van België en heette in de Romeinse tijd Atuatuca Tungrorum. De stad was van de 2e tot de 4e eeuw een bloeiend marktcentrum op een kruispunt van wegen: naar Nijmegen, Maastricht-Keulen, Aarlen-Trier, Hoei, Bavay, Doornik en Kassel. Ze werd in de 2e eeuw met 4500 meter wallen versterkt, waarvan nog 1500 meter zichtbaar is boven de grond. Op het einde van de 4e eeuw werd een kleinere vestingmuur gebouwd, met een omtrek van 2700 meter. Sint-Maternus was de eerste bisschop van Tongeren. Sint-Servaas bracht de bisschopszetel van Tongeren naar Maastricht over. Na een periode van verval herleefde Tongeren in de 13e eeuw als een van de Goede Steden binnen het prinsbisdom Luik. De stad kreeg een nieuwe markt, een prachtige kerk en een nieuwe omwalling. In 1677 staken Franse troepen de stad in brand. Het inwonertal daalde van 4500 tot minder dan 3000. Op het einde van de 18e eeuw buiten het Begijnhof en het Sint-Jacobsgasthuis verscheidene kloosters. Het klooster Ter Nood Gods van omstreeks 1375 sloot in 1424 aan bij de reguliere kanunniken van Sint-Augustinus vn Windesheim. In 1625 opende het klooster een Latijns college. Verder had Tongeren nog vele andere kloosterorden: de fransciscanen in het Agnetenklooster in 1434 en in het Claraklooster in 1464, de minderbroeders in 1626, de predikheren in 1634, de bonnefanten in 1640, de grauwzusters in 1669, de jezuïeten van 1638 tot 1675, die uit Maastricht waren verdreven, en na hen de karmelieten, en de celestijnen van 1640-1677. Hoewel nagenoeg alle genoemde kloosterorden uit de stad verdwenen zijn, laten ze hun sporen na in het stadsbeeld en de straatnamen. De Duitse Orde van Alden Biesen bezat een refugehuis aan de Hasseltsestraat, dat in 1661 naar de Moerenstraat overgebracht werd. Nadat de grens tussen Belgisch- en Nederlands-Limburg definitief werd vastgelegd, werd Tongeren de hoofdplaats van een nieuw arrondissement.

Heel wat vondsten in Vreren aan de oude heerweg Tongeren-Aken wijzen op menselijke aanwezigheid in de prehistorie en de Romeinse periode. Vreren was altijd een Luiks domein.

Widooie ligt tussen twee Romeinse heirbanen: de weg Tongeren-Tienen-Boulogne sur Mer in het noorden en de weg van Bavay naar Keulen in het zuiden. Vanaf de bron Kertsborn aan de Mombeek voorzag een aquaduct de Romeinse stad Tongeren van het nodige drinkwater. Widooie behoorde oorspronkelijk waarschijnlijk tot het domein van Sint-Adelardus, een neef van Pepijn de Korte. Sint-Adelardus schonk het domein omstreeks 825 aan de abdij van Corbie in Frankrijk. De abdij bezat in Widooie een vrij uitgestrekte hoeve, die zij onder leiding van een monnik-proost uitbaatte. De proosdij van Widooie, waarvan de oudste vermelding van 1276 dateert, verdween vermoedelijk in het begin van de 15e eeuw. De proosdij, later herbouwd tot kasteel, kwam in 1588 in het bezit van de Tongerse patriciërsfamilie Vaes. Widooie behoorde in de middeleeuwen tot de stadsvrijheid Tongeren. In 1795 kwam hieraan een eind toen Widooie voor het eerst een zelfstandige gemeente werd. Op 1 januari 1971 fuseerde Widooie met Haren en op 1 januari 1977 met Tongeren. De Sint-Pancraasparochie van Widooie werd vermoedelijk omstreeks 1100 van de moederkerk van Haren afgesplitst. De parochie behoorde aan het Onze-Lieve-Vrouwekapittel van Tongeren, dat de pastoor benoemde en de tienden inde. De parochie bezat geen dooprecht; de kinderen moesten in de moederkerk van Tongeren gedoopt worden. De kwartkapel van Widooie bestond al in de 12e eeuw. In 1804 werd de kerk als succursale bij die van Haren gevoegd. Na 1830 werd de parochie Widooie in 1834 van Haren afgescheiden. De oude kerk werd op 25 mei 1674 door Franse soldaten geplunderd en het oude kasteel werd in 1675 volledig verwoest. Zweedse troepen vernielden op 28 mei 1675 bijna alle huizen. In 1833 telde Widooie vier brouwerijen.

De kunstmatige heuvelrug, de Beukenberg, op de foto is het Gallo-Romeins aquaduct van de stad Tongeren (Atuatuca Tungrorum). Het aquaduct van Tongeren is waarschijnlijk het grootst bewaarde aarden monument in Vlaanderen en is prominent aanwezig in het landschap.

De kunstmatige heuvelrug, de Beukenberg, op de foto is het Gallo-Romeins aquaduct van de stad Tongeren (Atuatuca Tungrorum). Het aquaduct van Tongeren is waarschijnlijk het grootst bewaarde aarden monument in Vlaanderen en is prominent aanwezig in het landschap. Het is ook het enige zichtbare Romeinse aquaduct in België. Het aquaduct werd gebouwd om de toenmalige Romeinse stad van een constante watertoevoer te voorzien. De Romeinen maakten maximaal gebruik van het reliëf om zo weinig mogelijk te moeten bijbouwen. Nu nog vormt de kam van het aquaduct over een lengte van drie kilometer de scheiding tussen de Tongerse deelgemeenten Koninksem en Widooie. In 2009 werd het aquaduct beschermd als archeologisch monument. Zicht ter hoogte van het Provinciaal Instituut voor Biotechnisch onderwijs (PIBO). © Elke Wesemael.

Bezienswaardigheden Berg

De Sint-Martinuskerk te Berg is beschermd sinds 1935. De kerk heeft delen die dateren uit de 15e-16e eeuw.

De Sint-Martinuskerk te Berg is beschermd sinds 1935. De kerk heeft delen die dateren uit de 11e eeuw.

De Sint-Martinuskerk is sinds 1935 beschermd. Ze staat op een heuvel en biedt een panorama op Tongeren en de Jekervallei. Deze kruiskerk heeft een voorstaande westertoren, drie beuken, een niet-uitspringend transept en een vijfzijdig koor. De romaanse middenbeuk, het 11e-eeuwse benedendeel van het transept en de 12e-eeuwse torenbasis vormen de kern van de kerk. Het koor is van omstreeks 1400. Omstreeks 1550 werd het transept verhoogd en, net als het koor, van een gotisch ribbengewelf voorzien. De bovenste bakstenen lagen van de toren dateren van 1792, het protaal van 1872. Van het meubilair zijn noemenswaard: de kansel van 1600, het koorgestoelte van omstreeks 1750, de communiebank van 1775-1800, de biechtstoel van het begin van de 19e eeuw, een doopvont van het einde van de 12e eeuw en de neogotische zijaltaren van 1881-1886. Het triomfkruis is vroeg-16e-eeuws. De apostelenbalk met Christus Zaligmaker en acht apostelen, onder laatgotische drielobbige arcatuur, van omstreeks 1500, is in het doksaal ingewerkt. Het kruisbeeld in de viering is laat-16e-eeuws. Het beeld Sint-Anna te drieën van het begin van de 16e eeuw werd in 1955 gerestaureerd. Liefdadigheid van Sint-Maarten is vroeg-17e-eeuwse volkskunst. In het koor staan zes 17e-eeuwse kalkstenen heiligenbeelden: Paulus, Petrus en de evangelisten. Het schilderij Kruisafneming komt uit de Vlaamse school van 1650-1700. Ook de Bewening is 17e-eeuws. Op de houten zoldering staat een muurschildering met Liefdadigheid van Sint-Maarten, van omstreeks 1872, naar A. van Dijck. In 1869 werd onder het hoofdaltaar een Romeinse viergodensteen ontdekt. Hij wordt in het Luikse Curtiusmuseum bewaard. Op het kerkhof bevinden zich 16e-18e-eeuwse grafkruisen, in de kerk zelf een 18e-eeuwse grafplaat.

Bezienswaardigheden Diets-Heur

De neoclassicistische Sint-Cunibertuskerk van Diets-Heur.

De neoclassicistische Sint-Cunibertuskerk van Diets-Heur.

In de met boomgaarden omringde dorpskom staat de Sint-Cunibertuskerk. Het is een eenbeukige neoclassicistische bakstenen zaalkerk, met een ingebouwde westertoren en een rechthoekig afgesloten koor. Het wijwatervat is een blok natuursteen, een Romeins beeldhouwwerk uit de 2e-3e eeuw. Het beeldt een masker, fruikt, en een arend af. Het bovenste deel werd in de 12e eeuw uitgehold en versierd met romaanse motieven. Het meubilair is overwegend 19e-eeuws, behalve het hoofdaltaar van 1750-1780 en de preekstoel van 1700-1750. In de kerkhofmuur zijn grafkruisen uit de 16e-18e eeuw gemetseld.

Bezienswaardigheden Henis

De Sint-Hubertuskerk van Henis is een 19e-eeuwse kerk met een ingebouwde 13e-eeuwse toren.

De Sint-Hubertuskerk van Henis is een 19e-eeuwse kerk met een ingebouwde 13e-eeuwse toren.

De neoromaanse Sint-Hubertuskerk van 1856-1858 heeft een vroeggotische 13e-eeuwse ingebouwde westertoren van zandsteenblokken. De hardstenen barokke doopvont, met het alliantiewapen van Schroets-Selijs, is van omstreeks 1650. De buste van een geklede Onze-Lieve-Vrouw is 16e-eeuws. Sint-Hubertus is vroeg-18e-eeuws. Hubert Raskop uit Tongeren schilderde omstreeks 1865 de kruisweg. Op het kerkhof staan grafkruisen uit de 17e eeuw. Het moderne Sint-Christoffelbeeld van 1983 is een creatie van Hubert Richerzhagen.

Bezienswaardigheden 's-Herenelderen

Impressie van kasteeldorp 's Herenelderen met de laatgotische Sint-Stefanuskerk.

Impressie van kasteeldorp 's Herenelderen met de laatgotische Sint-Stefanuskerk.

In het centrum van dit typische Haspengouwse kasteeldorp staat de 15e-16e-eeuwse laatgotische Sint-Stevenskerk. Het is een mergelstenen kerk met drie beuken, een gedeeltelijk ingebouwde westertoren en een rechthoekig koor met veelzijdige apsis. De kerk werd in 1890-1899 gerestaureerd en uitgebreid onder leiding van architect Lohest. Sinds 1935 is de kerk beschermd. Op het hoogaltaar staat een Antwerps retabel van omstreeks 1530, met taferelen uit het leven van Christus en het Oude Testament. Het werd in 1900 gerestaureerd door Bressers van Gent. Barones Maria van Hamal liet in 1539-1540 vijf vroegrenaissancistische glasramen plaatsen ter nagedachtenis van haar man, graaf Willem van Croy. Het zesde glasraam, van 1899, is van Osterrath van Tilff. In de zijbeuken zitten vier ovale brandglasmedaillons van 1550-1600. Het gotische triomfkruis is 15e-eeuws. Zes laatrenaissancistische medaillons met 17e-eeuwse reliëfs stellen Aaron, koning David, Mozes, koning Salomon en twee profeten voor. De barokke biechtstoel dateert van 1656. De neogotische zijaltaren zijn van omstreeks 1900. Verscheidene heiligenbeelden zijn 19e-eeuws. Op de geschilderde panelen van 1500-1550 staan Christus en Onze-Lieve-Vrouw afgebeeld. Onder de vele 14e- tot 18e-eeuwse grafstenen zijn die van de families van Hamal en van Renesse te zien.

Het kasteel van Renesse is van oorsprong 15e-17e-eeuws. Het kasteel is in privébezit en niet toegankelijk.

Het kasteel van Renesse is van oorsprong 15e-17e-eeuws. Het kasteel is in privébezit en niet toegankelijk.

Het fraaie U-vormige omwalde kasteel van Renesse is oorspronkelijk een 15e-17e-eeuws slot. Het werd omstreeks 1710 grondig verbouwd en vertoont laatgotische, renaissancistische en barokke trekken. Rechts van het kasteel staat een 17e-eeuwse gesloten kasteelhoeve met een poortgebouw en een duiventil. Twee hoektorens in Maaslandse stijl dateren van 1681. Het kasteel is niet toegankelijk voor het publiek.

Bezienswaardigheden Koninksem

Koninksem heeft meerdere tumuli die dateren uit de 1e-3e eeuw. Deze tumulus bevindt zich aan de Paardsweidestraat.

Koninksem heeft meerdere tumuli die dateren uit de 1e-3e eeuw. Deze tumulus bevindt zich aan de Paardsweidestraat.

De Romeinse tumuli bij de heerweg Bavai-Tongeren dateren uit de 1e-3e eeuw. Ze zijn sinds 1979 als monument en dorpsgezicht beschermd. De hoogste tumulus is 16 m.

De bakstenen classicistische Sint-Servaaskerk van 1852 heeft een voorstaande toren, een driebeukig schip en een driezijdig afgesloten koor. Het meubilair is 19e-eeuws, behalve de biechtstoel met dubbel blazoen, die uit 1750-1800 dateert. Het barokke hoofdaltaar dateert uit het begin van de 18e eeuw en de doopvont is van de 18e eeuw. Het verminkte geklede beeld van Onze-Lieve-Vrouw is vroeg-17e-eeuws. Sint-Servaas is van dezelfde eeuw. Een grafsteen dateert uit de 16e eeuw. Twee messingen kandelaars zijn laat-16e-eeuws.

Bezienswaardigheden Lauw

De Sint-Pieterskerk van Lauw (Tongeren) is een imposant, bakstenen neogotisch kerkgebouw naar ontwerp van architect Herman Jaminé. De kerk werd gebouwd tussen 1866 en 1871.

De Sint-Pieterskerk van Lauw (Tongeren) is een imposant, bakstenen neogotisch kerkgebouw naar ontwerp van architect Herman Jaminé. De kerk werd gebouwd tussen 1866 en 1871.

De betrekkelijk grote neogotische Sint-Pieterskerk werd gebouwd omstreeks 1866 en afgewerkt in 1876. De kerk omvat een driebeukig schip, een transept met driezijdig afgesloten kruisarmen, een veelhoekig koor met aan weerszijden een driezijdig absidiool, een westertoren, die geflankeerd is door een achthoekige doopkapel, en een sacristie aan de zuidkant. Op een balk van 1875 vormen Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Jan de Evangelist van omstreeks 1300 samen met een modern Christusbeeld een triomfgroep. De doopvont van 1804 is van zwart marmer. De koorlezenaar is vroeg-18e-eeuws, de messingen paaskandelaars zijn van dezelfde eeuw. Op het kerkhof ligt een 17e-eeuwse grafsteen. De Hoogmolen en de Daalmolen zijn graanwatermolens op de Jeker. De Romeinse heerwegen Tongeren-Bavai en Tongeren-Hoei dateren uit de 1e eeuw. De Romeinse tumulus Herstappetombe uit de 1e-3e eeuw is met zijn omgeving sinds 1976 beschermd.

Bezienswaardigheden Mal

De neogotische Heilig Kruisvindingkerk van 1845-1846 heeft drie beuken, een ingebouwde westertoren en een driezijdig afgesloten koor. De neogotische hoofd- en zijaltaren van 1856 zijn door een Brusselaar gebouwd, een zekere Malfait. De hardstenen doopvont dateert van omstreeks 1850. De moderne preekstoel, met in reliëf een Christusfiguur en evangelistensymbolen, komt uit het Brussels atelier Van den Houtte. Het barokke ivoren Christusbeeldje is 17e-eeuws, het Sint-Rochusbeeld vroeg-17e-eeuws. Het schilderij Aanbidding der Herders van 1866 is werk van ene Julin. Verscheidene messingen altaarkandelaars stammen uit de 17e eeuw. In de pastorie bevindt zich de kuip van een romaanse doopvont.

In het zuidoosten van Tongeren en op een boogscheut van het centrum, ligt het uitgestrekt natuurreservaat Park van de oostelijke Jeker. Duizenden wandelaars en fietsers doorkruisen jaarlijks dit prachtige gebied op zoek naar rust en ontspanning. Maar het is vooral de natuur die hier overheerst. Een grote verscheidenheid aan biotopen zorgt voor een zeer rijke fauna en flora.

In het zuidoosten van Tongeren en op een boogscheut van het centrum, ligt het uitgestrekt natuurreservaat Park van de oostelijke Jeker. Duizenden wandelaars en fietsers doorkruisen jaarlijks dit prachtige gebied op zoek naar rust en ontspanning. Maar het is vooral de natuur die hier overheerst. Een grote verscheidenheid aan biotopen zorgt voor een zeer rijke fauna en flora. © Foto: Jos Roeffaers.

Het Park van de oostelijke Jeker is een natuurgebied van 250 ha tussen Mal en Tongeren.

Bezienswaardigheden Neerrepen

De Sint-Ludgeruskerk van Neerrepen is van oorsprong een romaanse kerk die dateert uit de 11e-12e eeuw.

De Sint-Ludgeruskerk van Neerrepen is van oorsprong een romaanse kerk die dateert uit de 11e-12e eeuw.

De Sint-Ludgeruskerk is in oorsprong 11e-12e-eeuws en romaans. De middenbeuk en de onderbouw van de toren zijn bewaard. De kerk werd grondig aangepast en verbouwd. De toren en het transept zijn 15e-eeuws, het rechthoekige koor met halfronde apsis is laat-17e-eeuws. De in gotische stijl herbouwde zijbeuken kregen in 1909 een neoromaans aanzicht, toen architect M. Christiaens de kerk volledig restaureerde. Onder de toren zit een ribgewelf uit de 15e eeuw. De doopvont dateert uit 1750-1800. Het Sint-Michaelbeeld is van omstreeks 1500; Sint-Ludgerus is 16e-eeuws, Sint-Lambertus 17e-eeuws. De calvarie is een laat-17e-eeuws. De calvarie is een laat-17e-eeuws altaarstuk van een voormalig hoofdaltaar. Een volks paneel van omstreeks 1750 illustreert zes taferelen uit het leven van Sint-Ludgerus. De geelkoperen altaarkandelaars zijn 17e-eeuws. Tot de grafstenen uit de 16e tot de 18e eeuw behoren die van de familie Van Repen en de Rosen. De kerk is beschermd sinds 1935.

Neerrepen bezit twee kastelen. Het kasteel van Repen staat te midden van een mooi park. Het herenhuis is geflankeerd door een hoektoren van 1592 in Maaslandse zand- en baksteenarchitectuur. Het complex werd in de 18e eeuw in classicistische stijl verbouwd en omstreeks 1980 hersteld. De kasteelhoeve dateert van 1756.

Het kasteel van Rooi dateert uit 1717 maar heeft nog oudere delen zoals de trapgevel uit de 16e eeuw. Het kasteel is beschermd sinds 1984.

Het kasteel van Rooi dateert uit 1717 maar heeft nog oudere delen zoals de trapgevel uit de 16e eeuw. Het kasteel is beschermd sinds 1984.

Het U-vormige kasteel Rooi werd in 1717 opgetrokken, grotendeels in Maaslandse stijl. De oudere delen van het kasteel zijn laatgotisch, onder meer de trapgevel. Het kasteel werd omstreeks 1714 in classicistische stijl verbouwd en in de 19e eeuw gerestaureerd. Daarbij sluit een kasteelhoeve aan. Beide kastelen zijn niet toegankelijk voor het publiek.

Bezienswaardigheden Nerem

Door de dorpskom van Nerem vloeit de Buth. De Sint-Servaaskerk, in een neoromaans-Byzantijnse stijl, is van 1876. Ze heeft een westertoren, een driebeukig schip en een vierkant koor met halfronde apsis. Het Sint-Barbarabeeld is 17e-eeuws. Sint-Servaas dateert van omstreeks 1700. Tegenover de kerk bevindt zich de 19e-eeuwse neo-Byzantijnse Sint-Antoniuskapel.

Het kasteel Rosmeulen uit het begin van de 20e eeuw zweemt naar art nouveau. Het hoge traliewerk heeft een bevreemdend effect. Sfinxen bewaken de loopbrug.

Voormalig chocoladefabriek Rosmeulen, is een uniek voorbeeld van een fabrieksgebouw in Art Nouveaustijl. Het is het eerste gebouw in gewapend beton in België.

Voormalig chocoladefabriek Rosmeulen, is een uniek voorbeeld van een fabrieksgebouw in Art Nouveaustijl. Het is het eerste gebouw in gewapend beton in België.

Aan de overzijde van de straat ligt de voormalige chocoladefabriek Rosmeulen. Dit unieke gebouw uit 1909 in art nouveau was het eerste bouwwerk in België van gewapend beton.

De spoorlijn Hasselt-Luik gaf het ontstaan aan een merkwaardig viaduct. Het werd aangelegd tijdens de Eerste Wereldoorlog, vandaar de naam 'Duitse brug'. Net buiten de dorpskom ligt het renaissancistische kasteel Scherpenberg van 1580. De riddertoren aan de linkerzijde is echter romaans van oorsprong. Boven de ingang zit een ingemetselde steen met de wapens van de families Vaes en Schroots, die het kasteel lieten bouwen. De kastelen zijn niet toegankelijk voor het publiek.

Bezienswaardigheden Overrepen

De dorpskom van Overrepen is beschermd als dorpsgezicht sinds 1981. De Sint-Laurentiuskerk heeft een toren die dateert uit de 13e eeuw.

De dorpskom van Overrepen is beschermd als dorpsgezicht sinds 1981. De Sint-Laurentiuskerk heeft een toren die dateert uit de 13e eeuw.

Parochiekerk, pastorie, woonhuis en hoeve vormen de dorpskom die met de onmiddellijke omgeving als dorpsgezicht beschermd is sinds 1981. De Sint-Laurentiuskerk heeft een 13e-eeuwse romaanse voorstaande westertoren van blokken in silex en mergelsteen. De kerk werd in 1773 herbouwd in opdracht van de landcommandeur van Alden Biesen. Hij genoot het patronaatsrecht. Op het altaar van 1750-1775 in het portiek hangt een schilderij Jezus aan het Kruis, van 1750-1800, naar A. van Dijck. De barokke biechtstoel is van het begin van de 17e eeuw, een andere dateert uit begin van de 19e eeuw en is gemaakt in Louis-Philippestijl. De kansel is van omstreeks 1650 en werd in 1967 verbouwd. Het doksaal heeft een balustrade en een orgelkast van omstreeks 1875. Het blazoen is dat van baron Bocholtz, commandeur van Alden Biesen. Het dateert van 1695. Het beeld Sint Lucia dateert uit de 16e eeuw. Sint-Sebastiaan is van omstreeks 1700. Het paneel Sint-Laurens veroordeeld tot de Marteldood is 16e-eeuws. Het drieluik met calvarie, Sint-Helena en Sint-Odilia is 18e-eeuws, Sint-Carolus Borromeus met Onze-Lieve-Vrouw en Pestlijders en Sint-Veronica droogt het Gelaat van Jezus af zijn ook 18e-eeuws. C. Claes van Tongeren maakte de kruisweg in 1876. Het grafmonument van de familie Noetelers stamt uit de 16e eeuw. De kerk is beschermd als monument sinds 1981. Op het kerkhof staat een 17e-eeuws grafkruis. De 17e-eeuwse pastorie werd in 1757 herbouwd. In de gevelmuur zitten twee maskers, afkomstig van een 12e-eeuwse romaanse doopvont. Een schoorsteenmantel heeft 18e-eeuwse barokversieringen. De pastorij is sinds 1981 beschermd.

Een mooie Repense hoeve was eigendom van de landcommanderij Alden Biesen in Rijkhoven. De bedrijfsgebouwen zijn van 1731. Het woonhuis is van 1741, maar werd in de 19e eeuw grotendeels verbouwd. De hoeve is beschermd sinds 1981.

In Overrepen vind je de ruïne van de Burcht van Kolmont, ooit bezit van de Graven van Loon met delen uit de 11e eeuw.

In Overrepen vind je de ruïne van de Burcht van Kolmont, ooit bezit van de Graven van Loon met delen uit de 11e eeuw.

De ruïne van de burcht Kolmont van de graven van Loon staat op een kunstmatige heuvel in een prachtige omgeving. In de 11e en 12e eeuw onderging de burcht romaanse en in de 15e eeuw gotische aanpassingen. Sommige muren zijn meer dan 3 m dik. Het domein is niet toegankelijk. Tegenover het domein staat een 19e-eeuws kasteel met een park en een vijver.

Het gehucht Ridderkerk was een afzonderlijke Luikse heerlijkheid met een eigen schepenbank. De 18e-19e-eeuwse Herkwinning heeft een 16e-18e-eeuwse kern.

Bezienswaardigheden Piringen

De Sint-Gertrudiskerk te Piringen is een modern-romaanse kerk met vroeggotische westertoren uit de 13e eeuw.

De Sint-Gertrudiskerk te Piringen is een modern-romaanse kerk met een vroeggotische westertoren uit de 13e eeuw.

De modern-romaanse Sint-Gertrudiskerk van 1940-1941 was een ontwerp van architect Jozef Deré van Hasselt. De kerk heeft een massieve laat-13e-eeuwse vroeggotische westertoren van blokken in silex, mergel en materiaal uit de Romeinse muren van Tongeren. In de benedenverdieping van de toren zitten twee laat-13e-eeuwse mergelkraagstenen met een masker. De laatgotische calvariegroep is van het begin van de 16e eeuw. Sint-Gertrudis van Nijvel is van omstreeks 1550, Sint-Rochus van omstreeks 1700 en Sint-Denijs van omstreeks 1800. De schilderijen Opwekking van Lazarus en Gedaanteverandering op Thabor dateren van het begin van de 17e eeuw. Een grafsteen van 1640 komt uit de Sint-Janskerk van Tongeren. Op het kerkhof staat een laat-17e-eeuws grafkruis. Naar aanleiding van de kroningsfeesten van 1981 werd in het dorp een linde geplant. De dorpskerk, de 18e-eeuwse pastorie en de kastanjeboom vormen met de omliggende woonhuizen een mooi dorpsgezicht. In Piringen liggen aantrekkelijke Haspengouwse boerderijen, onder meer een gesloten hoeve van 1717 aan de Piringerstraat.

Bezienswaardigheden Riksingen

De Sint-Gertrudiskerk van Riksingen is een neoclassicistische kerk uit 1856. De kerk heeft haar 13e-eeuwse toren bewaard.

De Sint-Gertrudiskerk van Riksingen is een neoclassicistische kerk uit 1856. De kerk heeft haar 13e-eeuwse toren bewaard.

De neoclassicistische Sint-Gertrudiskerk van 1856 werd in 1948 vergroot met een moderne kruisbeuk en een koor, door architect Pierre Ulrix van Tongeren. De kerk heeft van haar 13e-eeuwse vroeggotische aanleg de westertoren van blokken in silex en materiaal van oude Romeinse bouwwerken bewaard. In het portaal werd de gewijde steen van een vroegere kerk ingemetseld. De steen dateert van 1036. De toren en de steen zijn sinds 1951 beschermd. De biechtstoel is van1725-1750 en de marmeren en hardstenen doopvont van omstreeks 1850. Het beeld Sint-Jacob de Meerdere dateert van omstreeks 1500. Jezus aan het Kruis is vroeg-16e-eeuw, de volkse Sint-Gertrudis 18e-eeuws. Een paneel met Sint-Gertrudis is van omstreeks 1850. De barokke, messingen altaarkandelaars dateren uit de 17e eeuw.

Bezienswaardigheden Rutten

De neoclassicistische Sint-Maartenskerk van 1844 is een driebeukig gebouw met een rechthoekig koor en een halfronde apsis. Ze heeft een 12e-eeuwse romaanse westertoren, grotendeels van blokken in silex. In de westgevel zit een groot 14e-eeuws gotisch venster. De toren is sinds 1935 beschermd. Het portiekhoofdaltaar dateert van 1750-1800, twee credenstafels zijn van 1825-1850. Een biechtstoel, het doksaal met balustrade en de orgelkast dateren van omstreeks 1845. De romaanse doopvont van Naamse steen stamt uit de 12e eeuw. De laat-14e-eeuwse Jezus aan het Kruis en Liefdadigheid van Sint-Maarten van omstreeks 1530 zijn een paar van de aanwezige 15e- tot 19e-eeuwse beelden. Het houten reliekschrijn van Sint-Evermarus, van 1800-1850, is voor een deel verguld. A. Van Hammée maakte de kruisweg in 1867-1868. Twee messingen altaarkandelaars stammen uit 1650-1700. Op het kerkhof staan drie 17e-eeuwse hardsten grafrkuisen en een grafmonument van 1793. De kapelanij van 1711 is gebouwd in streng Maaslandse stijl.

De Sint-Evermaruskapel van 1784, met dakruiter, is van breuksteen met hoekblokken en lijstwerk in regelmatig verband. De kapel heeft een rechthoekige plattegrond. De kleine sacristie staat aan de oostkant. In de nis van een altaar van 1775-1800 staat een beeld van Sint-Evermarus uit 1600-1650. Het antependium van 1713 is van rood fluweel met borduurwerk in goud. Marteldood van Sint-Evermarus en Gezellen is een 18e-eeuws schilderij uit de Luikse school.

De Mot en de omliggende Motweide zijn sinds 1976 beschermd als monument en landschap.

Het Kasteel van Hamal is het domein van de heer van Hamal, vandaag de dag een gehucht van Rutten, maar in vroegere tijden een aparte heerlijkheid.

Het Kasteel van Hamal is het domein van de heer van Hamal, vandaag de dag een gehucht van Rutten, maar in vroegere tijden een aparte heerlijkheid.

Het kasteel van Hamal heeft een 12e-eeuwse romaanse donjon en een 17e-eeuwse zuidelijke toren in Maaslandse stijl. Het kasteel is overwegend 18e-eeuwse barok en rococo. Het interieur is weelderig versierd en omvat muurschilderingen, onder meer van de Italiaan Caldelli, een portrettengalerij en een rijke bibliotheek. De neogotische kapel dateert uit het einde van de 19e eeuw, de kasteelhoeve is van 1888. Het indrukwekkende, omwalde kasteel ligt in een weids landschap met een park en een vijver. Het prachtige landgoed was gedurende drie maanden het verblijf van Lodewijk XV.

vlakbij het kasteel van Hamal staat een toerenburcht uit de 12de eeuw. Torenburcht Rutten staat midden in een terreindepressie die door het afdammen van de nabijgelegen Ezelsbeek onder water gezet werd. De toren is een vierkante constructie van 7,5 op 6,8 meter, met muren op 1,2 meter dik, opgetrokken in Silex. Vroeger bevond de toegang zich aan de oostkant, waar de toren door een lange brug verbonden was met het hoger liggend terrein.

vlakbij het kasteel van Hamal staat een torenburcht uit de 12de eeuw. De Torenburcht Rutten staat midden in een terreindepressie die door het afdammen van de nabijgelegen Ezelsbeek onder water gezet werd. De toren is een vierkante constructie van 7,5 op 6,8 meter, met muren van 1,2 meter dik, opgetrokken in mergelsteen en silex. Vroeger bevond de toegang zich aan de oostkant, waar de toren door een lange brug verbonden was met het hoger liggend terrein.

Vlakbij het kasteel ligt de oude torenburcht van Rutten, die het toneel was van de oorlog tussen de Awans en de Waroux. Deze woontoren is van mergel en gebouwd op een plint van silex.

Rutten heeft bezienswaardige boerderijen, onder meer de Lenaershoeve van 1777 met een poort van 1708. De hoeve was eigendom van de abdij Burtscheidt bij Aken, en is een typisch 18e-eeuwse Haspengouwse 'winning'. Het kasteel is niet toegankelijk voor het publiek. De Ruttermolen op de Jeker gaat terug tot 1350 of vroeger. De huidige gebouwen van de molen stammen uit de 17e of de 18e eeuw. Het metalen onderslagrad dateert uit het begin van de 19e eeuw.

Bezienswaardigheden Sluizen

In Sluizen bevindt zich de deels 12de–13de eeuwse Romaanse Sint-Servaaskerk. De kerk werd gerestaureerd in 1865-1866.

In Sluizen bevindt zich de deels 12de–13de eeuwse Romaanse Sint-Servaaskerk. De kerk werd gerestaureerd in 1865-1866.

De Sint-Servaaskerk is sinds 1936 beschermd. Ze heeft van haar 12e-13e-eeuwse Rijnlands-romaanse aanleg van blokken in silex de voorstaande westertoren, het koor met halfronde apsis, de sacristie en enkele muurresten bewaard. In 1865-1870 herbouwde architect Herman Jaminé van Hasselt het 17e-eeuwse driebeukige schip met mergelsteen in neoromaanse stijl. Het koor en de sacristie zijn gewelfd. De apsis, verlicht door een klein vierlobbig venster, is afgedekt met een halfronde koepel. Het neoromaanse meubilair is van het einde van de 19e eeuw. Het beeld Sint-Sebastiaan dateert uit de 18e eeuw. Op een grafsteen staat een voorstelling van priester Jan Voesen († 1529). Op het ommuurde kerkhof staan 17e- en 18e-eeuwse hardstenen grafkruisen.

Bezienswaardigheden Tongeren

BINNEN DE WALLEN

Op de Grote Markt staan 17e-18e-eeuwse Maaslandse huizen, onder meer het oude Raadhuis van 1680 en de Pelikaan van het einde van de 17e eeuw.

Het standbeeld van Ambiorix op de Grote Markt van Tongeren dateert uit 1866.

Het standbeeld van Ambiorix op de Grote Markt van Tongeren dateert uit 1866.

Het bronzen standbeeld van Ambiorix herinnert aan zijn strijd tegen Julius Caesar in 54 v. C. Ambiorix was de koning van de Gallische Eburonen. Zijn standbeeld is een creatie van de Franse beeldhouwer Jules Bertin (1826-1892) van 1866.

Het interieur van het Maaslandse Stadhuis uit 1737-1749, in classicistische laatbarok, werd in 1812 aangepast. Op de voorgevel prijkt het wapen van prins-bisschop Joris II Lodewijk de Berges. Het witmarmeren borstbeeld van Napoleon, van 1812, wordt aan de Italiaanse beeldhouwer Antonio Canova (1757-1822) toegeschreven. Charles Tschaggeny (1815-1894) schilderde en tekende oude stadsgezichten van Tongeren. Het meubilair in het stadhuis is Luiks. Het stucwerk is barok en rococo. Naast het stadhuis staat het monument voor de gesneuvelden, een werk van Bracke. Het werd in 1926 onthuld in aanwezigheid van koning Albert I. De 4e-eeuwse toren op het Vrijthof is eenvoudig toegankelijk. Het Vrijthof en de Graanmarkt werden heringericht en de toren werd geïntegreerd in de toegangszone tot het Gallo-Romeins Museum.

De Onze-Lieve-Vrouwebasiliek is een kerk in de Belgische stad Tongeren. Het is de grootste kerk van deze stad in het uiterste zuiden van de Belgische provincie Limburg. De kerk kent een zeer lange en verrassende geschiedenis. De huidige benaming van deze kerk is de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortebasiliek. Het bouwwerk staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO als onderdeel van de groepsinschrijving Belforten in België en Frankrijk.

De Onze-Lieve-Vrouwebasiliek is een kerk in de Belgische stad Tongeren. Het is de grootste kerk van deze stad in het uiterste zuiden van de Belgische provincie Limburg. De kerk kent een zeer lange en verrassende geschiedenis. De huidige benaming van deze kerk is de Onze-Lieve-Vrouw-Geboortebasiliek. Het bouwwerk staat op de werelderfgoedlijst van UNESCO als onderdeel van de groepsinschrijving Belforten in België en Frankrijk.

De gotische Onze-Lieve-Vrouw-Geboortebasiliek is het meest luisterrijke monument van Limburg. De basiliek is het resultaat van drie eeuwen bouwwerkzaamheden. In 1213 brandde de romaanse kerk af. In 1240 begon de bouw van de huidige kerk, die in 1544 voltooid werd. De plattegrond van de basiliek omvat: een driebeukig schip van vier oostelijke traveeën uit 1250-1300, twee westelijke torens van omstreeks 1520-1525, met twee rijen zijkapellen uit de 14e-16e eeuw, een noordelijke transeptarm van het einde van de 14e eeuw, een zuidelijke transeptarm van 1250-1300, en een vrij driep, veelhoekig afgesloten koor zonder galerij uit de 13e-14e eeuw, aan weerszijden geflankeerd door een sacristie. Volgens een gedenksteen in een muur op de benedenverdieping begonnen de werkzaamheden aan de voorstaande westertoren op 4 mei 1442. De toren was af in 1544. De brand van 1598 vernielde de torenspits volledig. Ook de beiaard van 1586 ging verloren. Het houten 'belfort' werd heropgebouwd en kreeg een nieuw klokkenspel. De brand van 1677 legde de toren weer in de as. In 1877 werd de torenspits afgebroken en werd er een nieuwe verdieping gebouwd. De kerk werd in 1846-1884 grondig gerestaureerd. De toren werd voorzien van drie portalen en op de verdieping kwam een omlopende open galerij. Van de geplande opengewerkte stenen naald werd in 1877 alleen de 9 m lange basis uitgevoerd. De toren werd vlak afgedekt. Het schip werd verfraaid met neogotische pinakels en waterspuwers. De gedeeltelijk ingebouwde zuidelijke transeptarm kwam vrij en kreeg in 1874 een groot portaal, dat overeenkomsten vertoonde met dat van het noordelijke transept. In 1969 en 1972 en later werden de toren en de kerk gerestaureerd. Sinds 1932 draagt de kerk de titel van basilica minor. Ze is sinds 1936 beschermd. De restauratie verbeterd de kwaliteit van de beiaard van Chaudoir. Op de achtermuur staan Onze-Lieve-Vrouw en twee engelen onder troonhemels. Het noordelijke portaal, waarvan het voorste deel van 1525 dateert, werd in 1532 versierd met laatgotische traceringen en beelden door meester Peeter en Jan. Het binnenste portaal is een vroeg 13e-eeuws rondbogig portaal met voorstellingen van Christus die over Levenden en Doden oordeelt, rechts de Wijze Maagden en links de Dwaze Maagden, en onderaan Engelen die de Doden opwekken. De zuidelijke en noordelijke portieken dragen tussen de deurvleugels Onze-Lieve-Vrouw met Kind, van het einde van de 14e eeuw, en Sint-Maternus, van 1913, door P. Peeters. Boven de drievoudige toegang onder de toren is een 19e-eeuwse gotische galerij met ronde zuiltjes en drielobbige gewelfboogjes. Boven staan de beelden van profeten en bazuinblazers. De lengte van torenportaal, beuk en koor samen is 89 m, met de omgang 122 m. Het koor is 20 m hoog, net zoals het schip en de kruisbeuk. De toren meet 64 m. Zuilen en spitsbogen scheiden hoofd- en zijbeuken van elkaar. Onder de hoge vensters van het schip is een triforium, met kleine lancetbogen, gedragen door ronde zuiltjes, naar regionale traditie. In de koorapsis stellen vier renaissanceglasramen van 1548-1550 de vier westerse kerkleraars voor. Beelden in de kerk zijn: Onze-Lieve-Vrouw met Kind, tussen Sint-Servaas en Sint-Trudo; Sint-Anna te drieën, tussen Sint-Catharina en Sint-Barbara; en in het midden een calvarie met de allegorieën Geloof, Hoop en Liefde. Het blazoen van Pius IX werd in 1865 toegevoegd.

Het indrukwekkende middenschip van de Basiliek van Tongeren.

Het indrukwekkende middenschip van de Basiliek van Tongeren.

Het middenschip is indrukwekkend. Het oorspronkelijke meubilair ging grotendeels verloren in de brand van 1677. Andere meubels werden door de Fransen in 1797 geconfisqueerd of door de 'gotische' restauratie van 1846-1884 'opgeruimd'. In het koor staat een met leder bekleed gestoelte van 1710 uit het Luikse atelier van Georges van Schoenbeeck. Het laatgotische Antwerpse eiken retabel van omstreeks 1520 komt uit de Sint-Pieterskerk van Venray. Het stelt in 23 taferelen het leven van Onze-Lieve-Vrouw voor. Op de eerste rij worden de taferelen Huwelijk, Boodschap, Bezoeking, Besnijdenis en Heilige Familie afgebeeld. Op de tweede rij is Aanbidding der Herders, Aanbidding der Wijzen en Maria's dood te zien. Bovenaan staat het tafereel Onze-Lieve-Vrouw Tenhemelopneming. In 1242 wijdde bisschop Robert van Thorote het altaar van blauwe kalksteen. Aan de koormuren hangen vier grote schilderijen van de Naamse landschapschilder J.B. Juppin (1678-1729). Edmond Plumier (1694-1733) schilderde de personages. De schilderijen stellen taferelen voor uit het leven van Onze-Lieve-Vrouw en van Sint-Maternus. Een vijfde doek van deze kunstenaars, een beeld van de stad Tongeren van voor de brand van 1677, hangt in het noordelijke transept. In het koor staat een massief geelkoperen lezenaar van 1372, in de vorm van een arend. Hij is wellicht de belangrijkste lezenaar van het land. De lezenaar en de paaskandelaar van 1372 zijn het werk van de Maaslandse geelgieter Jan Joses van Dinant. In het noordelijke transept op het altaar van 1876 in witte steen, door Gentenaar Matthias Zens, prijkt het genadebeeld Onze-Lieve-Vrouw met Kind en Druiventros, van omstreeks 1476. Het beeld, bekend als Onze-Leve-Vrouw van Tongeren, werd in 1890 plechtig gekroond onder de naam Oorzaak onzer Blijdschap. Het reliekschrijn van de bisschoppen van Tongeren bevindt zich voor het altaar in de zuidelijke transeptarm. Achter het altaar bevinden zich 15e- en 16e-eeuwse smeedijzeren boeien van Turkse slaven. In de laatste zuidelijke zijkapellen staan twee portiekaltaren in renaissancestijl van 1600-1650. Het zijn de twee enige die aan de restauratiecampagne van 1846-1884 ontsnapt zijn, met de altaarstukken Aanbidding der Herders en Geboorte van Christus, van het einde van de 16e eeuw. De overige zijaltaren dateren van 1875-1900, ondermeer het Sint-Lutgardisaltaar van 1891. Constant Claes deed het schilderwerk. In de noordelijke zijkapel staan biechtstoelen van omstreeks 1650 en 1688, in de zuidelijke een biechtstoel van 1727. De preekstoel dateert van 1750-1775. Luikenaar J.B. Picard bouwde het orgel in 1750-1753. De rococo-orgelkast van 1751-1752 is van Picards stadsgenoot M.B. Termonia, het beeldhouwwerk is van Heuvelmans. De Luikenaar Christiaan Schwertfeger smeedde de laatbarokke geelkoperen deur van 1711, onder het doksaal. De doopvont van zwart en wit marmer, met messingen deksel, dateert van 1739 en is een schulptuur van Luikenaar J. Kirsch. Het altaar van marmer en albast in het catecheselokaal is van omstreeks 1600. De kerk bezit beelden van de 13e tot de 19e eeuw, waaronder: een vroeg-13e-eeuwse sedes sapientiae, een 13e-eeuwse Onze-Lieve-Vrouw met Kind staande op Draak, een piëta van omstreeks 1400, een vroeg-15e-eeuwse Onze-Lieve-Vrouw met Kind, een vroeg-16e-eeuwse Sint-Maternus en een 16e-eeuwse calvariegroep. De kerkschat omvat liturgisch zilverwerk van de 16e tot de 19e eeuw, onder meer een laat-16e-eeuwse cilindermonstrans, liturgische gewaden en kelken, van het begin van de 16e tot de 18e eeuw. Kanunnik M.P. Closar († 1735) kreeg hier een marmeren grafmonument. Onder het koor bevindt zich een vroegromaanse crypte, die sinds 1733 de begraafplaats is van de Tongerse kanunniken.

Dit Romaanse klooster bevindt zich bij de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. De basiliek, die oorspronkelijk uit dezelfde tijd stamde, is echter heropgebouwd in de Gotische stijl. In de 19e eeuw werd het klooster grondig gerestaureerd, maar men vermoed dat het toch zijn oorspronkelijke 13e eeuwse staat goed bewaard heeft. Van de 12e eeuwse gedeelten is niet veel meer te zien. Opvallend zijn de drie gallerijen met rondbogen, gesteund door alternerend enkele en dubbele zuilen. Een aantal van de zuiltjes (de jongere exemplaren) dragen een bijzonder kapiteel met een bladwerk dat typisch zou zijn voor Maasgotiek.

Dit Romaanse klooster bevindt zich bij de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. De basiliek, die oorspronkelijk uit dezelfde tijd stamde, is echter heropgebouwd in de Gotische stijl. In de 19e eeuw werd het klooster grondig gerestaureerd, maar men vermoed dat het toch zijn oorspronkelijke 13e eeuwse staat goed bewaard heeft. Van de 12e eeuwse gedeelten is niet veel meer te zien. Opvallend zijn de drie galerijen met rondbogen, gesteund door alternerend enkele en dubbele zuilen. Een aantal van de zuiltjes (de jongere exemplaren) dragen een bijzonder kapiteel met een bladwerk dat typisch zou zijn voor Maasgotiek.

In het portaal rechts van het koor, dat naar de 12e-eeuwse romaanse rechthoekige kloostergang leidt, staat een indrukwekkend laat-11e-eeuws triomfkruis. Van dit romaanse complex, 6 m bij 20 m, met drie gangen, is alleen de eerste travee van de zuidzijde nog oorspronkelijk. De rest, met Maaslandse waterbladkapitelen, dateert van omstreeks 1250.

Enkele voorbeelden van kunstschatten uit de schatkamer (Basilicamuseum) van de Basiliek.

Enkele voorbeelden van kerkschatten uit de schatkamer (Basilicamuseum) van de Basiliek van Tongeren.

De binnentuin is toegankelijk via twee portieken. De kapittelzaal tegen het romaanse pand is ingericht als schatkamer of Basilicamuseum. Nog aan de oostzijde bevinden zich de Sint-Annakapel van 1360, met 15e-eeuwse beelden van Sint-Anna en Christus op de koude Steen, en de vroeg-15e-eeuwse Allerheiligenkapel. In de zijmuren van de kloostergang zitten grafplaten van kanunniken en notabelen uit verschillende eeuwen. Het Basilicamuseum bezit een rijkdom aan kerkschatten. De pronkstukken zijn: een 6e-7e-eeuwse gouden Merovingische gesp met email en sierstenen; een stuk van een ivoren diptiek met Sint-Paulus, van omstreeks 600; een 10e-eeuwse reliekhouder van Sint-Bavo; twee armreliekhouders van Sint-Laurens en Sint-Maternus; een triptiek van het Heilig Kruis, van omstreeks 1250; een reliekhouder met Agnus Dei, van 1300-1350; een reliekhouder van Sint-Ursula, van omstreeks 1350; een laat-14e-eeuwse ostensorium van Sint-Bonifaas; 14e- tot 16e-eeuwse verguld koperen reliekhouders; stukken van een relikwieënkast van Onze-Lieve-Vrouw, van 1400, die in 1677 grotendeels verbrand werd; een 15e-eeuws reliekschrijn van Sint-Remaclus, met pre-Eyckiaanse schilderingen; een houten triptiek van Onze-Lieve-Vrouw, van 1350-1400; Tongerse en Luikse liturgische edelsmeedkunst; 16e-18e-eeuwse devotionalia; 9e tot 16e-eeuwse handschriften, schilderijen, liturgisch borduurwerk; en beelden, waaronder een laat-11e-eeuwse romaanse Christuskop, een restant van een Christusbeeld.

Het perron in Tongeren, symbool van de "goede steden" in het toenmalige Prinsbisdom Luik.

Het perron in Tongeren, symbool van de "goede steden" in het toenmalige Prinsbisdom Luik.

Het perron werd in 1985 in de Groendreef afgebroken en weer opgebouwd op Het Plein op de hoek van de Putstraat.

Op de hoek van de Groendreef staat het neoclassicistische Gerechtshof van omstreeks 1850. Het Provinciaal Gallo-Romeins Museum werd volledig vernieuwd en is in zijn vernieuwde vorm terug open voor het publiek sinds mei 2009. Blikvangers zijn onder andere de dodecaëder en de gouden Keltische sieraden die in 1996 in Beringen gevonden werden. Moderne communicatiemedia informeren de bezoeker over de prehistorie, de oudheid en de Merovingische tijd. Lees veel meer over dit indrukwekkende museum dat trouwens in 2011 de Europese museumprijs won, in het bijkomende artikel in de rubriek "dit moet je gezien hebben".

In het Agnetenklooster woonden franciscanessen, zusters van de derde orde van Sint-Franciscus. De resten van de 15e-eeuwse gotische kerk en de 17e-eeuwse gebouwen zijn met hun onmiddellijke omgeving sinds 1981 beschermd. De gebouwen werden gerestaureerd en ingericht voor de diensten van de Vlaamse Gemeenschap.

Het Tongerse begijnhof is het oudste begijnhof van Limburg. Het begijnhof dateert van de 13e eeuw.

Het Tongerse begijnhof is het oudste begijnhof van Limburg. Het begijnhof dateert van de 13e eeuw.

Het voormalige Begijnhof werd in de 13e eeuw gesticht. De vroeggotische Sint-Catharinakerk van 1294 met 14e-eeuwse transeptarmen werd grondig verbouwd tussen 1683 en 1720 en gerestaureerd in het begin van de 20e eeuw. De kerk is sinds 1933 beschermd. Hier staat overwegend 17e-eeuws barok meubilair. De kansel is van 1711. Calvariegroep, Sint-Anna te drieën en Onze-Lieve-Vrouw van de Karmel zijn 15e-eeuwse beelden. Het schilderij Jezus aan het Kruis, van omstreeks 1650, wordt aan Gaspar de Crayer toegeschreven. De begijnhofmuur werd gedeeltelijk afgebroken. Dit unieke straatbegijnhof met zijn 17e-18e-eeuwse huisjes, straten en pleintjes werd in 2000 opgenomen op de lijst van het werelderfgoed van de Unesco. Even buiten de omheiningsmuur van het Begijnhof, op de Koolkuil, werd Sint-Lutgart (1182-1246), schutsvrouw van Vlaanderen, geboren. Na afbraak of verwoesting werd de middeleeuwse muur tijdens het ancien régime telkens weer opgebouwd. De muur werd pas in de 19e eeuw, voornamelijk na 1850, over een grote afstand gesloopt. Toen werden ook de poorten, behalve de Moerenpoort, afgebroken. Belangrijke resten zijn onder meer: de Cremer- en Smeetoren aan de Leopoldwal, de onderbouw van de Lakenmakerstoren aan de Jeker, en de Velinxtoren aan de Luikerpoort, die door de Duitsers in 1944 zwaar beschadigd werd.

De Moerenpoort is de enige overblijvende stadspoort van de zes poorten die de stad Tongeren rijk was. De toren dateert van het midden van de 13e eeuw.

De Moerenpoort is de enige overblijvende stadspoort van de zes poorten die de stad Tongeren rijk was. De toren dateert van het midden van de 13e eeuw.

Van de zes stadspoorten staat alleen nog de Moerenpoort van 1257-1264 overeind. De poort werd in 1379 herbouwd. Sinds 1949 is zij beschermd en in 1954 werd zij gerestaureerd. De toren biedt mooie panorama's. In 1961 installeerde de Vlaamse Toeristenbond hier een oriëntatietafel. De Romeinen legden in de 2e eeuw de eerste 4500 m lange omwalling aan (zie foto helemaal bovenaan). Daarvan is nog 1500 m boven de grond zichtbaar. Deze ruïne is sinds 1962 beschermd. Van de 4e-eeuwse 2700 m lange omheining, die het hoger gelegen deel van de stad omsloot, zijn bij graafwerkzaamheden in 1934 onder het Vrijthof de grondvesten van een ronde toren blootgelegd. De toren is het enige overblijfsel van die omheining en is sinds 1936 beschermd.

Vanaf het midden van de 19e eeuw werd in Tongeren verbouwd en gebouwd in neostijlen. De fin-de-sièclearchitectuur komt voor in enkele hoofdstraten, en ook in het deel van de stadswallen dat eerst tot promenade en na de Tweede Wereldoorlog tot Ring omgevormd werd.

Aan de Maastrichtstraat staan het laatgotische 16e-eeuwse huis Dommershausen, en het neoclassicistische Sint-Jacobsgasthuis, nu een winkel- en wooncentrum, met een 19e-eeuwse vierkante binnenplein. Het gasthuis is aangebouwd tegen een barokke kapel van 1662. De kapel heeft barok meubilair van 1650-1700. Een marmeren praalgraf wordt toegeschreven aan de Luikse beeldhouwer Delcourt. Op het graf staat de gisant van gravin Theresia van Berchem, dame van Hinnisdaal en Betho (?-1697).

Heel wat gebouwen met laatmiddeleeuws vakwerk gingen in de brand van 1677 verloren, die door Franse militaire aangestoken werd.

De Oude Munt of de 'Antiqua Moneta' in Tongeren was gelegen op de hoek van de Grote Markt en de Sint-Truiderstraat. In het gebouw lag het atelier waar de munten van de stad werden geslagen. In de 14de eeuw werd het muntatelier naar de huidige Muntstraat overgebracht. Het is in deze straat dat het Munthuis ligt

De Oude Munt of de 'Antiqua Moneta' in Tongeren was gelegen op de hoek van de Grote Markt en de Sint-Truiderstraat. In het gebouw lag het atelier waar de munten van de stad werden geslagen. In de 14de eeuw werd het muntatelier naar de huidige Muntstraat overgebracht.

Een paar huizen in de Muntstraat ontsnapten aan de vlammen: het Spaans Huis, dat sinds 1942 beschermd is, en de Munt, het L-vormige hoofdgebouw met traptorentje, van omstreeks 1600. De Munt is een beschermd gebouw en werd recentelijk gerestaureerd. Het is ingericht als een cultuurhuis en biedt een onderkomen aan de diensten van cultuur, erfgoed, en monumentenzorg. Ook het Festival van Vlaanderen en het kunst-erfgoed-festival Artuatuca worden in De Munt georganiseerd.

De stenen woningbouw vanaf de 17e eeuw volgt getrouw de evolutie van de Maaslandse stijl. Een voorbeeld daarvan is het tiental huizen in de Corverstraat, die sinds 1981 beschermd zijn.

Aan de Sint-Jansstraat staat de Sint-Jan de Doperkerk. De westertoren in renaissancestijl van 1615 is gedeeltelijk ingebouwd. Het voorportaal en het laatbarokke schip zijn van 1752-1770. Het neoromaanse koor met halfronde apsis, het transept en de zijbeuken dateren van 1885-1888. Het ontwerp was van architect Matthieu Christiaens. De doopvont van marmer en messing dateert van 1700-1750. De ambo van 1969 is de kuip van een preekstoel uit 1750-1800. De balustrade van het doksaal en de orgelkast stammen ook uit die tijd. Laatgotische beeldsnijkunst uit de 15e-16e eeuw is in de kerk overvloedig aanwezig: Sint-Jan de Evangelist van 1400-1500; een 15e-eeuwse Mantelmadonna; Hoofd van Sint-Jan de Doper, van omstreeks 1500; een vroeg-16e-eeuwse Jezus op de Koude Steen; een vroeg-16e-eeuwse Sint-Rochus; een 16e-eeuwse Jezus aan het Kruis; een 16e-eeuwse piëta; Jezus aan het Kruis, van 1550-1600; een 17e-eeuwse Sint-Elooi; een 18e-eeuwse Sint-Jan de Doper; en een vroeg-19e-eeuwse Sint-Lutgardis. Salomé met het Hoofd van Sint-Jan de Doper, Sint-Elisabeth van Hongarije, Sint-Hiëronymus, Sint-Lodewijk en Onthoofdig van Sint-Jan de Doper zijn 17e-eeuwse schilderijen.

De gevangenis van Tongeren was de oudste gevangenis van het land. Ze werd gebruikt tot in 2005. Op de foto de bovengaanderij.

De gevangenis van Tongeren was de oudste gevangenis van het land. Ze werd gebruikt tot in 2005. Op de foto de bovengaanderij.

De oudste stad van het land herbergt ook de oudste gevangenis van België, van 1844, die tot 2005 in gebruik was. Bezoekers krijgen aan de hand van pakkende audio- en beeldfragmenten met getuigenissen van personeel en gedetineerden een volledig beeld van het gevangenisleven.

BUITEN DE STADSWALLEN

Aan de Jeker ten zuidoosten van de stad ligt het stadspark de Motten. Behalve dit park heeft Tongeren ook nog het natuurreservaat De Kevie (ook gekend onder de naam Park van de oostelijke Jeker). Dit 250 ha grote reservaat ligt tussen het centrum van Tongeren en deelgemeente Mal (zie foto bij deze deelgemeente) en is een van de weinige reservaten in België dat erkend is door het Wereldnatuurfonds.

De Beukenberg ten westen van de stadswallen is sinds 1945 als landschap beschermd. Het is een langgerekte kunstmatige heuvel, die de scheiding vormt tussen de stroomgebieden van Maas en Schelde. Waarschijnlijk heeft deze heuvel in de Romeinse tijd na de 2e eeuw als onderbouw gediend voor de waterleiding, in het Latijn aquaeductus, verhaspeld tot Hagedocht (zie foto bovenaan).

Kasteel Betho ligt even buiten Tongeren. Het huidige kasteel werd voltooid rond 1710 en was oorspronkelijk een waterburcht. Het complex bestaat uit het kasteel, een voorhoeve en een park met vijver, een overblijfsel van de kasteelgracht die er ooit lag.

Kasteel Betho ligt even buiten Tongeren. Het huidige kasteel werd voltooid rond 1710 en was oorspronkelijk een waterburcht. Het complex bestaat uit het kasteel, een voorhoeve en een park met vijver, een overblijfsel van de kasteelgracht die er ooit lag.

Het Kasteel van Betho, een massief vierkant Maaslands gebouw met hoektorens, dateert van 1650-1700 en later. De aanpalende Haspengouwse hoeve dateert uit dezelfde periode en was bekend om haar stoeterij. Het gebied tussen Beukenberg en kasteel is een natuurreservaat. De ijzerhoudende Pliniusbron werd geroemd om haar geneeskundige eigenschappen, onder meer door de Romeinse natuurkundige Plinius de Oude.

De Sint-Gilliskapel is gelegen te Mulken, een gehucht van Tongeren. In de 11e eeuw werd er melding gemaakt van een hier gelegen kwartkapel die door een rector wordt bediend. Deze is mogelijk opgericht door de heren van Mulken. Mogelijk rond 1200 werd het gebouw vervangen door een kapel in overgangsstijl. Van deze kapel resteert nog de spitsboog tussen het schip en de toren. Aan het eind van de 13e eeuw werd de huidige toren gebouwd. In 1690 werd er begonnen aan de bouw van een nieuwe kapel (het koor) door Pierre de Simonis, heer van Betho. In 1727 werd het gebouw verder afgewerkt door François de Hinnisdael, de erfgenaam van voornoemde heer.

De Sint-Gilliskapel is gelegen te Mulken, een gehucht van Tongeren. In de 11e eeuw werd er melding gemaakt van een hier gelegen kwartkapel die door een rector werd bediend. Deze is mogelijk opgericht door de heren van Mulken. Mogelijk rond 1200 werd het gebouw vervangen door een kapel in overgangsstijl. Van deze kapel resteert nog de spitsboog tussen het schip en de toren. Aan het eind van de 13e eeuw werd de huidige toren gebouwd. In 1690 werd er begonnen aan de bouw van een nieuwe kapel (het koor) door Pierre de Simonis, heer van Betho. In 1727 werd het gebouw verder afgewerkt door François de Hinnisdael, de erfgenaam van voornoemde heer.

In de buurt staat de oude Sint-Gilliskapel van Mulken, een eenbeukig gebouw met een 13e-eeuwse westertoren en een halfrond gesloten koor. Het schip en het koor werden tussen 1690 en 1727 herbouwd. In het vroeg-18e-eeuwse portiekaltaar staat het 16e-eeuwse beeld van Sint-Gillis, die daar vereerd wordt tegen zenuwziektes. Twee zijaltaren dateren van 1728. De biechtstoel is van omstreeks 1750. Na een recente restauratie kwamen onder de toren 14e-eeuwse muurschilderingen aan het licht. In de wijk Broek werd in 1967 een nieuwe Sint-Gilliskerk gebouwd, een moderne zaalkerk van zandsteenblokken, met een vrijstaande toren, ontworpen door Pierre Ulrix. Het kerkinterieur is modern. De roodkoperen sacramentstoren is een creatie van Raf Verjans. Een ciborie is van 1638, het messingen processiekruis dateert van het einde van de 17e eeuw. Ten noorden van de oude Sint-Gilliskerk staat het 18e-19e-eeuwse Huvenerskasteel, met een burchttoren, uit de 12e-13e eeuw. De kastelen zijn niet toegankelijk voor bezoekers.

Ten noorden van de stadswallen, aan de Henisstraat, staat sinds 1932 de parochiale Sint-Jozefskerk. Het is een moderne bakstenen zaalkerk, die in 1960 door de Luikse architect Lecomte vergroot werd. De communiebank en de preekstoel van omstreeks 1932 zijn met geglazuurde tegels bezet. Een kelk dateert van 1734.

Aan de Beemdstraat, ten zuidoosten van het station, staat de Sint-Lutgartkerk van 1953-1954 in basilicastijl. Het is een nationaal Vlaams heiligdom, dat door architect Jozef Ritzen van Antwerpen ontworpen werd. De kerk heeft een rechthoekig schip met drie beuken, een halfronde apsis en een naastgelegen toren. Het hele gebouw is van mergelsteen. In het driehoekige fronton boven het westelijke portaal zit een beeldhouwwerk van Antwerpenaar Jos Van Esbroeck: Kruisomhelzing door Sint-Lutgart, van 1954. Van Esbroeck maakte ook het hoogaltaar, de twee zijaltaren van 1954, de beelden van Sint-Lutgart, van omstreeks 1955, en Sint-Jozef met Kind, van 1956. De doopvont is gemaakt in gebeeldhouwd marmer. Het beeld Onze-Lieve-Vrouw van Tongeren is een kopie van het genadebeeld in de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Het werd omstreeks 1956 gemaakt door de kunstschool van Maredsous. De kruisweg van omstreeks 1955 is een werk van Maximinus in Tessenderlo. De smeedijzeren paaskandelaar is van 1956. In de Sint-Lutgartkapel verbeelden vier glasramen van 1954 taferelen uit het leven van Sint-Lutgart. Het zijn creaties van glazenier Jan Wouters van Hove. In de zijbeuken zitten zeven glasramen met Visioenen van Sint-Lutgart, van de Antwerpse glazenier Jos Hendrickx, in 1955. Eugeen Yoors ontwierp in 1957 de Sint-Lutgart, Guido Gezelle en Jan Hendrik Bormans. In 1965 ontwierp Jos Geraerts voor de middenbeuk afbeeldingen van Vlaamse heiligen en gelukzaligen, onder anderen van Karel de Goede en Amindina van Schakkebroek, Jan Ruusbroec en dominicaan Thomas van Cantimpré, biograaf van Sint-Lutgart. De Vlaamse Toeristenbond sponsorde de ontwerpen. Onder de nagenoeg vijftig glasramen komt ook werk voor van Roger Daniëls, Michel Martens, Harold Van De Perre, Rik Verelst en Frans Van Immerseel. De kerkschat omvat: een Antwerpse kelk van 1700-1750; een processiekruis van hout en wit metaal, van omstreeks 1955, door Jan Noyons; en een reliekschrijn van Sint-Lutgart van 1961, van koper en brons, door Raf Verjans. Albert Poels creëerde in 1961 het Sint-Lutgartbeeld aan de gelijknamige school naast de kerk.

De Sint-Hubertuskapel ligt in het Tongerse gehucht Offelken, vlakbij de hippodroom. Zeker sinds de 12de eeuw moet hier een kapel voor Sint-Martinus hebben gestaan. Het oudste gedeelte van de huidige barokkapel voor Sint-Hubertus dateert uit het midden van de 15de eeuw. Het beeld van Hubertus is naar de Sint-Janskerk van Tongeren verplaatst. Sinds 1606 wordt het beeld elk jaar op de zondag na 3 november, het feest van Sint-Hubertus, met een processie naar de kapel gebracht. Bij die gelegenheid laten nog steeds sommige jagers hun honden en paarden zegenen. Heel het jaar door werd/wordt de kapel bezocht tegen hondsdolheid, kwellende geesten, pest en tandpijn. De kapel is al sinds 1950 beschermd. Bij restauratiewerkzaamheden in 2007 werden muurschilderingen ontdekt onder het pleisterwerk.

De Sint-Hubertuskapel ligt in het Tongerse gehucht Offelken, vlakbij de hippodroom. Zeker sinds de 12de eeuw moet hier een kapel voor Sint-Martinus hebben gestaan. Het oudste gedeelte van de huidige barokkapel voor Sint-Hubertus dateert uit het midden van de 15de eeuw. Het beeld van Hubertus is naar de Sint-Janskerk van Tongeren verplaatst. Sinds 1606 wordt het beeld elk jaar op de zondag na 3 november, het feest van Sint-Hubertus, met een processie naar de kapel gebracht. Bij die gelegenheid laten nog steeds sommige jagers hun honden en paarden zegenen. Heel het jaar door werd/wordt de kapel bezocht tegen hondsdolheid, kwellende geesten, pest en tandpijn. De kapel is al sinds 1950 beschermd. Bij restauratiewerkzaamheden in 2007 werden muurschilderingen ontdekt onder het pleisterwerk.

In Offelken staat de landelijke deels romaanse Sint-Hubertuskapel uit de 12e eeuw, die omstreeks 1720 vergroot werd. De kapel is sinds 1950 beschermd. Het Hubertusbeeld is 14e-eeuws. Het terracotta beeld Sint-Marcoen is 17e-eeuws. De grafkruisen stammen uit de 16e-17e eeuw. In het gehucht Blaar werd de Sint-Genovevakapel op het einde van de 19e eeuw herbouwd. Het is een bedevaartplaats tegen zenuwziektes en kinderstuipen.

Bezienswaardigheden Vreren

De classicistische Sint-Medarduskerk in Vreren (Tongeren) werd in 1779 opgetrokken in opdracht van het H. Kruiskapittel van Luik. De kerk, gebouwd op de funderingen van een ouder, romaans kerkgebouw, werd ontworpen door Mathias Soiron. De driebeukige kerk pseudo-basilicale opstand heeft een driezijdige koorsluiting, geflankeerd door 19de-eeuwse sacristieën. In de keermuur met steunberen langs de straatzijde, waarop ook de tuinmuur van de aanpalende pastorie is gebouwd, zijn nog restanten van de voormalige romaanse kerk zichtbaar. Deze kerkhofmuur is een amalgaam van fragmenten in baksteen, silex en mergel en geeft een rijk beeld van de opeenvolgende verbouwingen. In 2001 werd de kerk met de kerkhofmuur beschermd als monument.

De classicistische Sint-Medarduskerk in Vreren (Tongeren) werd in 1779 opgetrokken in opdracht van het H. Kruiskapittel van Luik. De kerk, gebouwd op de funderingen van een ouder, romaans kerkgebouw, werd ontworpen door Mathias Soiron. De driebeukige kerk pseudo-basilicale opstand heeft een driezijdige koorsluiting, geflankeerd door 19de-eeuwse sacristieën. In de keermuur met steunberen langs de straatzijde, waarop ook de tuinmuur van de aanpalende pastorie is gebouwd, zijn nog restanten van de voormalige romaanse kerk zichtbaar. Deze kerkhofmuur is een amalgaam van fragmenten in baksteen, silex en mergel en geeft een rijk beeld van de opeenvolgende verbouwingen. In 2001 werd de kerk met de kerkhofmuur beschermd als monument.

De classicistische Sint-Medarduskerk van architect Mathias Soiron van 1779 is een bakstenen gebouw met hoekblokken en natuurstenen lijstwerk. De kerk heeft drie beuken, een rond afgesloten koor en een ingebouwde westertoren. De sacristie werd in de 19e eeuw gebouwd. Op het marmeren hoofdaltaar van omstreeks 1850 prijkt het schilderij Geboorte van Jezus, door Eugeen Van Maldeghem (1813-1867). Twee zijaltaren dateren van omstreeks 1750. De communiebank is van 1725, de biechtstoelen zijn van omstreeks 1850. De kansel van 1895 heeft een laat-18e-eeuwse trap. Balustrade en orgelkast dateren van omstreeks 1825. De messingen koorlezenaar van omstreeks 1500 wordt aan Lodewijk van Hamal toegeschreven. Hij komt uit de Luikse Heilig Kruiskerk. De 14e-eeuwse hardstenen doopvont met vier maskers heeft een 12e-eeuwse romaanse voet. Verschillende beelden dateren uit de 15e tot 19e eeuw. Onze-Lieve-Vrouw en Sint-Jan de Evangelist van omstreeks 1350 komen van een calvariegroep. Sint-Medardus is van omstreeks 1400, Sint-Barbara van het begin van de 16e eeuw. De vroeg-17e-eeuwse piëta komt uit de kapel Onze-Lieve-Vrouw van Smarten. De vroeg-18e-eeuwse Ambrosius wordt vereerd als Sint-Medardus. Apotheose van Sint-Rochus is een 18e-eeuws schilderij. Twee gotische reliekbustes van vrouwelijke heiligen van omstreeks 1500 zijn beschilderd hout.

Op het kerkhof rond de Sint-Medarduskerk in Vreren (Tongeren) komt een rijke verzameling van grafkruisen en -zerken voor vanaf de 16de eeuw tot heden. Sinds 2001 vormt het kerkhof, samen met de aanpalende pastorietuin, een beschermd dorpsgezicht.

Op het kerkhof rond de Sint-Medarduskerk in Vreren (Tongeren) komt een rijke verzameling van grafkruisen en -zerken voor vanaf de 16e eeuw tot heden. Sinds 2001 vormt het kerkhof, samen met de aanpalende pastorietuin, een beschermd dorpsgezicht.

Op het kerkhof bevinden zich grafkruisen die dateren uit de 16e eeuw.

De barokke kapel Onze-Lieve-Vrouw van Zeven Weeën dateert van 1669. Ze heeft een driehoekig afgesloten bakstenen koor met hoekblokken, lijstwerk en banden van natuursteen. In het portiek staat op het altaar van omstreeks 1669 een 17e-eeuwse piëta van terracotta. Een balustrade is van omstreeks 1669, de biechtstoel van 1650-1700. Een votiefschilderij van 1750 stelt het Mirakel van een Doodgeboren Kind voor.

Bezienswaardigheden Widooie

In de dorpskom staat de neoclassicistische bakstenen Sint-Pancratiuskerk van 1846 naar een ontwerp van architect Dumont. Ze heeft een voorstaande westertoren, drie beuken en een rechthoekig koor met een halfronde apsis. De glasramen in de kerk dateren van 1896. Het hoofdaltaar van 1901 is een gebeeldhouwd retabel van witte steen met de voorstelling Bruiloft van Kana en Emmaüsgangers. Voor de biechtstoel ligt de 17e-eeuwse grafsteen van de familie Vaes-Van den Hove. De biechtstoel is van 1700-1750. De beelden Sint-Pancraas en Onze-Lieve-Vrouw met Jezuskind zijn 18e-eeuws. Het schilderij Jezus aan het Kruis met Maria Magdalena dateert van 1729. Op het kerkhof staan twee hardstenen grafkruisen: dat van Yke Moers, 1551, en dat van Catharina Pollard, 1689.

In Widooie bevinden zich een kasteel (1640–1652) en een kasteelhoeve (1755), de vroegere proosdij van Corbie, beide in Maaslandse renaissancestijl uitgevoerd. Nu wordt dit complex het kasteel van Widooie genoemd.

In Widooie bevinden zich een kasteel (1640–1652) en een kasteelhoeve (1755), de vroegere proosdij van Corbie, beide in Maaslandse renaissancestijl uitgevoerd. Nu wordt dit complex het kasteel van Widooie genoemd.

Aan de Mombeek ligt het waterkasteel. Het oorspronkelijke kasteel werd in de 17e eeuw door de troepen van Lodewijk XIV vernield. Naar verluidt werd het oorspronkelijke boerderijgebouw tot een kasteel omgevormd.

De hoektoren dateert uit dezelfde periode als de inrijpoort: 1662. Naast de hoektoren, op het dak, staat een torentje met een klokje, dat destijds geluid werd om het personeel aan tafel uit te nodigen. Het woonhuis werd in de tweede helft van de 18e eeuw grondig gewijzigd. Typisch zijn de kalkstenen omlijstingen met een trapeziumvormig sluitblok boven de ramen. De muuropeningen in de zuidelijke gevel dateren van omstreeks 1770. De openingen aan de zijde van het erf zijn van recentere datum. In de gevel zit een wapenschild van Hendrik Vaes, dat dateert van 1640. Het jaartal 1755 boven een mergelstenen gevelsteen verwijst naar de classicistische verbouwing van het woonhuis. De trapgevel die dit oostelijke gedeelte afsluit en de gelijksoortige trapgevel van de schuur stammen uit het begin van de 17e eeuw, toen Hendrik Vaes de verbouwing leidde. Kleine mergelstenen reliëfs met gestileerde bloemen versieren de topgevel.

De oostelijke stalvleugel en de stalvleugel ten noorden van de inrijpoort dateren van het einde van de 17e eeuw. Het geheel is opgetrokken in Maaslandse renaissancestijl. In 1912 liet de eigenaar een koeienstal bouwen in neo-Maasstijl. Het kasteel is niet toegankelijk voor bezoekers.

Het schoolhuis van 1862 in de Knapenstraat is nu een taverne.

Dit moet je gezien hebben