Kasteel de Pierpont (Olmenhof)

 

 

Kasteel de Pierpont is nu in gebruik als stadhuis van Herk-de-Stad
ons land - focus


Welkom in Limburg!

Inleiding en bronvermelding
Algemene Geschiedenis
's Lands Glorie
Bezienswaardigheden
Home
           
banner
Vlag Limburg

Kasteel de Pierpont, nu in gebruik als stadhuis, dateert uit het begin van de 19e eeuw (1813).

Het Kasteel de Pierpont is een laat-classicistisch kasteeltje uit de 19de eeuw in de Belgische gemeente Herk-de-Stad en ligt net buiten het centrum aan de Pikkeleerstraat 14, in een parkgebied dat in 1843 doorsneden werd door de St.-Truidersteenweg. Dit landhuis werd gebouwd in 1813 door de boomkweker Joannes Godgaaf Hermans (Herk-de-Stad, 18 juni 1772-Herk-de-Stad, 14 juni 1856) en is omringd door een unieke verzameling exotische bomen, geënt op inlandse onderstammen. Als algemene erfgename voor wat de naakte eigendom van al zijn goederen betrof, stelde hij zijn achternicht Adèle Françoise Adelchine Marie van den Hove(Leuven, 15 januari 1847-Herk-de-Stad, 15 januari 1935) aan. Deze huwde later met de heer François Joseph de Pierpont en zo kwam de ganse erfenis van de heer Jan Hermans in het bezit van de familie de Pierpont. Vandaar ook de huidige naam "de Pierpont". Deze oude boomkwekerij ligt aan de basis van bekende families van de Herkse boomkwekers die daar hun opleiding kregen: Tips (zelfstandig in 1875) en Gevers (zelfstandig in 1890) vestigden zich met hun boomkwekerijen langs de Diestsesteenweg te Herk-de-Stad.

Joannes Godgaaf Hermans was de zoon van Laurent Mathieu Hermans, (notaris te Herk-de-Stad en burgemeester in 1778) en van Marie Gertrude a Melbeek, geboren te Tongeren. Zijn broer, Laurent Pierre Hermans(Herk-de-Stad, 23 april 1755-Diest, 28 oktober 1823) was burgemeester te Herk-de-Stad in 1794 en huwde met Marie Thérèse Reynders. Jan Hermans werd gemeenteontvanger van Herk-de-Stad en Berbroek tot in 1842 een ziekte hem tot ontslag dwong. Tevens was hij landbouwer en boomkweker. Het park zelf, waarin het landhuis stond, werd door Hermans de "Eendracht" geheten. Terwijl het "Bruidstuk", noordelijk, richting centrum, vanaf de tweede helft 20ste eeuw, volledig door de woonzone werd ingepalmd. Bij zijn overlijden bezat Jan Hermans te Herk-de-Stad 18 ha 87 a 15 ca eigendom.

In de stille periode tussen het vertrek rond 1960 van de laatste stam de Pierpont uit Herk-de-Stad richting Frankrijk - de Pierpont Marie x Jean Stienen du Pré - en de aankoop door de gemeente, werd het domein beheerd door een vzw comité Olmenhof, die vooral gefixeerd was op de vijver (reeds in gebruik door een visclub) en de bijgeplaatste druk bezochte speeltuin. Met dit laatste en een kleine café in het leegstaande kasteel werden de eerste recreatieve pijlers voor de toekomst van het domein gezet. Als bestuursleden van deze vzw maakten ooit deel uit de latere burgemeesters Firmin Huygen, Sylvain Minten en Henri Gilbert Ignoul. Hieruit blijkt dan ook duidelijk de blijvende latere gemeentelijke interesse voor dit domein.

Het domein werd, net voor de laatste fusie van Herk-de-Stad met Schulen-Berbroek op 1 januari 1977, door de gemeente Herk-de-Stad aangekocht en gerestaureerd onder impuls van de burgemeester Sylvain Minten, schepen Henri Knuts, later ook senator en burgemeester en de Pierpont-bemiddelaar gemeenteraadslid Eugène Thiery. Het kasteel doet nu gedeeltelijk dienst als administratief centrum van het stadhuis. Het naastliggend koetshuis werd eveneens gerestaureerd en doet thans dienst als Taverne-café. Ooit was er ook een nu verdwenen kasteelhoeve. In de plaatst van het koetshuis als administratieve uitbreiding te gebruiken, werd achter tegen het kasteel een nieuwbouw geplaatst. Hoe dan ook een blijvende verminking van de historiek van dit oorspronkelijk classicistisch gebouw, terwijl de totaalbouw nog steeds te klein blijft om het totale administratief gemeentecentrum te huisvesten.

Rechts voor het kasteel, tussen het gebouwencomplex en de St.-Truidersteenweg ligt een vijver met twee eilandjes. Deze werd, zuidwaarts enkel bestaande uit weidegebied, met medewerking van de vissersclub die de uitgraafkosten betaalde, tijdens het bestuur van burgemeester Henri Gilbert Ignoul (1977-1982), sterk vergroot. De uitgegraven leemgronden waren welkom op het nog steeds lager gelegen drassige gedeelte voor het kasteel, naast de St.-Tuidersteenweg. Ook Ignoul, die bij zijn burgemeestersaanstelling specifiek deze domeinen Olmenhof-Harlaz onder zijn bevoegdheid vroeg, ruimde de zuidkant volledig op, vooral begroeid met verwilderde wissen in een meestal onder water staande moerasbedding, met op de grens een canada-aanplanting. De strook tussen de vijver(s) en de voetbalterreinen (ooit eigendom Camps) werd uitgebreid met een dierenpark, een tussenparking in natuurstenen voor zowel voetbal én recreatiepark Olmenhof en het binnenplein tussen stadhuis(kasteel) en café(koetshuis) werd met klinkers verhard en voorzien van een fontein. Ook zocht hij naar een oplossing voor de zuivering en recyclering, met een mogelijk circulerende koppeling aan de vijver, van het grachtwater langs de Pikkeleerstraat en Kleine Hoolstraat. Want vele jaren leefden er heel wat vissen in deze grachten en hield het kikkerkoor de omwonenden uit hun slaapgekwaak. Maar stond bij regelmatige droogtes jaarlijks volledig droog, waarbij ook het leven in het water verdween.

De voorkeur ging en gaat nog steeds naar administratief-recreatief gebruik van het domein. Tenminste aan de westelijke zijde: Olmenhof genoemd. Een blijvende doorn in het oog van de lokale groenverdedigers. Door de aanleg van de St.-Truidersteenweg in 1843, die het domein middendoor sneed bleef het oostelijk deel, "Harlaz" genoemd, gespaard van grootse aanpassingswerken. Ook al werd er ooit geopteerd om er een verbindingstunnel of -brug onder of over de rijksweg aan te leggen tussen beide parken. Enkel op de zuidelijke hoek van de "Harlaz" werd een bestaande weide tot speelweide gezond gemaakt, afgezoomd met de bestaande beuken haag en in de uiterst oostelijk gelegen, evenwijdig met de St.-Truidersteenweg, een beukendreef, werd reeds eind jaren zeventig een fitometer aangelegd. Lang zijn, langs deze dreef, de graafgaten van de ingegraven legertanks, oostelijk gericht, tijdens de Tweede Wereldoorlog zichtbaar gebleven. Het uiterste zuidelijk punt van de Harlaz werd, voor de gemeentelijke aankoop, van de familie de Pierpont aangekocht, bebouwd en bewoond door de chirurgenfamilie Claeys of beter gekend als de latere cinemagigant van de Kinepolis groep.

Op het schiereiland tussen de oude en aangebouwde vijver in het park staat een groot monument ter ere van Govaert Wendelen (1580-1667), priester en astronoom. Het kunstwerk is uitgewerkt door de heer Flor Bruninx en met de hulp van het Technisch Amandina Instituut (TAI) te Herk-de-Stad gesmeed en geplaatst in het 400ste geboortejaar van Govaert Wendelen in 1980.