Mesolithicum (Midden Steentijd) (12.000 jaar geleden tot 10.000 jaar geleden)

Algemeen

Het Mesolithicum (de Midden Steentijd) situeert zich, zoals de naam al laat vermoeden, tussen het Paleolithicum (de Oude Steentijd) en het Neolithicum (de Nieuwe Steentijd). Het was de periode waarin de laatste tussenijstijd, waarin we nu nog leven, begon. Het werd warmer, de ijskap begon weg te smelten waardoor Engeland definitief een eiland werd en het landschap van Europa raakte stilaan dichtbegroeid met een gemengd eikenbos.

Omdat de klimaatsverbetering het leven in onze streken makkelijker maakte, gingen groepjes mensen zich hier in half-permanente nederzettingen vestigen. Ze bleven leven van jacht, visvangst en het inzamelen van vruchten maar het tijdperk van de grote georganiseerde jachtexpedities op rendierkuddes was gedaan. Men kon nu meer individueel gaan jagen op de kleinere dieren die hier in het bos leefden en er werd veel meer aan visvangst gedaan. Op sommige sites vinden we ook massa's resten van oesters en slakken terug.

Op andere plaatsen in de wereld daarentegen, ging men omstreeks deze tijd overschakelen naar landbouw en vaste nederzettingen stichten.

Artefacten

De microlithisatie, of het kleiner worden van de stenen werktuigen, was reeds begonnen in het Finaal-Paleolithicum en evolueerde in het Mesolithicum nog verder. De meeste vuurstenen werktuigen waren zelfs niet groter dan 2 cm en worden dan ook "microlieten" of "microlithen" genoemd. Ze werden in hout of riet geschacht als weerhaak of pijlpunt, of gebruikt om riet te snijden,... .

Terwijl in de beginfase van het Mesolithicum vooral spitsen, driehoeken en andere geometrische microlieten voorkomen, zullen de trapezia typisch zijn voor de laatste fasen.

Grotere stenen werktuigen werden ook nog gebruikt, maar dan vooral voor het grovere werk zoals houtbewerking (bijlen), huidbewerking (schrabbers),... .

Naast vuursteen werden nog twee andere steensoorten gebruikt. Namelijk kwartsiet van Wommersom en Tienen. Deze materialen vinden we sterk verspreid over Vlaanderen terug. Op sommige plaatsen moet de kwartsiet van meer dan 100 km ver zijn aangevoerd.

Ook organisch materiaal werd veel gebruikt en is zelfs in uitzonderlijke situaties bewaard gebleven. Zo vond men in Nederland enkele uitgeholde boomstammen die als kano dienst deden. En ook houten peddels, emmers uit berkenbast, harpoenen,... zijn bekend. In België werden alleen een paar harpoenen en bijlen uit gewei teruggevonden tijdens baggerwerken in de Schelde. De condities in onze streken zijn immers niet goed om zaken uit vergankelijk materiaal te bewaren.

Bewoning

Net zoals in de vorige periode bewoonden de mesolithische mensen vooral zandduinen in de buurt van waterlopen of vennen. Deze plekken waren immers beter om te wonen dan de regio's die verder van watervoorzieningen waren afgelegen en waar een dicht bos zich steeds verder ontwikkelde.

Waarschijnlijk leefde de mensen in tenten of hutten. Maar sporen van hun woonstructuren ontbreken nog.

In de beginperiode van het Mesolithicum (10.000 v. Chr. tot 8500 v. Chr.) waren de nederzettingen eerder klein van afmeting (bv. Verrebroek). In de laatste fase nam hun omvang toe (bv. Brecht, Dilsen, Weelde, Lommel, Opglabbeek). Hieruit zouden we kunnen afleiden dat er een zekere bevolkingstoename plaatsvond naar het einde van het Mesolithicum toe.

Naast de gewone nederzettingen waren er ook gespecialiseerde productiecentra van vuursteen, zoals bijvoorbeeld de site van Opgrimbie. Hier werden geen afgewerkte stenen werktuigen teruggevonden maar enkel het basismateriaal en afval van steenbewerking. De site was bovendien gelegen nabij een plaats waar veel vuursteen in de grond zat.

Hoewel we reeds een honderdtal sites in Vlaanderen kennen, is er toch weinig goed bewaard gebleven. De meeste sites zijn immers verstoord omdat ze redelijk dicht tegen het huidige loopoppervlak liggen. Zowel graafwerken als grondbewerking, erosie, het ondergronds gewroet van wortels en dieren,... beschadigen veel van deze mesolithische woonniveaus.

Begraving

In Europa zijn verschillende mesolithische begraafplaatsen teruggevonden. Hoewel ze soms heel verschillend zijn, tonen ze allemaal aan dat de mens zorg droeg voor zijn overleden medemens. Zo blijkt uit opgravingen in de Scandinavische landen dat er giften werden meebegraven en dat de lichamen vaak bestrooid waren met rode oker. Zelfs graven van honden die grafgiften kregen of samen met een volwassen persoon waren begraven, komen voor.

De grote omvang van deze grafvelden wijst er ook op dat de mensen al een minder nomadisch leven hadden en voor langere tijd op eenzelfde plaats bleven wonen.

Graven uit het Mesolithicum in België bevinden zich o.a. in de grotten Margaux en Autours in de Maasvallei. Het gaat om graven waarin verschillende personen zijn gelegd, zonder enige bijgaven.

Leefwijze

We kunnen besluiten dat er gedurende deze fase van de Steentijd veranderingen op til waren in de leefwijze van de mens. Ze leefden weliswaar nog steeds als jagers-verzamelaars, maar door het gunstig klimaat en de groeiende rijkdom van de voedselbronnen waren ze niet meer genoodzaakt om steeds rond te trekken. Ze specialiseerden zich in de jacht op klein wild dat in hun bossen leefde, zoals edelhert, ree, wild zwijn, vos, bever,... en gebruikten hiervoor vooral de pijl en boog.

Daarnaast deden ze ook veel aan visvangst met behulp van kano's, fuiken, harpoenen,... en aten ze schaaldieren die ze ter plaatse vonden.

Voorts was er een groot aanbod aan bessen, appels, frambozen,... . Het meest van al werden verkoolde hazelnoten schelpen teruggevonden op mesolithische sites. De noten werden dus geroosterd vooraleer ze opgegeten werden.

Met al deze voedselbronnen in de buurt ontstonden er half-permanente nederzettingen die elk een eigen gebied exploiteerden. De mensen van deze nederzettingen begroeven hun doden in grote grafvelden of zoals in de Belgische Maasvallei in één bepaalde grot. Dat er een zekere uitwisseling en mobiliteit tussen verschillende regionale groepen in Vlaanderen was, kunnen we afleiden uit de grote verspreiding van kwartsiet afkomstig van Tienen en Wommersom. Ook het plukken van vruchten kan belangrijk geweest zijn. Maar het is moeilijk om hier archeologische bewijzen van te vinden omdat deze materie zo vergankelijk is.

ons land - focus

 

Mesolithicum - Algemeen
Home
           
banner
Microlithen