Ons Land België
België - Het Romeinse RijkDe stichting van Rome en de oprichting van de republiek (753 v. C tot 264 v. C)
Ons Land België
België - Het Romeinse RijkDe stichting van Rome en de oprichting van de republiek (753 v. C tot 264 v. C)
Het Romeinse Rijk ontleend haar naam aan de plaats van haar oorsprong: Rome. Zoals alle steden kende ze, gesticht in 753 v.C., een langzame ontwikkeling in de loop der jaren. Op de heuvels in een bocht van de Tiber ontstonden nederzettingen als vooruitgeschoven post tegen de Grieken uit het zuiden en de Etrusken uit het noorden. Waarschijnlijk vormden ze in de loop van de 7e eeuw één agglomeratie. Maar de Etrusken, die op dat ogenblik naar het zuiden oprukten, waren zich bewust van het strategische belang van deze agglomeratie. Circa 616 v.C. veroverden ze de nederzetting en begonnen ze met de organisatie van een stadsstaat. Dat gebeurde onder Tarquinius Priscus. Hij voerde omvangrijke verfraaiingswerken door in de stad, begon met de bouw van het Circus Maximus en de cloacae (riolen). Na een heerschappij van bijna 50 jaar, werd hij in 579 v.C. vermoord. Zijn opvolger Servius Tullius, een Romein, organiseerde het politieke leven en verdeelde het volk in sociale klassen op grond van waardigheid en fortuin. Het uitgebreide Rome werd omringd door een muur. Servius regeerde 44 jaar, waarna hij gedood werd door zijn schoonzoon Tarquinius Superbus, zoon van Tarquinius Priscus. Het Romeinse volk beschouwde hem als een wrede dictator. Zijn bewind werd omvergeworpen door een nationale revolutie die profiteerde van een gunstige politieke toestand, met name het verval van de Etruskische macht, om zijn juk af te werpen. In 509 v.C. werd de republiek uitgeroepen.
De Romeinen hadden zo'n grote afkeer voor het koningschap gekregen dat ze, na de bevrijding in 509 v.C., er naar streefden hun regime te stabiliseren door de creatie van instellingen waarbij alleenheerschappij onmogelijk werd gemaakt. Er moest bijgevolg worden gezocht naar een nieuwe politieke formule die dat gevaar zou ontwijken. Polybus, een Grieks historicus, stelde vast dat er drie elementen aanwezig waren in de Romeinse grondwet, de drie toen gekende bestuursvormen: de monarchie, de oligarchie en de democratie. "Als men de macht van de consuls beschouwde, leek het regime volmaakt monarchaal en koninklijk; vanuit het standpunt van de senaat was het eerder een aristocratie; en als men ten slotte de macht van het volk beoordeelde, was het een uitgesproken democratie". De politieke instellingen van Rome waren op dat ogenblik een 'ideale' samensmelting van bestaande bestuursvormen, maar in de loop der jaren ondergingen ze nogal wat aanpassingen voor ze zo 'evenwichtig' werden.
Na de uitroeping van de republiek waren de omstandigheden in Rome allesbehalve gemakkelijk. Van bij de aanvang was er sprake van een broze vrede, want de steden in Latium aanvaardden de hen opgedrongen situatie niet en de Etrusken wilden alleen maar terugkeren. Tegenover deze bedreigingen reageerde Rome heftig als één man. Nu de stad vrij is, willen de Romeinen hun vrijheid niet meer verliezen.
Er kwamen oorlogen van lange adem, ze duurden tweehonderd jaar, kenden hun ups en downs en stelden het Romeinse uithoudingsvermogen zwaar op de proef. De Romeinen moesten voortdurend vechten, zowel in het noorden als in het zuiden. Wat lag er aan de basis van zoveel oorlogen, van zoveel haat? Ongetwijfeld een onnoemelijke angst! Want in die tijd verscheen een nieuwe vijand aan de horizon, met name de Galliërs die onder druk van de Etrusken, om Etrurië heen trokken, maar onverbiddelijk oprukten naar het zuiden. De Romeinen keken vol ongerustheid uit naar hun komst; tevergeefs boden ze in 390 v.C. weerstand: het Romeinse leger werd uit de weg geruimd en Rome viel in handen van de Galliërs. De uitgeputte verdedigers hielden het Capitool belegerd van waaruit ze onderhandelden over de terugtrekking van de Galliërs, tegen betaling van een fors losgeld.
Tot de komst van de Galliërs hadden de Romeinen altijd een verdedigende houding aangenomen, maar nu begonnen ze met een aanvalsoorlog: ze vielen de Latijnen aan, waagden zich op Etruskisch grondgebied en versterkten hun positie door de oprichting van 'bondssteden'. Stilaan breidde de macht van Rome veldslag na veldslag uit. Rome werd na de verovering van de laatste Etruskische stad in 265 v.C. heer en meester over het Italiaans schiereiland.